‘Mister King’ is een Chinese immigrant uit Los Angeles. De buitenwijken van L.A. huisvesten de laatste jaren steeds meer rijke Chinezen; op jacht naar hun American dream. Wie slaagt en goed boert, laat dat zien: de kenmerkende keurig aangeharkte suburbs worden steeds meer opgesierd met megahuizen, veel krullerigheid en protserigheid - de Chinese smaak is beduidend anders dan de westerse. ‘For some people it’s their definition of succes’, smaalt een Amerikaanse in de aflevering.
Maakt niet uit, dat is een smaakkwestie, echte integratie problemen zijn er niet echt aan de orde, stelt regisseur Hans Pool. ‘De Chinezen integreren weliswaar nauwelijks, want ze klonteren samen en maken deel uit van een grote hechte bevolkingsgroep; maar ze werken hard, houden hun eigen broek op en doen geen beroep op enig sociaal vangnet, dus het zal de Amerikanen een worst zijn. Zolang je maar meedoet en aan de slag gaat.’
Mister King is zo’n harde werker. Integratieklasje? Taalcursus? Daar gaat hij allemaal niet op wachten. In plaats daarvan heeft hij een nieuwe BMW gekocht en is hij gaan werken als Uber-taxichauffeur. Met Google Translate in de auto gebruikt hij zijn werk als integratiemiddel: in de taxi leert hij Amerikanen kennen.
Amerika heet 'Meiguo' in 't Chinees. Het betekent: 'Prachtig land' - en de Chinezen komen dan ook met duizenden tegelijk. In Californië duiken tegenwoordig twee keer zoveel immigranten uit Azië op dan uit Latijns-Amerika. Verreweg de meesten van hen zijn Chinees. Mr. King is zo'n immigrant. Integratieproblemen kent hij niet. Hij heeft een unieke manier gevonden om zich de Amerikaanse samenleving eigen te maken. Net zoals theatermaker Melih Gencboyaci dat doet voor nieuwkomers in Nederland.
de Chinezen komen
Nederland
Een Nederlands voorbeeld van creatief integreren is het theaterproject VIJFDUIZENDTWEEHONDERDWOORDEN van theatermaker Melih Gençboyacı. Volgens Gençboyacı is integreren een wederzijdse nieuwsgierigheid, niet iets wat je eenzijdig oplegt aan nieuwkomers. Integratie is geen bereikbaar doel maar een wederzijdse continue poging om elkaar te begrijpen.
VIJFDUIZENDTWEEHONDERDWOORDEN is geen kritiek op huidige inburgerings- of taalcursussen, maar een nieuwe interactieve manier van Nederlands leren waarin het vertellen van persoonlijke verhalen centraal staat. In VIJFDUIZENDTWEEHONDERDWOORDEN doet Gençboyacı onderzoek naar en met mensen van verschillende achtergronden die de Nederlandse taal leren. Een jaar lang verzamelt hij iedere week honderd woorden; hiermee gaat hij begin 2017 een script schrijven. De voorstelling, die in de lente van 2017 zal worden opgevoerd, maakt Gençboyacı samen met de deelnemers, het is een gedeelde creatie. Nieuw Nederlandssprekenden voelen zich vaak kwetsbaar bij het leren van een nieuwe taal. Gençboyacı brengt hen in gesprek met andere Nederlanders.
Gençboyacı bekeek voor vpro.nl de tweede aflevering van Droomland Amerika over de Chinese immigratie in Los Angeles en vond het verhaal van mr. King inspirerend. ‘Je ziet hoe hij in Amerika als Chinees zijn leven vormgeeft en de communicatie opzoekt,’ zegt hij in reactie. ‘Als er geen nieuwsgierigheid naar de ander is, wordt de ander een vreemde. Dan ontstaat er een afstand tussen beide omdat er geen herkenning plaatsvindt.’
