De inwoners van Białowieża en de jongeren van de boswachtersschool zijn de bemoeienis van activisten en Brussel rondom het oerbos goed zat. In een klein dorp, iets zuidelijker, wordt Dore warm onthaald door een PiS-burgemeester en zijn gezin. Er is eten, muziek en een nietsontziend nationalisme.

Het enige overgebleven oerbos van Europa ligt in Polen. En de spanningen rondom dit bos zijn de afgelopen jaren flink gestegen. Dore reist in deze aflevering van haar familiehuis in Oświęcim naar Bialowieza in het oosten van Polen. Om te spreken met verschillende belangengroepen en uit te zoeken waar die spanning vandaan komt.

De boswachtersschool waar Dore op bezoek gaat, ontfermt zich al jaren over de bescherming van het oerbos. Door de school en haar studenten wordt het bos op zo’n manier beheerd, waarbij ingrijpen in de natuur een belangrijke rol speelt. Maar daar is lang niet iedereen het mee eens… Hoe staan de inwoners van Bialowieza en milieuactivisten daar tegenover?

Het kleine dorpje Jezowe dat Dore daarna bezoekt in deze aflevering, ligt ook in oostelijk Polen. Waar PiS-burgemeester Marek Stępak met Dore in gesprek gaat over de hoop die de PiS-partij hem heeft gegeven voor oost-Polen. Volgens hem wordt er eindelijk in het oosten van het land geïnvesteerd.

Er is onlangs iets belangrijks gebouwd langs Jezowe dat die vooruitgang aantoont. Marek wil dat dolgraag aan Dore laten zien, voordat ze bij zijn familie aan de eettafel aanschuiven voor het Allerheiligen-diner. 

verderop: het familiediner bij de burgemeester

Allerheiligen

Allerheiligen (Wszystkich Świętych) is een katholieke 'viering van de doden'. Het wordt in Polen ieder jaar gevierd op 1 november en geldt als een belangrijke dag voor veel Polen. Waarop zij overleden familieleden en andere naasten herdenken.

De Znicz-kaarsen zijn een belangrijk onderdeel van het Allerheiligen-feest en een eeuwenoude traditie in Polen. Elk jaar geeft Polen ongeveer een miljard złoty (235 miljoen euro) uit aan zo'n 300 miljoen van dit soort grafkaarsjes.

Goudse kaas en jenever in Jezowe

In Polen geldt: als je de drempel over bent kom je in een wereld vol warme mensen. Maar kom die drempel maar eens over. Researcher Michiel Driebergen weet daar alles van.

'Het was niet eenvoudig in Jezowe, het dorp in het zuidoosten van Polen, waar we graag wilden filmen omdat regeringspartij PiS er zo populair is. Zo haalde president Andrzej Duda er in 2015 maar liefst 92% van de stemmen. Oftewel, in dit dorp koos iedereen voor PiS. Waarom? Wat zijn dat voor mensen? Hoe zien ze de wereld? Jezowe is een lastig dorp voor een researcher. Het is er lieflijk, maar een café ontbreekt, bij de supermarkt was men niet in de stemming en de bewoners leken zich te hebben verstopt in hun huizen ver achterop het erf.'

'Gelukkig ontving de vice-burgemeester me hartelijk in het bescheiden dorpshuis, met koffie. Hij vertelde me honderduit over de geschiedenis van Jezowe, over Poolse tradities en over hoe het dorp zich langzaam maar zeker ten goede ontwikkelt. Wat filmen betreft moest ik bij de burgemeester zijn, maar die was druk want de schoolbus moest gerepareerd. Dus als je echt interesse hebt kom je morgen maar terug.'

(klik op 'open' om verder te lezen)

Inwoner van Jenowe

'In dit dorp koos iedereen voor PiS. Waarom? Wat zijn dat voor mensen?'

'Tot zijn verbazing - zo merkte ik - kwam ik de volgende dag inderdaad terug. De burgemeester was nog steeds druk maar vriendelijk. Hij vertelde over de nieuwe autoweg naast het dorp, die dankzij de regering wordt aangelegd en die Jezowe eindelijk zou verbinden met de wereld. De vorige regering vond die weg niet nodig, sprak hij verontwaardigd. Ik ontving een cd van het dorpskoor; prachtige volksmuziek. Toch merkte ik aarzeling. Filmen? Prima, maar kom eerst nog maar eens terug.'

