hoe het huishouden het kapitalisme ongezien in stand houdt
Het kerngezin, met een werkende vader en een zorgende moeder, kwam het kapitalisme wel érg goed uit. Inmiddels is het huishouden een van de weinige plekken geworden waar zorg nog gratis plaatsvindt - en dat is een probleem. Aan de hand van Alva Gotby’s ‘They Call It Love’ tonen we waar de schoen precies wringt.
Tekst Emma van Haastert Beeld Fien Leeflang, 8 januari 2025
Een gezellig heterostel dat woont binnen de vier muren van de eengezinswoning. Huis, boom, beest. Én een biologisch kind. Of twee. Het thuis als veilige haven in een onvoorspelbare wereld. In principe niets mis mee, toch? Ontmoet: het kerngezin.
In Tegenlicht-aflevering ‘De moeder van alle mythen’ zie je dat het kerngezin nog niet zo lang bestaat. Als gezinsvorm floreert het pas een aantal generaties, toen het kapitalisme het huishouden binnendrong. Kort door de bocht: na de industriële revolutie ging ‘vader’ het huis uit om te werken, ‘moeder en kinderen’ bleven thuis, waar de vrouw de onbetaalde arbeid verrichte (koken, voeden, wassen) die al het andere mogelijk maakte. Hiervoor was het een stuk normaler dat mensen in grotere verbanden en met meerdere generaties bij elkaar samenleefden.
De tijden zijn opnieuw veranderd: tal van vrouwen kregen de mogelijkheid om buiten de deur carrières op te bouwen. Al groeide bínnen het huishouden die vrijheid niet in dezelfde mate mee. Het ‘moederinstinct’ is een volhardende mythe, waardoor een groot deel van de zorg alsnog op moeders schouders rust. Natuurlijk zijn er zat lieve mannen die de zorg voor de kinderen graag op zich nemen, maar de traditie van het kerngezin schud je niet zomaar van je af.
kapitalisme is seksisme
Een grote paradox. Niets zo ogenschijnlijk vrij van kapitalisme als het huishouden. Niets zo belangrijk voor de instandhouding van het kapitalisme als het huishouden. Zonder de zorg die binnenshuis plaatsvindt, zou het kapitalistisch systeem gewoonweg omvallen. Maar omdat we het huishouden blijven zien als plek om juist bij te komen van ‘die harde buitenwereld’, blijven we in een ongelukkige houdgreep met precies datgene wat ons zo afhankelijk maakt.
Wanneer zorg wél wordt betaald, wordt deze stelselmatig ondergewaardeerd. Voor magere lonen huren we schoonmakers in, besteden we de zorg voor de kinderen uit, om zelf naar werk te kunnen in de hoop daar eerlijk(er) betaald te worden. Kortom: zij die profiteren van het kapitalistisch systeem, zijn degenen die op het werk van de schouders onder hen rusten. Hier komt het fenomeen van negatieve solidariteit om de hoek kijken. Thuisblijfmoeders die neerkijken op vrouwen die fulltime werken, omdat ze een slechte moeder zouden zijn. Werkende vrouwen die thuisblijfmoeders een gebrek aan ambitie verwijten. Eigenlijk zijn beiden slachtoffer van dezelfde seksistische structuur. Ingebed in het kapitalistisch systeem.
Naast dat zorgende beroepen, geassocieerd met ‘vrouwelijkheid’ vrijwel altijd worden onderbetaald, zoals verpleging, onderwijs en kinderopvang, wordt ook het werk dat vrouwen thuis doen, nauwelijks op waarde geschat. Tegen moeders die twijfelen over het geven van borstvoeding wordt nog steeds vrolijk geadviseerd dat ‘borstvoeding gratis is.’ Berekend is dat een jaar borstvoeding geven 1800 uur kost. Dat staat gelijk aan een fulltimebaan met 35 vakantiedagen.
de vrouw als eeuwige kameleon
De keuze om een gezin te starten wordt gezien als een hyperpersoonlijke keuze, terwijl het ook een wijdverbreid ideaal is om na te streven. Dit toont de ambiguïteit van het onderwerp aan - door de keuze om een gezin te starten persoonlijk te maken, maak je het ook apolitiek, en dus minder vatbaar voor kritiek.
Al zijn we buiten de muren van ons huis nog zo strijdvaardig, wat bínnen het huishouden gebeurt blijft daar, zo zou je het kunnen stellen. En daar zit een keerzijde aan, omdat op die manier hardnekkige mythes blijven doorsudderen. Bijvoorbeeld die van de moeder als inherent zorgende vrouw. Dat is geen werk, geen keuze, het zit in haar natuur. Vrouwen die het moederschap niet bevalt? Die zijn onnatuurlijk, of ronduit slecht. Een zorgende vader? Jackpot! Daar moet je juist dankbaar voor zijn.
En dan nog iets. Wanneer we binnen het kerngezin voor elkaar zorgen, noem je het plots geen werk meer, maar liefde. Vrouwen zijn de ultieme liefdes-experts. Als emotionele wezens peilen ze hoe iedereen zich voelt, en in hun overstromende golven van liefde kussen ze de wonden van de rest van het gezin. Dat dit iets is dat aangeleerd is, iets dat bovendien energie kost en mannen net zo goed zouden kunnen, is moeilijk te beargumenteren wanneer we het liefde blijven noemen.