Gençboyacı vindt het fascinerend hoe mr. King via een translate-app communiceert. Het feit dat er een machine voor nodig is om twee mensen te verbinden ontroert hem. 'Die machine fungeert als filter, en produceert een afstand die ook aanwezig is als je niet uit je woorden kan komen in een nieuwe taal', zegt hij. 'Mr. King stort zich niet als een blinde op de taal, maar zorgt heel ondernemend dat hij eerst in contact komt met de Amerikaanse cultuur, met de mensen.’ Net als mr. King ziet Gençboyacı het contact tussen bewoners en immigrant als een onmisbaar aspect van integratie.
kopje koffie
Gençboyacı organiseert nu minimaal één keer per week een bijeenkomst, waarin verschillende mensen die al taalcursussen volgen samenkomen. De samenstelling van de groep is divers; van Chinese immigrant, Syrische vluchteling, Iraakse fysiotherapeut tot Turkse oudere. Het aantal deelnemers verschilt per keer, van twee tot dertig. Ze delen hun valkuilen en mooie vondsten tijdens het Nederlands leren. Ook worden er taalspellen gedaan, waarbij door middel van herhaling het Nederlands beter blijft hangen bij de deelnemers. Soms gaat de groep op straat met Nederlanders in gesprek, of bellen ze bij willekeurige mensen aan voor een kopje koffie.
Gençboyacı verzamelt ervaringen van deelnemers om zo een woordenboek te creëren en de thematiek van zijn stuk te bepalen. Het woord ‘benoemen’, bijvoorbeeld, het eerste Nederlandse woord dat de Irakees Anhar (27 jaar) leerde. Anhar vertelde Gençboyacı: ‘In mijn taal sprak ik minder hard dan in het Nederlands. Ik wil de informatie zo snel mogelijk naar voren halen, dus noem ik de dingen heel direct en luid. Hoe meer ik dingen direct noem, hoe meer het voelt alsof ik een simpele versie van mezelf maak. Ik word dan ook zo bekeken, als een simpelere versie van mezelf.’ Dit laat zien hoe het leren van een onbekende taal effect kan hebben op de presentatie van jezelf en daarmee op je identiteit.
In een niet hiërarchische omgeving gebaseerd op gelijkwaardigheid leren de deelnemers van VIJFDUIZENDTWEEHONDERDWOORDEN de nieuwe taal en cultuur. Gençboyacı maakt deel uit van het artistieke team van Zina, een theatergezelschap onder leiding van Adelheid Roosen. De makers van Zina doen research naar verbindingen tussen mensen om zo elkaars identiteit te verrijken, juist door de verschillen bespreekbaar te maken.
moedertaalloos
De manier waarop Gençboyacı deelnemers van VIJFDUIZENDTWEEHONDERDWOORDEN kennis laat maken met Nederland vloeit voort uit de tijd dat hij zelf Nederlands begon te leren, twaalf jaar geleden op toneel, toen hij als acteur vanuit Turkije verhuisde naar Nederland. Hij spreekt vier talen, maar geen enkele heel goed, daarom noemt hij zichzelf ‘moedertaalloos'. Hoe sterk hij geïntegreerd is in Nederland vindt hij een moeilijk te beantwoorden vraag: ‘Integratie is namelijk een wisselwerking, een voortdurende actie.’
Integratie gaat de taal voorbij. Mr. King spreekt bijvoorbeeld geen Engels, maar hij heeft een machine die vertaalt. Is hij hierdoor minder geïntegreerd, omdat hij de voertaal in Amerika niet spreekt? Volgens Gençboyacı gaat integratie ook over veel meer dan immigranten. ‘In elke nieuwe omgeving moet je integreren, of dat nu op werk, universiteit of in een land is,’ stelt hij. ‘Integratie is niet gekoppeld aan een geografische plek. Omdat alles steeds verandert zijn we voortdurend aan het integreren. Ik ben homoseksueel, ik ben Duits, Turks, Nederlands en voel me niet op één plek thuis. Ik ben Europeaan en voel me hier gelukkig, dat is het belangrijkste. Het raakt me als een politicus zegt dat alle buitenlanders op moeten rotten. Ik moet wel reageren op zulk soort taal terwijl ik daar eigenlijk geen zin in heb. Ik probeer dat soort taal van mij af te schuiven.'
In VIJFDUIZENDTWEEHONDERDWOORDEN zoekt Gençboyacı naar een nieuw vocabulaire, waarin het verschil tussen autochtoon en allochtoon vervaagd. ‘Al die opposities kunnen we wat mij betreft afschaffen, en gewoon beginnen met “hé hallo, hoe gaat het?” Zo simpel kan het zijn. Ik zou heel graag een nieuw begin willen maken met taal. Kunst is het perfecte platform om al deze aspecten van taal te onderzoeken en te laten zien, als een voorstel, een zachtmoedige confrontatie.’
speeldata vijfduizendtweehonderdwoorden
do 18 mei / vr 19 mei / za 20 mei 2017, speelt de voorstelling in het Ostade A'dam