China is in Suriname uitgegroeid tot een economische grootmacht en verdrong oud-kolonisator Nederland. De mondiale expansiedrift van China is in Suriname goed zichtbaar: negentig procent van alle supermarkten in de hoofdstad Paramaribo is in handen van Chinezen. En Suriname heeft een torenhoge schuld aan hen door leningen, geschenken en investeringen. Ook in de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen die Suriname rijk is, zoals goud en hout, zijn Chinezen zeer actief. Met fatale gevolgen voor de inheemse bevolking en de natuur. Van ‘het nieuwe wilde westen’ diep in het ondoordringbare Surinaamse oerwoud tot natuurreservaat Brownsberg, overal ontmoet Ruben Chinese winkeliers, Chinese goudzoekers en Chinese goudhandelaren. Maar niet iedereen houdt de razendsnelle ontwikkelingen in China bij. Waar de een profiteert van de snelle vooruitgang, daalt de ander op de maatschappelijke ladder.
Of het nu gaat om goud, hout of winkels: Chinezen domineren hele sectoren van de Surinaamse economie. Ruben ziet de gevolgen overal.
winkeliers, goudzoekers en handelaren
In het kort: Suriname
Suriname, aan de noordkust van Zuid-Amerika, was van 1667 tot 1954 een Nederlandse kolonie en werd in 1975 echt onafhankelijk. De eerste Chinezen kwamen er als contractarbeiders in 1863, om te werken op de plantages, waar slavernij in 1873 zou worden afgeschaft. Hun nazaten wonen er nog, als een van de kleinere, relatief rijke etnische groepen. Sinds het begin van deze eeuw komen er ook 'nieuwe' Chinezen bij, aangetrokken door de mogelijkheden om geld te verdienen. Het regenwoud in Suriname was tot voor kort niet in gevaar, maar nu is de houtkap op gang gekomen en verwoest goudwinning de natuur. Chinezen spelen daar een grote rol bij.
Rubens ontmoetingen in Suriname
vuurwapens en verveling
'In het binnenland van Suriname vindt op vrij grote schaal ontbossing plaats, voor het hout en om goud te delven. Dat is dan legaal, tussen aanhalingstekens. Er worden vergunningen voor gegeven, maar daarvoor zijn dan wel mensen omgekocht. We gingen naar een plek die tegen een van de belangrijkste nationale parken aanlag, Brunsberg, want we hadden gehoord dat daar een Chinees goudzoekerskamp zat. Spannend, want zouden we mogen filmen? Ik ging er eerst alleen heen, even kletsen. En ze zeiden: "Natuurlijk, kom maar filmen." Dat vonden ze wel gezellig. We hebben zitten zuipen met die gasten. Ze verveelden zich, want ze konden niet werken. En dat kwam doordat hun methode van goudwinning, met het giftige cyanide, verboden was toen er een zakken van dat spul in het Brokopondo-meer waren gevallen.'
'Ze waren ook bewapend, dat lieten ze graag zien. Schieten deden ze alleen ter afschrikking, zeiden ze. Maar een van de mannen liet wel foto's zien van hun gewonde chauffeur, die was beschoten. Dit waren laagopgeleide mannen die zelf zeiden: wij komen niet mee met de ontwikkeling in China. Waar kunnen we ons geld mee verdienen? Wat in China niet meer mag, dit soort vervuilende goudwinning, mag op andere plaatsen in de wereld nog wel. Zoals in Suriname. Deze jongen met dat pistool hoopte hier genoeg te verdienen om te kunnen trouwen en een huis te kopen. Maar dat schoot nu dus niet op.'
verdienen aan illegale goudzoekers
'Deze vrouw heeft met haar man een winkel in Ronaldo, een nederzetting aan de Lawa-rivier, die daar de grens vormt met Frans-Guyana. Het wordt daar wel het Wilde Westen van Suriname genoemd, ook al ligt het in het zuidoosten. Dit echtpaar verkoopt spullen aan Brazilianen, die aan de overkant van de rivier illegaal op goudjacht gaan. Waterpompen, diesel, heel veel alcohol, quads... Die winkels, allemaal Chinese supermarkten naast elkaar, verkopen echt alles wat je maar kunt bedenken. Ze investeren echt tonnen om aan het einde van de wereld geld te verdienen. Dus dat is best wel riskant. Er is daar eigenlijk geen gezag. Ja, er lopen drie Surinaamse politieagenten met een AK-47, maar die zijn omgekocht.'
'Het is echt een gevaarlijke plek. We spraken er ook een Braziliaan die voortvluchtig bleek te zijn, die had moorden gepleegd. Maar de meeste mensen daar durfden niet met ons te praten. Ik deed de research, samen met Frederique Melman, en na een week kwamen we terug om te filmen. In de tussentijd was er weer iemand omgelegd. Zo'n plek dus.'