In de Verenigde Staten komen Chinezen vooral op eigen initiatief. Tijdelijk, om te studeren of een kind op Amerikaanse bodem te krijgen, of permanent, gelokt door de vrijheid en de mogelijkheden die het land biedt. Je kunt er geld investeren en verdienen, de Chinese overheid bekritiseren en ongegeneerd je eigen belang nastreven, ziet Ruben in Los Angeles. Toevallig net in de week dat de Amerikanen naar de stembus gaan. Wie steunen de Chinese Amerikanen die hij ontmoet?
Veel Chinezen komen naar de Verenigde Staten omdat ze vrij willen zijn van overheidsbemoeienis. En geld speelt soms natuurlijk ook een rol.
Een toevluchtsoord voor Chinezen
In het kort: Chinezen in de VS
Chinezen kwamen al vanaf de eerste helft van de negentiende eeuw naar de Verenigde Staten, vooral als goedkope arbeiders. Maar vanaf 1875 mochten Chinese vrouwen niet het land in, en in 1924 werd Chinese immigratie helemaal verboden. Mensen van Chinese afkomst konden in de praktijk pas vanaf 1943 staatsburger worden.
Naast die oude Chinese Amerikanen, die Kantonees spreken en deels nog altijd in hun eigen Chinatowns wonen, zijn er sinds 1979, toen China zijn grenzen opende, steeds meer nieuwe Chinezen naar Amerika gekomen. Zij spreken Mandarijn.
Volgens de laatste volkstelling waren er in 2016 iets meer dan vijf miljoen Chinese Americans in het land, 1,5 procent van de bevolking. Vier vijfde daarvan bestaat uit 'nieuwe' Chinezen.
Rubens ontmoetingen in de Verenigde Staten
Freya kwam dankzij Obama maar steunt Trump
‘Onder president Obama had je de regel dat je in Amerika mocht blijven als je een half miljoen dollar investeerde. Daar hebben vrij veel Chinezen gebruik van gemaakt, waaronder Freya Zhao en haar man. Ik vermoed dat ze in China problemen had met de Communistische Partij. Daar zinspeelde ze op, maar ze wilde er verder niet veel over kwijt. Ze deden goede zaken in Beijing, dus ze konden naar Amerika. We zijn onder meer met haar gaan stemmen. In de auto zei ze: “Stel je voor dat Biden wint. Dan moet ik het land verlaten. Dan kan ik hier niet blijven.” Ik vroeg natuurlijk waarom dan niet. “Dan wordt de socialistische weg in geslagen”, zei ze. Socialisme is voor haar een enorm schrikbeeld. Voor haar stond dat gelijk aan communisme.
‘Dat snap ik wel. Dat kennen ze uit China, en Biden wordt door zijn tegenstanders afgeschilderd als socialist. Terwijl hij dat niet is. Maar dat sorteert dan wel effect. En dat terwijl de tijd van echt communisme in China ook al lang voorbij is. Je hebt daar nu “socialisme met Chinese karakteristieken”, in feite staatskapitalisme onder een autoritair regime. De Communistische Partij speelt een soort dubbelspel: voor het internationale toneel doen ze alsof ze een vrije markt hebben, en intern is het een keihard repressief systeem, ook economisch. Freya zei dat ze veel van China hield, maar niet van de Communistische Partij. Dat vond ik een mooie opmerking waar ze eigenlijk heel veel mee zei. Het is duidelijk: zij heeft gekozen voor de VS, en voor haar kinderen. Drie, wat in China niet mogelijk was. Ze wilde graag een groter gezin, en betere educatie voor haar kinderen, dat speelde ook mee bij het vertrek.
‘We filmden haar omdat ze een actiegroep leidde die met spandoeken campagne voerde tegen positieve discriminatie van minderheden bij de toelating aan universiteiten. Dat zou je misschien niet meteen verwachten, maar veel Amerikanen van Chinese afkomst zijn daartegen. Ze zijn bang dat andere minderheden, zoals zwarten en latino’s, dan plaatsen op de universiteit krijgen toegewezen ten koste van hun eigen kinderen. Het is behoorlijk opportunistisch. Zoals het ook opportunistisch is om voor Trump te stemmen, die migratie van Chinezen blokkeert, terwijl je zelf dankzij Obama binnen bent gekomen. Maar dat past wel bij de Chinese cultuur. De gedachte van “de een z’n dood is de ander z’n brood” is daarin nogal sterk aanwezig.
‘We zijn tot vlak na de verkiezingen gebleven, maar ja, toen was de uitslag nog niet duidelijk. Dus ik weet niet hoe Freya erover denkt nu Biden inderdaad president is geworden.’
Inmiddels weten we daar iets meer over. Lees het hier.