Een werkende vrouw bevindt zich dus in een spagaat. Ze moet én een carrièrevrouw zijn, een goede moeder, een goede partner. Niet te lief op werk, want dan wordt ze niet serieus genomen. Niet te afstandelijk thuis, want dan is ze geen goede moeder. De vrouw als ultieme kameleon, als kampioen evenwichtsbalk. Zelfs vrouwen die geen moeders zijn, worden gezien als vrouwen die dat wel zouden kúnnen zijn. In organisaties wordt eerder van hen verwacht dat ze goed zijn in emotionele taken en het bewaken van de sfeer.
bang om alleen te sterven
Het huishouden is in die mate de plek geworden waar ‘zorg’ plaatsvindt, dat het lastig is buiten deze structuur op eenzelfde manier voor elkaar te zorgen, of diezelfde zorg te krijgen. Mensen zonder kerngezin vallen dus buiten de boot. Denk bijvoorbeeld aan hoe de angst om alleen te sterven genoeg reden kan zijn om een gezin te willen starten. De andere kant van de medaille: de mythe dat de emotionele behoeftes van een kind enkel door de primaire ouder kunnen worden vervuld. Dit maakt alleenstaande ouders extra kwetsbaar, omdat veel zorg van buiten vragen ongewoon is of al snel schuldgevoelens aanwakkert.
Je zou het kerngezin ronduit discriminerend kunnen noemen, omdat het optimaal werkt als aan de kaders wordt voldaan. Ieder die daarbuiten valt, zal noodgedwongen andere vormen moeten vinden om aan de noodzakelijke zorg te komen. Dat kost extra energie, tijd en geld, waardoor het een stuk lastiger wordt om je staande te houden binnen de ratrace van de maatschappij. We noemen: alleenstaande mensen met kind, alleenstaande mensen zonder kind, queers, mensen met verbroken familiebanden en andere gemarginaliseerde groepen in de samenleving.
de afhankelijke man
Het stereotype van de afhankelijke vrouw mag bij dezen de prullenbak in. Onlangs verscheen een groot onderzoek naar sekseverschillen wat betreft afhankelijkheid van vaste relaties. Wat blijkt? Als het gaat om heterorelaties is een vaste relatie een stuk belangrijker voor een man dan voor een vrouw. Waarom? Je raadt het misschien al. Vrouwen zorgen vaker voor praktische zaken in het huis. En: mannen in een vaste relatie zijn beter in staat om zich kwetsbaar op te stellen en emoties te delen.
Nog een publicatie: ‘Wie samenwoont met een vrouw heeft een langere werkweek dan wie samenwoont met een man’. Bij (hetero)stellen die samenwonen, besteden mannen gemiddeld meer uren aan betaald werk dan vrouwen, en vrouwen besteden meer uren aan het huishouden en de kinderen. Zelfs wanneer gelijkwaardigheid hoog op het lijstje van het stel blijkt te staan, gebeurt de beoogde verdeling niet. Hoe dat komt? Een socioloog noemt het een ‘massa-toneelstuk’. We zijn zo gewend aan onze genderrollen, dat het makkelijker is om te conformeren aan hetgeen je meekrijgt van de maatschappij, dan ertegenin te gaan.
Kapitalisme is niet alleen seksisme, het is nog zo veel meer. Het is ook racisme, als je ziet dat het witte vrouwen een stuk gemakkelijker afgaat om die beoogde carrière te bereiken, omdat ze zich in de geprivilegieerde positie bevinden om zorg uit te besteden. Kapitalisme is gender-conform. Het teert op onbetaalde of ondergewaardeerde ‘zorgende’ vrouwelijkheid. Kapitalisme is heteronormatief. Het verlekkert de structuren waarop het ooit is gehuisvest, terwijl het zichzelf uit het huishouden heeft weggetoverd.
hoe kan het dan wel?
Het bitterzoete is, zoals Alva Gotby schrijft, dat gemarginaliseerde groepen ons altijd al de goede weg op hebben gewezen, omdat zij nooit in de bestaande structuren hebben gepast. Ze tonen inherent verzet - door wie ze zijn en de keuzes die ze maken. Denk aan de queer-gemeenschap, die ons wijst op andere vormen van liefhebben. Denk aan de gemeenschappen die kwetsbare groepen met elkaar vormen. De safe spaces die ze met elkaar creëren, om elkaar de zorg en liefde te geven die de wereld hen ontbeert.
Om de mythe van het kerngezin écht te ontmantelen, moeten we gespitst zijn op alle structuren die het kerngezin in stand houden. Het idee is niet om liefde af te schaffen, of het kerngezin simpelweg van tafel te vegen. Maar door scherp te kijken naar hoe het gezin is gevormd zoals het is, kunnen we denkrichtingen ontwikkelen die fundamenteel anders zijn.
Maak van zorg weer iets collectiefs - om te delen en verdelen – en zie wat de ander écht nodig heeft. Zo wordt het huishouden ontlast van de klappen die het moet opvangen, als afvoerputje van een wereld waarin winst belangrijker is dan zorg.
They Call It Love: The Politics of Emotional Life kwam uit in 2023 en is geschreven door Alva Gotby. Ze heeft een PhD van de University of West London en schrijft over feministische theorie, sociale reproductie, huisvesting, emoties en familie. They Call It love is haar eerste boek, waarin ze vanuit feministisch perspectief onderzoekt hoe in de naam der liefde al het onbetaalde werk wordt verschaft om de samenleving draaiende te houden. Ze pleit dan ook voor een radicale herstructurering.
meer verhalen over de samenleving
-
- lees artikel ‘vervoersarmoede steeds groter probleem in Nederland’
- kijk aflevering ‘kloofdichters’
- lees artikel ‘zo rekent Frankrijk af met autobesitas’
- lees artikel ‘Trans en een kinderwens: wat is er mogelijk?’
- luister podcast ‘waar zijn alle heroïnegebruikers gebleven?’
- lees artikel ‘zo kan ecopopulisme het klimaat en de democratie redden’
- kijk aflevering ‘rebranding migration’
- meer over samenleving