'Ik brak m'n hoofd over hoe ik deze eerbiedwaardige dorpelingen dichter kon naderen. Mijn vriend Fred, een Nederlander die al jaren in Polen woont en werkt, raadde me aan geschenken mee te nemen; als geste, als blijk van goede wil. En om ook iets van onze tradities te laten zien, vulde ik in gedachten aan. Het werd Goudse kaas en jonge jenever. Het volgende gesprek met de burgemeester ging over het katholieke geloof, over de feestdagen en over het ritme van het kerkelijk jaar. Over wat wij kwijt zijn en zij nog hebben. Poolse 'liberale' media komen ook weleens filmen, vertelde hij, om vervolgens Jezowe neer te zetten als arm en achterlijk dorp. Ofwel, voor veel journalisten is traditie iets om je mee om de oren te slaan.'

'Ik begreep de terughoudendheid van de dorpelingen. De herdenkingsmunt, die de burgemeester speciaal had laten slaan (!) ter ere van het 1050-jarige viering van de kerstening van Polen en die hij mij plechtig overhandigde, voelde als groot geschenk. Pas na een laatste telefoongesprek was de drempel geslecht, letterlijker dan ik had gedacht. De burgemeester nodigde ons uit om bij hem thuis te komen filmen, tijdens Allerheiligen, niet alleen het mooiste maar ook het meest intieme feest van het jaar. Het is de dag waarop de overleden voorouders worden geëerd.'

'Terwijl buiten duizend kaarsen dansten op de graven, sprak Dore binnen met de burgemeester en zijn familie, met warmte en zonder taboes.'

Dore achter de schermen

Tijdens de opnames van Moja Polska! werd keer op keer duidelijk hoe gevoelig de inwoners van Polen tegenover de media staan. In deze tweede aflevering ontmoeten we een bijzondere gids in het oerbos van Białowieża, die aanvankelijk ook weinig moet hebben van de camera’s. Dore vertelt over hun eerste kennismaking.

‘Iedereen zei tegen ons: ‘’wat je ook gaat doen, je moet even een wandeling maken door het oerbos. Ook al film je er niets, je moet even gaan kijken.’’ We namen toch een camera mee, want het zou van de zotte zijn als je iets ziet en je kan het niet filmen. Daar kwamen we de gids tegen.'

'Hij had een paar weken daarvoor met een Poolse cameraploeg meegewerkt en daar was hij nog steeds ontdaan van. Die ploeg was echt pro-regering en voor zijn gevoel hadden ze zijn verhaal compleet verdraaid. Toen hij hoorde dat er een cameraploeg uit het westen zou komen, brandde hij meteen los. Ik dacht echt dat-ie een hartaanval zou krijgen. Hij was zo vurig over hoe belangrijk het was dat we naar hem luisterden, dat er allemaal sappen uit zijn gezicht kwamen.’

‘In Polen heb je of de publieke- en staatsmedia, of de commerciële media. En dat zijn twee kemphanen die vechten voor hun eigen politiek. Wie je ook spreekt, bijna iedereen heeft slechte ervaringen met de media. Daarom zijn veel Polen zo huiverig. Ze zijn bang om steeds weer verkeerd geportretteerd te worden. Maar wij hebben gemerkt: als ze mee willen doen, dan geven ze zich ook helemaal.'

'Dus toen we de gids vertelden dat-ie zijn verhaal mocht doen, haalde hij van alles uit de kast. In het bos haalde hij een koffiekopje uit zijn rugzak en zette het volle kopje koffie op een paddenstoel. Zijn idee was dat de natuur, de koffie in dit geval, niet zonder de mens kan. Zonder het kopje vloeit alle koffie op de grond. Hij staat echt tussen de boswachters en de hardcore ecologen in: hij wil gewoon dat ze samenwerken om het oerbos in goede staat te houden, maar ze zijn zo koppig.’

meer verhalen van Dore? Luister verderop naar Dore die voorleest uit haar boek Mijn Poolse huis

van wie is het oerbos?

'De bomen waren nog kaal, maar de klepperende ooievaar, de hamerende specht en een eerste rondzoemend bijtje kondigden de lente aan. Het dorpje Bialowieza had zich verscholen tussen de de eeuwenoude eiken en de hoge sparren, zo leek het, om zich te beschermen tegen het conflict dat over de hoofden van de inwoners heenraasde.'

