carbon credits: ‘waarom wordt Afrikaanse natuur gebruikt om Westerse uitstoot te compenseren?’
In gesprek met Amos Wemanya van Greenpeace Africa over de internationale koolstofkredietmarkt die volgens Amos een negatieve impact heeft op het Afrikaanse continent.
Tekst Sarah Bish Beeld Fien Leeflang, 3 april 2025
Carbon credits worden in de Tegenlicht-aflevering ‘Greed is green’ van afgelopen december onthaald als een mogelijke oplossing voor klimaatverandering. Geen grote systeemverandering, maar een keiharde kapitalistische oplossing: financiële waarde toekennen aan zaken die co2 uit de lucht halen, zoals natuurgebieden en gigantische co2-stofzuigers. De natuur is geld waard, zover werd duidelijk in de aflevering.
In theorie zijn carbon credits een win-win situatie: de co2-uitstoot vermindert, de natuur wordt beschermd én er stroomt geld van rijke landen, die veel vervuilen, naar arme landen die hun natuurgebieden kunnen verkopen. Grote vervuilers zoals Apple, Shell en H&M kopen op een internationale koolstofkredietmarkt (nu nog) vrijwillig carbon credits om zo hun co2-uitstoot netto te compenseren. Niet langer beschermen idealisten de natuur, maar het grote geld. Zoals emissiehandelaar Wouter Ablas in de Tegenlicht-aflevering zei: ‘Je kan lekker handelen in carbon credits: er wordt veel geld mee verdiend’.
Maar wat is het effect van de koolstofkredietmarkt op het Afrikaanse continent als natuurgebieden daar worden verhandeld aan de hoogste bieder? We vragen het aan Amos Wemanya van Greenpeace Africa, via een video-verbinding vanuit de Keniaanse hoofdstad Nairobi. Ik vertel hem over de goede dingen die ik heb gehoord over carbon credits, zoals natuurbescherming en wereldwijde co2-reductie.
vervuilers blijven vervuilen
Amos: ‘Carbon credits worden opgehemeld door overheden en bedrijven uit het Globale Noorden, maar deze positieve verhalen kloppen niet. Carbon credits zijn een vergunning voor vervuilers om te blijven vervuilen, onder het mom dat ze elders investeren in duurzame projecten. We hebben verschillende rapporten die erop wijzen dat bedrijven die handelen in carbon credits de uitstootreducties kunstmatig verhogen. In werkelijkheid hebben deze regelingen weinig effect op de co2-uitstoot.’
Amos’ uitspraak wordt ondersteund door het gerenommeerde wetenschapstijdschrift Science dat in 2023 een onderzoek publiceerde dat aantoont dat ruim 90 procent van de projecten die bedoeld waren om ontbossing tegen te gaan en als carbon credits werden verkocht, geen daadwerkelijke c02-reductie opleveren. Conclusie: de projecten overschatten hun co2-reductie ruimschoots.
Amos: ‘Deze bedrijven hebben de neiging om de uitstootreductie te overdrijven, omdat ze profiteren van de carbon credits die uit deze projecten worden gegenereerd. Naar mijn mening wordt met carbon credits uitstoot gestimuleerd, in plaats van ontmoedigd. Wat er namelijk écht moet gebeuren, is de uitstoot bij de bron stoppen.’
bewoners verjaagd
In de Tegenlicht-uitzending wordt gesuggereerd dat carbon credits zouden helpen om bossen te beschermen, bijvoorbeeld in Afrika. Amos is het hier niet mee eens. ‘In Afrika hebben we geen carbon credits en buitenlandse investeerders nodig om onze bossen te beschermen. Onze gemeenschappen doen dit namelijk al. Oorspronkelijke bewoners leven in deze bossen, doen aan natuurbescherming en halen er hun levensonderhoud uit. Daarnaast hebben wij in Afrika nauwelijks bijgedragen aan de klimaatcrisis, dus waarom wordt Afrikaanse natuur gebruikt om de uitstoot van het Globale Noorden te compenseren? De carbon credits zorgen in feite voor een nieuwe wedloop om Afrika. Buitenlandse overheden en bedrijven strijden om Afrikaanse grond onder het mom van bosbehoud en natuurbescherming.’