Jason wil sociale rechtvaardigheid
‘Jason Chu was een goede vondst van Wiesje, de researcher. We hadden al veel rechtse Chinezen, onder meer ook een steenrijke makelaar en een kunstenaar die tegen elke vorm van overheidsbemoeienis was, en hij had echt een ander geluid. Jong en fris, en hij kon ontzettend goed verwoorden wat hij vond. Jason is van de tweede generatie, dus in Amerika geboren, maar wel uit ouders die tot de “nieuwe Chinezen” worden gerekend. Opgegroeid in Chicago of Boston, dat weet ik niet meer, en nu dus in Los Angeles, waar we alles voor deze aflevering hebben gefilmd.
‘Echt een onafhankelijk denker. Zijn passie is maatschappijkritische muziek maken, rap, en hij gelooft heel erg dat je altijd moet blijven proberen de wereld te verbeteren. Ik praatte met hem terwijl hij een tattoo liet zetten, of twee eigenlijk: op de ene kuit “fear is easy” en op de andere “hope is real”. Angst zorgt ervoor dat je elkaar niet goed begrijpt, wil hij daarmee zeggen, terwijl je juist oog moet hebben voor elkaars menselijkheid. De moed hebben om samen te streven naar verbetering, zoiets. Best mooi, vond ik dat.
‘Hij was onderdeel van een heel diverse subcultuur, een versmelting van allerlei culturen. En zo was hij ook opgegroeid. Dat staat haaks op het heersende beeld, dat Chinezen altijd in hun eigen groep blijven, Chinees blijven spreken en zich niet willen aanpassen. Jason was fervent voorstander van proposition 16, het wetsvoorstel in Californië dat positieve discriminatie zou toestaan. Het voorstel waar Freya Zhao juist campagne tegen voerde. Er zijn altijd veel belemmeringen voor minderheden geweest om te gaan studeren, zei hij tegen me, en als je daar niets aan doet, laat je veel talent onbenut. In de jaren zestig stonden alle minderheden, inclusief Chinezen, samen op tegen de ongelijkheid. Hij vindt het jammer dat die saamhorigheid er nu niet is.’
Waar maakt Jason zich een paar maanden later druk om? Lees het hier.
Gevlucht uit onderdrukt Tibet
‘We gingen naar een soort kunstenaarskolonie in de woestijn langs de weg tussen Los Angeles en Las Vegas. Die werd gerund door meester Chen, iemand die anticommunistische kunst maakt en zich met schietoefeningen voorbereidt op een oorlog met China. Hij vangt daar politieke vluchtelingen uit China op, zoals een jongen die vanaf het vasteland naar Hongkong was gegaan om aan de protesten mee te doen, en, wat ik het meest bijzonder vond, een jongen die uit Tibet was gevlucht. Hij had zich op social media uitgesproken over de protesten in Hongkong en werd toen gearresteerd. Dat had hij wel verwacht, zei hij, en dat hij zou worden geslagen ook.
'Hij had een bewonderenswaardige wilskracht, en hij zou nooit z’n mond kunnen houden, dat was wel duidelijk. Hij zag zichzelf als een soort belichaming van de Chinese campagne om Tibet in te lijven en meer in het algemeen, om minderheidsculturen te verdringen, want zijn vader is Tibetaans, en zijn moeder Han-Chinese. Zulke vermenging wordt al decennia gestimuleerd, om Tibet steeds minder eigen, steeds Chineser te maken. En dat werkt, zei hij. Tibetanen gaan steeds meer als Han-Chinezen denken, praten en doen. Zijn vader is burgemeester, en dus uiteraard actief in de Communistische Partij, die vond het maar niets dat hij zo kritisch was.’
‘Nu heeft hij zijn oude leven achter zich gelaten. Hij durft geen contact met zijn familie op te nemen, omdat ze daardoor in de problemen zouden kunnen komen. Een indrukwekkende jongen met een heel pijnlijk verhaal, vond ik.’
De wereld van de Chinezen: Verenigde Staten
nu te zien op NPO Start
Veel Chinezen vestigen zich in Californië, met uiteenlopende beweegredenen. Voor sommigen is het de American Dream die lonkt, anderen willen hun kinderen een betere educatie bieden. Opvallend is dat veel Chinees-Amerikanen erg conservatief zijn en op Trump stemmen.
Maar Ruben Terlou ontmoet ook voorvechters van diversiteit, zoals de Chinees-Amerikaanse rapper Jason, die zijn muziek gebruikt om het Amerika van iedereen te representeren. In de woestijn bezoekt Ruben een anticommunistische kunstenaar die onderdak biedt aan politieke vluchtelingen uit Tibet en Hongkong. Zíj zijn gekomen voor de vrijheid.