Researcher Michiel Driebergen wilde naar het oerbos omdat hij er eerder geweest was, om voor het VPRO-programma Bureau Buitenland verslag te doen van de ruzie rondom de kap van bomen bij het oerbos. 'De regering zei dat dat nodig was om zo een klein beestje, de letterzetter, die de bast van sparren aanvreet, z’n verwoestende werk onmogelijk te maken. Natuuractivisten protesteerden. Zij beschuldigden de regering ervan geld te willen verdienen met de houtverkoop en eisten dat de kap onmiddellijk zou stoppen. De mens moet zich niet bemoeien met het laatste stuk oerbos van Europa, vinden ze.'

'De oppositie en Brussel stelden zich achter hen op, waarmee het conflict rondom Bialowieza een ruzie werd tussen Warschau en de EU. De lokale bewoners van Bialowieza waren allang uit het oog verdwenen, had ik gemerkt toen ik een boswachter interviewde die betrokken was bij de kap. Wat je ook van het conflict vindt, het is wonderlijk dat de man nauwelijks aan het woord kwam in de media. De activisten overigens wel, ruimschoots, in elk artikel dat er over de ruzie verscheen.'

'De directrice wees op de door knaagdiertjes omgevallen bomen: het is een zooitje in het bos'

'De boswachter verdedigde zijn beleid, en lichte ook een tipje van de sluier op over de lokale cultuur rondom de boswachterij. Er is een boswachterskoor, vertelde hij, waar hij lid van was, samen met nog een twintigtal mannen-met-snorren, en er is een school waar al honderd jaar piepjonge Polen tot boswachter worden opgeleid.'

'Als researcher ontmoette ik met het hoofd van het boswachterskoor, een kleine man met een groot hart, die zo’n vijftig jaar het bos had onderhouden en daar trots op was. “In Brussel weten ze niks van bomen”, zei hij fel. De jonge, wonderschone dirigente, die het mannenkoor in het gareel hield en opvoedde als haar kinderen, vertelde honderduit over de eeuwenoude cultuur in de bosdorpen waar de traditionele muziek, waarin steevast het bos opgehemeld werd, deel van uitmaakte.
De school bleek helemaal een belevenis. Tientallen leerlingen leren de boom te onderhouden, van de kiem tot de kap, en wanen zich zo op jonge leeftijd al hoeders van de natuur. “Het is een zooitje in het bos”, verzuchtte de directrice, terwijl ze wees op de door knaagdiertjes omgevallen bomen. Ik begreep haar wel. Haar handen jeukten er iets aan te doen.'

'Wat me opviel: de biologen en de activisten spraken niet met de lokale bewoners, en andersom gold hetzelfde. Dat de meningen zo verdeeld waren - en nog steeds zijn - is goed te begrijpen. Toch hielden ze allemaal met hart en ziel van het oerbos. Het is hun bos.'

'heilige' kippenboullion

Op bezoek bij de familie van PiS-burgemeester Marek in Jezowe krijgt Dore heel wat Poolse specialiteiten voorgeschoteld. Met het Allerheiligen-diner wordt vaak flink uitgepakt, in dit geval vooral door de negentig-zoveel jarige oma des huizes. Dore maakte als hardcore veganist voor deze keer een uitzondering en at braaf de ene plak worst na de andere.

Op tafel stond onder meer: rode kool met appels, zelfgemaakte worst en paté, Pierogi (de Poolse versie van dumplings) en Bigos - een Pools zuurkoolgerecht.

Maar nog belangrijker: Rosół, een bijna 'heilige' kippenboullion in Polen, die ook vaak op bruiloften wordt geserveerd. Het recept vind je hieronder en is verkregen via SBS Ela Chylewski.

Ingrediënten

  • ½ kip, met botjes er nog in
  • ½ kg rundvlees, met botjes er nog in
  • 2 wortelen, gehalveerd
  • 1 peterselie wortel, gehalveerd
  • 1 selderij, in grote stukken gesneden
  • ½ prei, in grote stukken gesneden
  • 2 gedroogde champignons (optioneel)
  • 1 ui, gebakken in de koekenpan
  • 1 theelepel zwarte peper
  • 2 gedroogde laurierbladeren
  • gekookte capellini-pasta, om te serveren
  • verse peterselie, om te serveren
  • zout en peper

 

1. Plaats het vlees in een grote soeppan en dek af met 2 liter koud water. Breng water aan de kook, voorzichtig afschuimen, zet het vuur lager en laat het 1 uur sudderen.

