Toen Vladimir Poetin in 2022 zijn leger opdracht gaf Oekraïne binnen te vallen, nam correspondent en Ruslandkenner Jelle Brandt Corstius afscheid van Rusland. Zijn nieuwe liefde werd Oekraïne, een land groter dan Frankrijk met een bevolking van 44 miljoen mensen. Toch kennen velen het land en haar inwoners nauwelijks. Ook Jelle had, net als veel andere journalisten en correspondenten, zijn blik altijd meer op Moskou gericht dan op Kyiv. In het zesdelige Van Moskou tot Maidan maakt hij kennis met Oekraïne, het land waar inmiddels alles en iedereen door de oorlog wordt geraakt.
Jelle spreekt bijvoorbeeld een meisje bij de onlangs gebombardeerde kunstacademie in Kyiv, ze zoekt haar eindexamenwerk in het puin. Een boer in de stad Kherson vertelt Jelle over het enorme wiel dat hij voor zijn tractor heeft hangen, dat hem beschermt tegen ontploffende landmijnen. En hij spreekt een zakenman die een celstraf van twintig jaar boven het hoofd hangt, omdat hij zou hebben samengewerkt met de Russen.
Jelle treft een land waar iedereen meehelpt in de strijd. Overal worden in verloren uurtjes camouflagenetten geknoopt. Het hout in de bossen in de Karpaten wordt naar de loopgraven gebracht. En in het centrum voor vluchtelingen uit Marioepol worden kaarsen gemaakt. Maar het land staat ook in de pauzestand, want wie gaat er nou trouwen, of een kind krijgen?