In het Arabisch is Toeareg te vertalen als ‘zij die van het rechte pad zijn afgeleid’, maar over het ontstaan van die naam wordt al bijna net zo lang gediscussieerd als dat de Toeareg bestaan. Zelf houden ze het dus liever bij de ‘vrije mensen’ (Imouharen) of anders Kel Tamashek, simpelweg ‘mensen die Tamashek spreken’. Geen ander volk op aarde spreekt deze taal.
De geschiedenis van de Toeareg gaat ruim een millennium terug. Tussen de vierde en vijfde eeuw na Christus werden ze aan de hand van hun koningin Tin Han geleid van Marokko naar Algerije. Toen in de zevende eeuw Arabieren Noord-Afrika binnenvielen, vluchtten de Toeareg diep de woestijn in. Ze bekeerden zich op termijn tot de islam, maar wilden verder zo min mogelijk met de veroveraars te maken hebben en hielden mede daarom aan hun eigen taal vast.
Eeuwenlang leefden Toeareg in volledige afzondering in de woestijn. Als geen ander leerden ze omgaan met de extreme hitte en waterschaarste. Ze hielden vee en leidden een sober leven. In de loop van de Middeleeuwen gebruikten de Toeareg hun kennis daarnaast om karavanen te begeleiden, die door de Sahara trokken.
Strijdvaardigheid zit in het bloed van deze woestijnnomaden. Zelden waagden reizigers zich in het gebied van de Toeareg, want ze stonden niet bekend om hun gastvrije houding. Toen de Fransen rond 1900 Noord-Afrika koloniseerden, verzetten zij zich fel, maar zonder succes, tegen de nieuwe veroveraars. Zelf droomden de Toeareg ondertussen van een onafhankelijke staat: Azawad, een grensoverschrijdend gebied waar de nomaden vrij en naar hun eigen tradities kunnen leven.
(tekst loopt door onder kader)