Ook het werk bij de rozenkwekerij was voor Gosia even wennen. ‘Als je in Nederland komt werken als seizoenarbeider, dan werk je eigenlijk de hele week. Als een slaaf. Ik was niet gewend zo hard te werken, ik had daarvoor alleen maar gestudeerd. Nu stond ik elke dag om vijf uur ’s ochtends op en werkte ik door tot zes uur in de avond. Ach, ik was jong en verdiende wat, dus ik had niet te klagen. Maar in die kas werkten ook een hoop oudere mensen en ik kan je vertellen: die zagen er niet zo best uit, overwerkt en moe.’
Na zes weken hard werken keerde Gosia weer voor een jaar terug naar Polen. ‘Daar merkte ik dat het steeds rustiger werd in ons stadje, Lubliniec. Dat ligt ongeveer op twee uur rijden van Krakau. Veel Polen gingen in die periode naar het buitenland of naar de grote stad om een beter leven elders op te bouwen. Ik zag steeds minder mensen die ik nog kende. Vroeger was dat anders. Toen ik jong was, woonden er meer jonge gezinnen in Lubliniec.’
Gosia moet gelijk denken aan hoe het voor ouders moet zijn geweest. ‘Het was dat ik toen niet beter wist, maar als ik mijn situatie nu vergelijk met die van mijn ouders dan heb ik het makkelijk. Met kleine kinderen, dan kom je altijd iets tekort denk ik…