Een sociale huurwoning hoeft niet duur te zijn. Sterker nog, de huur van zo'n huis mág niet hoger zijn dan € 763,47 per maand. Maar daar koop je dus niks voor. Letterlijk. Het geld is elke maand gewoon weg. En tenzij je heel lang hebt gewacht - hoe lang? check het hier, maar ga eerst even zitten - of een urgentieverklaring op zak hebt, kom je niet eens in aanmerking voor zo'n woning.
Dan moet je in de vrije sector zijn, waar de huren per definitie hoger liggen. Duizend euro per maand is tegenwoordig heel normaal, en in Amsterdam is het zo'n beetje de ondergrens. Daar is dus helemaal niets te huur tussen de 764 en ruim duizend euro per maand. Wonderlijk toch?
Ook wonderlijk: voor diezelfde duizend euro per maand zou je ook de hypotheekrente en -aflossing kunnen betalen van een huis van zo'n drie ton, dat na dertig jaar helemaal van jou is. Maar dan moet je wel een hypotheekverstrekker vinden die dat ziet zitten. Gek genoeg zijn die er niet, maar er komt nu een proef om dat te veranderen.
Goed, als huurder heb je natuurlijk niet de onderhoudskosten die je als huiseigenaar wel hebt, maar daar staat tegenover dat je ook niet profiteert van stijgende huizenprijzen. En sparen voor een eigen huis is ook lastig als je elke maand duizend euro in die bodemloze put gooit.
In de tweede aflevering van Sander en de kloof zie je Naziha Hamdach. Ze werkt in de zorg, huurt voor 800 euro per maand een aftands woninkje van 30 vierkante meter en kan met haar salaris van 1900 euro bruto niets beters krijgen. Die zit dus klem.