het gaat goed met de Nederlandse bibliotheek en dat is goed nieuws voor het onderwijs

Uit cijfers van het CBS blijkt dat het goed gaat met de Nederlandse bibliotheek. Zo waren er afgelopen jaar onder andere meer activiteiten, meer leden, en meer uitgeleende boeken.

Tekst Emma van Haastert   Beeld Fien Leeflang

Nog niet zo lang geleden stonden bibliotheken door bezuinigingen onder grote druk - met een dieptepunt tijdens de coronacrisis. En dus besloot het vorige kabinet te hulp te schieten. Zo konden gemeenten in 2022 en 2023 geld aanvragen voor een nieuwe of betere bibliotheek. Er kwam een hernieuwing van de bibliotheekwet, waarin de belangrijkste maatschappelijke functies werden opgesomd. Plus: vanaf 2026 krijgen gemeenten een wettelijke zorgplicht, wat betekent dat iedere inwoner toegang moet krijgen tot een volwaardige bibliotheek. Koning Willem-Alexander nam het onderwerp zelfs op in zijn Troonrede vorig jaar. Hij pleitte toen dat bibliotheken op zo veel mogelijk plekken moesten terugkomen ‘als plek waar mensen kunnen leren, lezen en elkaar ontmoeten.’  

En dat lijkt nu dus te gaan lukken. Ondanks dat het aantal bestaande bibliotheken wat is gedaald, stemmen de cijfers ín de bibliotheken hoopvol. Zo werden vorig jaar 32 procent meer activiteiten georganiseerd dan het jaar ervoor en steeg het aantal leden met 5 procent. Daarnaast werd, alleen al in 2023, 53.6 miljoen keer een boek uitgeleend (dat is een stijging van zo’n 23 procent ten opzichte van 2020). Die stijging was bij jeugdboeken het grootst. Van de jongeren onder de achttien jaar is inmiddels bijna 70 procent lid van de bibliotheek. Goed nieuws, dus. En niet alleen voor de sociale cohesie

nederlandse jongeren (on)leesvaardiger

De gemoederen laaiden hoog op, toen uit het internationale PISA onderzoek van 2023 bleek dat het met de leesvaardigheid van 15-jarige kinderen in Nederland bijzonder slecht gesteld is. Niet alleen liep een derde van de Nederlandse 15-jarigen het risico laaggeletterd het onderwijs te verlaten, het niveau was ook nog eens verder gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. In Tegenlicht-aflevering Nederland bij de les kwam daarbij naar voren dat de kwaliteit van het Nederlandse onderwijssysteem onder grote druk staat. Bibliotheken kunnen hierin een helpende hand bieden, door de massale ontlezing van jongeren tegen te gaan.  

Zo is inmiddels in de wet verankerd dat ieder kind onder de 18 jaar gratis lid kan worden van de bibliotheek. Daarnaast probeert de bieb met ludieke acties jongeren verder naar zich toe te trekken. En dat is dus niet voor niets. Uit onderzoek is gebleken dat tienjarige leerlingen die vaker voor het plezier buiten school lezen, beter kunnen lezen dan leerlingen die dit niet doen. Daarnaast loont een vroege start: kinderen die tussen hun tweede en negende levensjaar beginnen met (voor)lezen voor plezier, ontwikkelen uiteindelijk betere cognitieve vaardigheden en zijn over het algemeen mentaal gezonder. Kinderen die op hun tiende regelmatig een boek openslaan, presteren op zestienjarige leeftijd beter op woordenschat, spelling en rekenen. Daarnaast blijkt het leesgedrag van kinderen de cognitieve prestaties sterker te beïnvloeden dan het opleidingsniveau van de ouders. Een win-winsituatie, omdat op deze manier de nijpende kansenongelijkheid in het Nederlands onderwijssysteem enigszins kan worden beperkt.  

Scholen haken hier al vrolijk op in, door samenwerkingen aan te gaan met bibliotheken. Zie bijvoorbeeld deze school in Amstelveen, waar leerlingen door de komst van een bibliotheek op school weer aan het lezen sloegen. In Amsterdam is al een plan gepresenteerd om op iedere basisschool, middelbare school en mbo een bibliotheek te realiseren, om de leesvaardigheid te verhogen.

‘in de bibliotheek ben ik voor altijd veranderd’

Gunay Uslu, voormalig staatssecretaris Cultuur en Media, is degene die zich sterk maakte om extra geld naar bibliotheken te sturen. Zij haalde bij de presentatie van haar plan een quote van schrijver Murat Isik aan, die met zijn boek ‘Wees Onzichtbaar’ in 2018 de Libris Literatuurprijs won. ‘In de bibliotheek ben ik voor altijd veranderd’, zegt hij. Als zesjarig jongetje met een leesachterstand sleepte zijn moeder hem mee naar een bibliotheek in de Amsterdamse Bijlmer. Door het verslinden van die boeken, verbeterde in korte tijd zowel zijn leesachterstand als taalniveau. Isik noemt de bieb ‘de kiem van zijn schrijverschap’. 

Natuurlijk kan de bibliotheek in haar eentje de problemen in het Nederlands onderwijssysteem niet oplossen, laat staan dat er een consensus zou bestaan over wat het beste plan van aanpak is. Maar dat het goed gaat met de Nederlandse bibliotheken lijkt toch een hoopvol begin. Nu maar duimen dat de erfenis van het vorige kabinet met de nieuwe kabinetsplannen standhoudt.