2. Voeg vervolgens de wortel, peterselie, selderij, prei, champignons en ui toe aan de soep, met wat zout, peperkorrels en laurierblaadjes. Laat nog een uur op laag vuur sudderen.

3. Verwijder vlees en groenten en breng op smaak met zout en peper. Zeef indien nodig. Serveer met pastaslierten (capellini), gehakte wortels en verse peterselie.

Dore leest voor

In 2018 publiceerde Dore haar boek Mijn Poolse huis. Over haar familiehuis in Auschwitz, over oorlog en familieliefde. Elke week leest zij daaruit een nieuw stukje voor.
 

(klik op 'open' om mee te lezen met Dore)

'Het kruis boven op de bakstenen kerk is een groot kruis, maar bij lange na niet het grootste in de omgeving. Dat staat buiten de stad, pal aan de snelweg. Een metalen gevaarte met bovenin een Jezusbeeld dat haast niet te ontwaren zo klein is. De verhoudingen kloppen voor geen meter. Of juist wel, en wil de ontwerper ons zo vertellen dat Jezus er altijd zal zijn, ook al is hij onzichtbaar. De Verlosser als een vlieg op de muur. Een andere optie is dat het herontwerpen van de designklassieker ‘Jezus aan het kruis’ zijn creativiteit aanwakkerde. ‘Heeft met nietigheid te maken’, zal de ontwerper hebben geantwoord toen hem naar zijn drijfveer werd gevraagd. Wanneer wij onze bescheiden plek in het geheel zien, willen we ons verenigen en ons vastketenen aan iets groters. Deel zijn van de som der delen. Alles om niet alleen te zijn. Desnoods pal aan een snelweg.'

                                                                                 *

'Eén keer ging ik mee met babcia naar de Heilige Mis. Om zes uur ’s ochtends stond ze in haar lichtroze nachtjapon aan het voeteneind van mijn bed. Ik was een jaar of veertien en zag in de schemer de contouren van haar krulspelden. Terwijl zij douchte, at ik een geroosterde boterham met honing. Gearmd liepen we de achthonderd meter van woningblok 3 naar de hoek van de straat. Uit de zijstraten kwamen haar kerkvriendinnen tevoorschijn. Babcia trok mijn blouse recht en knikte iedereen toe. Het voelde alsof we naar een concert gingen. Boven de laagbouw doemde het kruis op.'

'In de bakstenen kerk zaten honderden babcia’s op de houten banken. Allemaal een meter vijftig, spierwit haar en te dik. Na de dienst gingen de vrouwen in groepjes naar het café voor taart en thee. Zo zat ik tussen babcia’s kerkvriendinnen met een stuk maanzaadtaart te luisteren naar hun favoriete gespreksonderwerp: het medicijngebruik. Aspirine telde niet mee. In het café visten de dames dichtgeknoopte plastic zakjes uit hun handtas en peuterden die los. De medicijnen werden op tafel uitgestald. Een voor een bekeken de kerkvriendinnen elkaars pillen. Viel er een ‘ah’ of een ‘oei’, dan nam de eigenaresse van de desbetreffende voorraad tevreden een hap van haar taartje. De door een beroerte getroffen kerkvriendin stak met kop en schouders boven iedereen uit. Toch won mijn babcia de strijd om het slachtofferschap door over haar gescheiden dochter te beginnen.
‘Ah.’
Die samenwoonde met een gescheiden man.
‘Oei.’
In het land van de euthanasie en in een huurflat met een galerij aan de buitenkant.'

'Uit medelijden kreeg ik een extra stuk taart toegeschoven. Volgens de beroerte-vriendin was redding nabij. In de kerk waren nieuwe banken geplaatst. Ze stonden achterin, waren van hetzelfde hout als de andere banken en speciaal neergezet voor Oświęcims gescheiden vrouwen. 'Zie je wel dat het hier modern is?’ zei babcia toen we terugliepen naar woningblok 3.'

→ klik hier om verder te lezen en te luisteren naar Dore