Carbon credits: de Tikkie in de strijd tegen koolstof (in theorie)
Carbon credits moeten een belangrijke rol gaan spelen in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Wat zijn het precies en waarom zijn ze zo belangrijk?
Tekst Daan Kuys Beeld Nova van Campen, 5 december 2024
In de Bijbel van het klimaatepos, het Parijsakkoord, staat in artikel 6:
‘Een mechanisme ter bijdrage aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen [..] wordt hierbij ingesteld onder de autoriteit en begeleiding van de Conferentie [...] Het zal worden toegezien door een orgaan dat is aangewezen door de Conferentie van de Partijen.’
Vrij vertaald zegt deze diplomatenspeak dat het mogelijk moet zijn voor landen om te handelen in broeikasreducties. Als het ene land haar doelen niet haalt, kan het elders ‘credits’ kopen van andere organisaties die het is gelukt om extra broeikassen te reduceren. Dit stukje marktwerking moet helpen kapitaal te verplaatsen naar een plek waar goedkoop en snel broeikasgassen verminderd kunnen worden. Een wereldwijde markt voor carbon credits werd geboren.
Nu gaan bij veel linkse cynici de nekharen overeind staan als ze het woord ‘marktwerking’ horen. Toch is het niet zo’n gek idee om het reduceren van broeikasgassen soepeler te laten lopen door middel van handel. Het is een beetje zoals met Tikkie. Het maakt het proces van afrekenen een stuk soepeler en sneller. Want de één heeft alleen cash, de ander heeft momenteel helemaal geen geld, en een derde wil graag eerst een debatavond over wat iedereen gegeten en gedronken heeft. Met Tikkie kun je dat later alsnog verrekenen, maar er wordt in ieder geval direct betaald. Of in het geval van de klimaatcrisis: broeikasgassen gereduceerd.
de praktijk is weerbarstig
Een prachtig idee natuurlijk, maar zoals uitvinder Thomas Edison al zei: ‘Succes is 1 procent inspiratie, en 99 procent transpiratie.’ Op dit moment is de CO2-compensatiemarkt weinig meer dan een schimmige plek voor oplichters, die je willen doen geloven dat je prima kunt blijven vliegen als je online een vinkje zet bij ‘plant boom’.
In een recent onderzoek onderzochten wetenschappers eenvijfde van alle CO2-compensatieprojecten. Zij concludeerden dat slechts 16 procent van de carbon credits daadwerkelijke emissiereducties representeerde. De rest viel in de categorie ‘Vliegen? Boompje!’.
Het is het grote probleem van de carbon credits. Welke projecten vermijden nu echt broeikasgasuitstoot, die anders gewoon de lucht in was gegaan? Kan iedereen te pas en te onpas verkondigen een boom of bos te gaan kappen, tenzij er goed voor wordt betaald? Kan Shell zichzelf opheffen en met de uitstoot die dat zou besparen nog een laatste keer een gigantische financiële slag slaan? Kunnen duurzame energiecoöperaties van burgers straks geld verdienen omdat zij hun buurt vroegtijdig van het gas hebben afgesloten?
Er zal dus nog een hoop gezweet moeten worden om duidelijke afspraken te maken over wat precies ‘vermeden uitstoot’ is en wie daar op gaat toezien. Precies dat gebeurde op de laatste COP in Bakoe. Daar werd de mondiale koolstofmarkt nieuw leven ingeblazen door precieze afspraken en boekhoudregels overeen te komen. De handel zou in 2025 al kunnen beginnen, onder toezicht van de Verenigde Naties.
Goed boekhouden was voor het voortbestaan van onze samenlevingen in huidige vorm nog nooit zo belangrijk. ‘De nieuwe regels zijn een begin, maar het risico op misbruik blijft nog steeds aanwezig,’ zei Injy Johnstone, een onderzoeksmedewerker aan de Universiteit van Oxford over de koolstofmarkt tegen de Guardian. ‘We moeten proberen te leren van de fouten uit het verleden.’
Het Europese succes
Overigens zijn eerdere koolstofmarkten niet enkel jammerlijk mislukt. Sterker nog, het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) is eigenlijk best wel een succes. Dat is ook een koolstofmarkt, maar dan eentje waar de Europese industrie verplicht aan moet meewerken. Momenteel geldt die voor circa Europese 11.000 fabrieken en andere installaties. Die mogen elk jaar opnieuw minder uitstoten, maar wel onderling uitruilen. Zoals je in de grafiek hieronder ziet: hun totale uitstoot is al jaren aan het dalen.
Vanaf 2027 komt er een tweede ETS voor de bebouwde omgeving, transport en de zeevaart. Daardoor zal zo’n 80 procent van alle uitstoot in de Europese Unie onder een ETS-systeem komen te vallen.
Er zal natuurlijk nog genoeg te klagen te zijn. Over dat het niet snel genoeg gaat. Over de schandalen die ongetwijfeld nog zullen komen. Over dat rijke landen en bedrijven op deze manier hun reductieverplichting kunnen afkopen of uitstellen. Het is afwachten hoe de nieuwe afspraken en boekhoudregels voor de vrijwillige koolstofmarkt in de praktijk gaan werken.
Dát het kan, bewijst Europa, waar elk land z’n eigen emissieautoriteit heeft die de strenge boekhoudverplichtingen voor de industrie handhaaft. Stel je voor dat zoiets gaat werken op wereldwijd niveau. ‘Het klimaat’ is voor de gemiddelde burger nooit een reden geweest om in actie te komen. Maar áls de koolstofmarkt goed werkt, dan heeft de gehele wereldbevolking ineens een diepgaande motivatie - geld - om broeikasgassen uit de atmosfeer te halen. Wel zo handig als we dan gewoon een tikkie kunnen sturen.
meer verhalen over de samenleving
-
- lees artikel ‘vervoersarmoede steeds groter probleem in Nederland’
- kijk aflevering ‘kloofdichters’
- lees artikel ‘zo rekent Frankrijk af met autobesitas’
- lees artikel ‘Trans en een kinderwens: wat is er mogelijk?’
- luister podcast ‘waar zijn alle heroïnegebruikers gebleven?’
- lees artikel ‘zo kan ecopopulisme het klimaat en de democratie redden’
- kijk aflevering ‘rebranding migration’
- meer over samenleving