'Dat nooit meer', Chris Kijne heeft het nu al vaker gehoord dan hem lief is.

Het slotoffensief van Assad en Poetin tegen de noordelijke provincie Idlib begon vorige week met een serie bombardementen op ziekenhuizen. Bombardementen met vatenbommen, ontworpen om zoveel mogelijk menselijke slachtoffers te maken.

Dat heet inmiddels ‘een gebruikelijke tactiek’.

En inderdaad, we hebben het al een paar keer eerder gezien. Dankzij de coördinaten die door NGO’s en hulpverleners in het veld braaf worden doorgegeven, om te zorgen dat alle partijen deze plekken volgens het oorlogsrecht kunnen mijden, begonnen ook de eerdere aanvallen op de steden Homs en Aleppo met Russische en Syrische bombardementen op ziekenhuizen en hulpverleners. Nu zijn alle burgers die eerder vluchtten voor die bombardementen samengepakt in dat laatste rebellenbolwerk. En krijgen alsnog de vatenbommen.

En wat zeiden we toch ook weer, na Homs en Aleppo? Dat nooit meer?

'Dat nooit meer' heeft vele betekenissen.

Chris Kijne

De beelden die ons nu uit Idlib bereiken roepen de herinneringen op aan die verzuchting, maar ook aan al die eerdere keren dat we het zeiden.

Guernica.

Rotterdam.

Dresden.

Sterker, dat hele oorlogsrecht dat nu door de Russen en het Assad-regime voor de zoveelste keer met voeten wordt getreden – en dat vermoedelijk bij ‘onze’ bombardementen op, pakweg, Raqqa, ook niet helemáál naar de letter is nageleefd – is vóórtgekomen uit Guernica, Rotterdam, Dresden en al die andere steden die in de oorlog in een vuurzee van brisantbommen verdwenen.

Maar ja, ‘dat nooit meer’ heeft vele betekenissen.

Want toen, op 3 oktober 1993, een Amerikaanse militaire ingreep in Somalië volkomen uit de hand liep en een gevangengenomen Amerikaanse helikopterpiloot naakt door de straten van Mogadishu werd gesleurd, besloot Bill Clinton ook: dat nooit meer.

Dat kostte vervolgens 800.000 Rwandezen en een niet gering aantal Joegoslaven het leven. De Rwandese genocide kwam zo kort na Somalië dat de Amerikanen er al helemaal niets mee te maken wilden hebben; tijdens de oorlog in Joegoslavië werd er pas aan de noodrem getrokken toen het voor de duizenden mannen van Srebrenica en vele andere burgerslachtoffers al te laat was.

een gebruikelijke tactiek

'Morale bombing' noemden ze het: tijdens de Tweede Wereldoorlog dropten zowel de geallieerden als de Duitsers talloze bommen op voor hen 'strategische' doelwitten. Dat wil zeggen, niet op vliegvelden of militaire installaties, maar op huizen, kerken, hele steden, om zo de bevolking te demoraliseren. En met honderdduizenden burgerdoden tot gevolg.

In deze uitzending van In Europa wordt teruggeblikt op het jaar 1945 en de wraak op de Duitsers. Bekijk de uitzending hier →

ingrijpen

En het ‘dat nooit meer’ van Clinton draaide twintig jaar later wéér 180 graden, tijdens de Arabische Lente in Libië. Daar stonden de troepen van Khaddafi in maart 2011 klaar voor een aanval op de stad Benghazi zoals Assad en Poetin nu voor Idlib. Om die massaslachting te voorkomen grepen de Amerikanen wél in. Niet in de laatste plaats op aandringen van Samantha Power, Obama’s vertegenwoordiger bij de VN, die nu net in Joegoslavië had meegemaakt wat Amerikaanse afzijdigheid kan betekenen.

Maar toen werd Libië op een andere manier een drama; op de Irak-manier. Het land viel in anarchie uiteen. Want alsof die Irak-oorlog er nooit geweest was, maakte Obama – hij noemde het zelf ooit de grootste fout uit zijn presidentschap – dezelfde vergissing als zijn voorganger George W. Bush: hij had geen plan voor het land na de oorlog.

Nu is dus Idlib aan de beurt. En kunnen we straks weer gaan verzuchten. Tenzij de kompasnaald van ‘nooit meer’ opnieuw een draai maakt.

Chris Kijne

Daarna begonnen de ‘dat nooit meers’ over elkaar heen te buitelen. Barack Obama had meteen alweer zijn bekomst van ingrepen in een ver land, dus toen de Syrische burgeroorlog uitbrak was hij niet te bewegen tot substantiële steun aan de volksopstand. En Vladimir Poetin had zijn eigen trauma te pakken.

Tijdens de val van Khaddafi was hij even president af en liet zijn plaatsvervanger Medvedev een beetje experimenteren met toenadering tot het westen. Zodat deze zich onthield van stemming in de Veiligheidsraad, waardoor de resolutie die ingrijpen in Libië mogelijk maakte, kon passeren.

Nooit meer, dat, dacht Vlad. Nooit meer zou Rusland het westen vrij spel geven voor regime change in het Midden-Oosten of waar ook ter wereld. Zodat alle resoluties die een internationaal ingrijpen in de burgeroorlog in Syrië zinvol hadden gemaakt en levens hadden kunnen sparen – bijvoorbeeld door het instellen van een no-fly zone in Noord-Syrië, ongeveer daar waar nu de vatenbommen op die ziekenhuizen vallen – stuk voor stuk een veto kregen. En zodat Poetin uit welbegrepen eigenbelang van het begin af aan nietsontziend het regime Assad ging steunen.

eindspel

En dus is nu Idlib aan de beurt. En kunnen we straks weer gaan verzuchten.

Tenzij de kompasnaald van ‘nooit meer’ opnieuw een draai maakt.

Poetin houdt nog in, de aanval op Idlib is nog niet in volle hevigheid uitgebarsten en volgens de Russen komt die definitieve aanval er ook niet . Eerst zien dan geloven. Want Poetin gokt nog één keer met de levens van de Syriërs. 

De samengepakte vluchtelingen en rebellen worden gebruikt als troefkaart in het eindspel dat hij speelt met de Turkse president Erdogan. Die is, tot nu toe, een sta in de weg bij het volledig realiseren van Ruslands doelstelling.

Want Erdogan is in oorlog met de Koerden, terwijl Poetin nu juist de Koerden nodig heeft om Assad weer definitief en zo stevig mogelijk in het zadel te hijsen. 

Dus vallen de vatenbommen eerst op de ziekenhuizen. Opdat de inwoners van Idlib zo bang mogelijk worden. En ze opnieuw in beweging komen, richting Turkije. Waar Erdogan al eerder miljoenen verschoppelingen de grens over zag komen. 

De laatste ontwikkelingen, het instellen van een bufferzone in Noord-Syrië, wijzen er op dat ook Erdogan nu denkt: dat nooit meer.

meer van de VPRO