Het slotoffensief van Assad en Poetin tegen de noordelijke provincie Idlib begon vorige week met een serie bombardementen op ziekenhuizen. Bombardementen met vatenbommen, ontworpen om zoveel mogelijk menselijke slachtoffers te maken.
Dat heet inmiddels ‘een gebruikelijke tactiek’.
En inderdaad, we hebben het al een paar keer eerder gezien. Dankzij de coördinaten die door NGO’s en hulpverleners in het veld braaf worden doorgegeven, om te zorgen dat alle partijen deze plekken volgens het oorlogsrecht kunnen mijden, begonnen ook de eerdere aanvallen op de steden Homs en Aleppo met Russische en Syrische bombardementen op ziekenhuizen en hulpverleners. Nu zijn alle burgers die eerder vluchtten voor die bombardementen samengepakt in dat laatste rebellenbolwerk. En krijgen alsnog de vatenbommen.
En wat zeiden we toch ook weer, na Homs en Aleppo? Dat nooit meer?