Waarom kreeg het protest in Tunesië zoveel weerklank in andere landen? Oud-correspondent Joris Luyendijk legt in de podcast De Arabische Lente: 10 jaar later uit hoe het zo ver heeft kunnen komen: ‘We moeten beginnen met het besef hoe onrechtvaardig het leven daar is. Een gewoon leven in de Arabische wereld, van een gewoon iemand is zo ongelooflijk onrechtvaardig. Dat is het woord dat ik altijd mis in de analyses. Het systeem in de landen is niet corrupt, corruptie is het systeem.’
De Tunesische straatverkoper Mohammed Bouazizi stak zichzelf op 17 december 2010 in brand, midden op straat. Hij handelde uit wanhoop na aanhoudende pesterijen van corrupte agenten. Zonder het te weten ontketende hij hiermee een revolutie. Niet alleen in eigen land, want de massale protesten sloegen ook over op buurlanden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Daarmee was de Arabische Lente een feit.
vlam in de pan
Luyendijk trekt bij het ontstaan van de Arabische Lente een parallel met de Black Lives Matter-beweging in de zomer van 2020: ‘Iedere tien jaar zie je een uitbarsting. Dan denkt iedereen: nu stopt het, nu gaan ze echt wat doen, nu worden ze wakker. En dan zakt het weer weg.'
'Het grote verschil nu, was social media bij Black Lives Matter. Ik denk dat dit in de Arabische wereld ook een hele belangrijke rol heeft gespeeld. Het onrecht was er al heel lang en het werd natuurlijk iedere keer erger, maar het is ook de temperatuur die heel langzaam toeneemt in het bad. Je merkt het niet.'
'Maar nu werd het heel visueel. Langs kanalen die opeens niet meer gecontroleerd kunnen worden door de dictator, waardoor die boodschap ook niet meteen ingekaderd kon worden door kijkers. En toen: pats, de vlam in de pan.’
het Westen
In de Westerse wereld werd in 2011 met gemengde gevoelens gereageerd op de opstanden. Uit angst voor extreme groeperingen die de macht zouden grijpen, waren de meeste Westerse landen terughoudend om steun uit te spreken voor de revolutie. In de VPRO Tegenlicht-aflevering De Arabische lente en wij werd in 2011 uiteengezet wat Europa had kunnen én moeten doen.
Maar het Westen had ook andere belangen. De dictators zijn jarenlange bondgenoten en hebben vaak met bemoeienis van het Westen hun macht kunnen behouden. In Onze dierbare dictators laat VPRO Tegenlicht zien hoe de positie van Khadaffi in Libië jarenlang werd versterkt met behulp van Europa.
de Arabische droom aan diggelen
Het is inmiddels tien jaar sinds de vlam zich verspreidde over het Midden-Oosten, regimes omver werden geworpen en dictators werden afgezet. Mensen droomden van werk, waardigheid en vrijheid. Maar de hervormingen waar op gehoopt werd, kwamen niet. En in landen als Syrië, Libië, Jemen en Irak ontstonden zelfs oorlogen.
In Egypte werd in 2011 na het vertrek van dictator Hosni Moebarak een poging gedaan tot democratische verkiezingen. De film De stem van Egypte geeft een unieke kijk op die verkiezingen vanuit het oogpunt van een seculiere partij die het opneemt tegen religieuze partijen. De verkiezingen worden uiteindelijk gewonnen door het machtige Moslimbroerderschap en Mohamed Morsi is hun voorman.
In de VPRO Tegenlicht-aflevering Back to the Square uit 2012 wordt pijnlijk duidelijk dat het leven er zwaarder en oneerlijker op is geworden. Mark is het jongere broertje van Maikel Nabil, een rechtenstudent en blogger die in 2011 na de revolutie werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf wegens 'het beledigen van het militaire bewind en het verspreiden van valse informatie'. Mark demonstreert voor de vrijlating van zijn broer en zet zijn broers strijd voort.
Maar er zijn ook nog mensen met hoop op hervormingen. Journalist en arabist Esmeralda van Boon blikt in 2013 in De vrijheid van Tahrir met jonge koppels terug op de revolutie en bespreekt met hen de huidige situatie: ‘We hebben het riool opengemaakt, eerst komt al het slechte naar boven en daar moeten we vanaf. Daarna is er tijd om schoon te maken.’
Op 3 juli 2013 wordt Morsi na massale protesten afgezet door het leger en grijpt de zittende machthebber Abdul Fatah al-Sisi de macht.
democratie is geen IKEA-bouwpakket
Schrijver en columnist Chams Edinne Zaougui legt in OVT uit waarom de Arabische wereld nog lang niet klaar is voor een democratie. ‘De Romeinse Tacitus zei ooit: "De beste dag na het wegvallen van de keizer is de eerste dag." Want daarna komt de vraag: hoe gaan we het land nu organiseren?’
De arabist stelt dat het Midden-Oosten nog een lange weg te gaan heeft. ‘We moeten ons realiseren dat democratie geen IKEA-bouwpakket is dat je makkelijk in elkaar zet.’
Tunesië wordt gezien als het land waar de revolutie het beste is gelukt, na het afzetten van premier Zine El Abidine Ben Ali. Blogger Lina Ben Mhenni had een belangrijke rol bij de opstanden in haar land en vertelt in 2016 in Na de revolutie over de constante strijd die nog steeds geleverd moet worden. 'Ik kan nog niet praten over "na de revolutie" want het is een proces met hoogte- en dieptepunten. Na het vertrek van Ben Ali waren we euforisch, maar dat duurde niet langer dan twee of drie maanden. We beseften dat er nog veel gedaan moet worden.'
De 26-jarige studente Ons Ben Abdelkarim kwam, na haar studie in Frankrijk, vanwege de revolutie terug naar Tunesië om het land verder te democratiseren. Zij staat voor een grote groep jongeren die streven naar een vrijer Midden-Oosten.
Als directeur van Al Bawsala, een onafhankelijke waakhond die burgers op de hoogte houdt van de bezigheden van de gekozen parlementsleden, levert ze haar persoonlijke strijd. Ze vertelt in Na de revolutie over haar vastberadenheid om terug te keren naar haar vaderland. 'Je kunt niet iets veranderen als je er niet middenin zit.'