Net als veel van zijn landgenoten ontvluchtte de Nederlands-Cubaanse Yuri Capetillo Hardy op zijn negentiende Cuba. Weg uit de greep van Fidel, de armoede en de uitzichtloosheid. Vijftien jaar later is Cuba veranderd en neemt regisseur Maaike de Gruyter Yuri mee terug naar zijn geboorteland. Ze brengt hem naar plekken die hem confronteren met zowel zijn verleden als de veranderingen in het heden.
Al sinds de revolutie in 1959 emigreerden veel Cubanen naar het buitenland, in eerste instantie uit angst voor het communisme en daarna om de 'Speciale Periode' van honger en uitzichtloosheid te ontvluchten. Tegenwoordig keren Cubanen juist terug naar hun vaderland om terug te vinden wat ze naast de armoede óók achterlieten: menselijke warmte en een leven zonder agenda.
Maar het Cuba van toen is niet meer. Zo is het Cubanen nu toegestaan te ondernemen en werkt dus niet iedereen voor de staat. Mensen worden rijker maar de verschillen tussen arm en rijk groeien ook. De honger die Yuri zich vooral herinnert uit zijn jeugd is verdwenen maar het voedselvraagstuk, mede een gevolg van het Amerikaanse embargo tegen Cuba, is nog steeds een heikel punt. Dat leidt tot de vraag: Waar gaat het heen met deze veranderende socialistische heilstaat? Biedt het steeds minder geïsoleerde eiland nu wél perspectief? En hoe denken de Cubanen zelf over deze ontwikkelingen?
De stem van een oude Cubaan begeleidt Yuri op zijn reis en levert kritisch, maar liefdevol commentaar op de pogingen van de vernederlandste Yuri om zijn geboorteland te doorgronden.