Ook de Afrikaanse schrijver Mohamed Adow schreef dat ‘carbon credits een nieuwe vorm van kolonialisme zijn die Afrika en het globale Zuiden opnieuw verandert in handelswaar, waaruit het globale Noorden waarde uit kan onttrekken’. Amos wijst op het feit dat voor het opzetten van de koolstofkredietmarkt in natuurgebieden meerdere Afrikaanse, oorspronkelijke bewoners zijn verjaagd. Zoals de Ogiek-gemeenschap in Kenia die jarenlang in het Mau-bos leefde en het bos beschermde. In 2023 verdreef de Keniaanse overheid de Ogiek-bevolking met geweld uit het bos om daar, volgens mensenrechtenadvocaten, carbon credit-projecten op te zetten.
En ook in Tanzania werd de Maasai-gemeenschap verjaagd uit het Ngorongoro-gebied voor carbon credits. Deze projecten worden vervolgens jarenlang gerund door buitenlandse bedrijven die carbon credits genereren en verkopen. Amos: ‘Maar de oorspronkelijke bewoners van natuurgebieden kunnen de natuur het beste beschermen! Kijk bijvoorbeeld naar nomadische veehouders. Wie kan beter adviseren over het beheren van vee in graslanden dan de veehouders die daar al generaties lang leven? Maar nu komen ‘experts’ en tussenpersonen met deze carbon credit-projecten, en vertellen zij veehouders hoe ze hun vee moeten beheren, zodat vervuilers elders carbon credits kunnen verkrijgen.'
verkapt kolonialisme
‘Koolstofmarkten zijn een gevaarlijke afleiding die een daadwerkelijke klimaatoplossing in de weg staan. Het is verkapt kolonialisme dat wordt verkocht als een klimaatoplossing. Het belooft honderden miljoenen dollars, maar als je kijkt naar wat gemeenschappen en regeringen in het mondiale Zuiden daadwerkelijk krijgen, zijn het slechts kruimels. We geven ons land aan buitenlandse bedrijven en voormalige koloniale machten die via de achterdeur terugkeren onder het mom van co2-reductie. Liberia heeft bijvoorbeeld zo’n tien procent van zijn landoppervlak verloren aan Blue Carbon, een carbon credits-project van de Verenigde Arabische Emiraten.'
Amos vervolgt: ‘Sinds 2022, na de klimaattop in Egypte, is er een hernieuwde focus op koolstofmarkten in Afrika. De Afrikaanse Koolstofmarktinitiatief beloofde Afrikaanse leiders dat ze hun bossen konden verkopen in plaats van financiële steun te blijven vragen aan rijke landen. Maar in werkelijkheid veranderen deze koolstofmarktinitiatieven de manier waarop onze gemeenschappen leven in negatieve zin.’
Wat Amos wil is dat het Globale Noorden (wij dus) nou eens haar verantwoordelijkheid neemt voor de klimaatcrisis. ’Door het opwarmende klimaat moeten gemeenschappen in Afrika zich staande houden tussen twee extremen. Enerzijds zijn er overstromingen door hevige regenval, waardoor families uit hun huizen worden verdreven en dierbaren verliezen. Anderzijds zijn er langdurige droogtes die gewassen en levensonderhoud vernietigen. Er is dus een dringende noodzaak om een oplossing te vinden voor de klimaatcrisis, vooral in Afrika, waar gemeenschappen in de frontlinie staan en hulp nodig hebben. Geen enkel land of gemeenschap kan de uitdagingen van de klimaatcrisis alleen aan, gezien de enorme omvang ervan. We hebben internationale solidariteit nodig.’
Er is volgens Amos maar één echte oplossing. ‘Het Globale Noorden moet haar uitstoot drastisch verminderen en daarnaast moeten ze levensreddende steun bieden aan de gemeenschappen die lijden onder een crisis waar ze zelf nauwelijks aan hebben bijgedragen. Dit is geen liefdadigheid, maar een kwestie van rechtvaardigheid’.
meer verhalen over duurzaamheid
-
- kijk aflevering ‘planeetkoelers’
- kijk aflevering ‘houtbouwers’
- lees artikel ‘vijf oplossingen voor fast fashion’
- kijk aflevering ‘advocaat van de aarde’
- lees artikel ‘zó kan samenleven met de natuur er over 100 jaar uitzien’
- lees artikel ‘de race om de superbatterij’
- kijk aflevering ‘boer van de toekomst'
- meer over duurzaamheid