In de tussentijd is er veel veranderd, maar ook veel hetzelfde gebleven. De Cubanen zijn steeds bezig met het zoeken naar ruimte tussen de vele regeltjes. Hetzelfde geldt voor de cameraploeg. Voor alles wat ze willen filmen moet van tevoren toestemming worden aangevraagd, vertelt regisseur Maaike de Gruyter, die we bellen tijdens de opnames op Cuba.
‘Alle items die we willen maken en de locaties waarop we willen filmen, moeten worden voorgelegd aan de Cubaanse ambassade in Nederland, die samenwerkt met het ministerie ter plekke. Tot nu toe zijn alle aanvragen gehonoreerd en is ons geen strobreed in de weg gelegd. Maar voor spontane acties is weinig ruimte.’
De filmploeg heeft geen ambtenaar bij zich die ze controleert, maar ze worden wel in de gaten gehouden, merkt De Gruyter. ‘We zaten in een park een econoom te interviewen over onder meer het Amerikaanse embargo. Twee mannetjes hielden ons duidelijk in de gaten. Ze bewogen zich anders dan gewone voorbijgangers, keken ons gefixeerd aan en filmden ons met hun mobiele telefoon. De autoriteiten weten wat we doen, waar we zijn en met wie we spreken, maar toch voel ik me niet belemmerd. We zijn niet bij dissidenten langs geweest, daar zouden we ook geen toestemming voor krijgen. Maar we richten ons liever op verhalen van gewone Cubanen.’