Zes zomerreportages in de VPRO Gids over Europees werelderfgoed en massatoerisme. Aflevering 6 (slot): Cyprus, waar all inclusive hotels de lokale economie verstieren en het huidige toerisme het eiland niet uit de crisis zal helpen.

Look around! empty!’ Chris Hajikyriacou praat in hoofdletters en met uitroeptekens, wanneer hij wijst op de lege bars en restaurants in Kato Pafos, toeristisch hart van de Cypriotische stad Pafos, vlak aan zee. Het is acht uur ’s avonds, etenstijd, maar geen kip op straat. Retorisch: ‘where are they?!’ – refererend aan klanten die zich niet laten zien. ‘look, for sale!’ Chris wijst op een hoekpand, dat leeg staat. Verontwaardigd: ‘on a prime location! ridiculous!’

Chris zet zijn stoffige pick-uptruck voor de deur van restaurant Sunbow. Daar hebben ze volgens hem de ‘beste steak van Pafos’. Chris is zo’n man die overal verstand van heeft en iedereen kent; snelle man in zwarte pantalon, strak wit T-shirt en grote donkere zonnebril. In Canada is hij opgeleid tot hotelier, jarenlang werkte hij als manager in de hotelwereld. Nu zit hij alweer een tijdje in het vastgoed. ‘In de tachtiger en negentiger jaren had Cyprus goede toeristen,’ weet hij. ‘Die kwamen voor het mooie weer, maar vooral voor de geschiedenis, het werelderfgoed en lokale eten. Ze trokken erop uit, ontdekten de omgeving en spendeerden geld. En nu? Spoorloos.’
 

rijk aan historie

Cyprus – eiland in de Middellandse Zee, op de kruising van Europa, Afrika en het Midden-Oosten; verdeeld in een Grieks- en Turks-Cypriotisch deel. Het Griekse deel – de republiek Cyprus – doet sinds 2008 mee met de euro en raakte onlangs net als Griekenland in diepe economische crisis: gigantische werkloosheid, gesloten banken, pinlimieten en spaarders die hun geld verloren – dat was het nieuws afgelopen voorjaar. Toerisme moet de economie doen opveren en het eiland uit het slop trekken. Want Cyprus is een geweldig vakantieoord met mooi weer en veel cultuur. Vooral Pafos is rijk aan historie en staat daarom in zijn geheel op de werelderfgoedlijst van Unesco. Ooit was Cyprus een Romeinse provincie en Pafos de hoofdstad van het eiland. De apostel Paulus bezocht het eiland om er het christendom te prediken, maar werd in Pafos gegeseld en verketterd. Aphrodite werd er geboren uit de golven van de zee. Wie niet elke dag op het strand wil liggen, kan de baden en de rots van Aphrodite bezoeken of de pilaar zien waar Paulus zich bij de geseling aan vasthield. Aan het eind van de dag lekker een stifado of meze naar binnen werken, genieten van de Cypriotische keuken. Maar in het archeologisch park van Pafos is overdag geen toerist te zien en de restaurants zijn ’s avonds nagenoeg leeg.

Bij restaurant Sunbow stonden mensen zes jaar geleden zeven avonden per week in de rij om een tafel te bemachtigen. Nu staat Zenan, die er al 28 jaar bedient, beteuterd en werkloos over de desolate straat uit te staren. Hij en zijn twee collega’s lokken de weinige passanten naar binnen met vleiende woorden, charme en door hen toe te zingen. Het mag niet baten. Dus maar weer naar binnen en de servetten opnieuw vouwen, ook al lagen ze er prima bij. Chef Fitos Thrasivoulou heeft alle tijd van de wereld om met een Nederlandse verslaggever te praten over hoe het kan dat deze straat leeg trok, en eigenaren van ooit goed lopende horeca nu tegen lege tafels en stoelen aankijken.
 

alles gratis

De oorzaak: all inclusive. Sinds hotels hier in de streek all inclusive-deals zijn gaan aanbieden – overnachting met onbeperkt eten en drinken – komen de toeristen hun resort niet meer uit. Dat begon ver voor de crisis, halverwege de jaren nul, vertellen Chris en Fitos. Zoals het zo vaak gaat, begint het met één en volgt de rest, uit angst om de boot te missen en met het argument dat de klant erom vraagt en dat je de markt moet volgen. Nu hebben ze er zelf een hele markt en aanverwant toerisme mee gecreëerd. Ging de toerist voorheen nog op excursie om het vele werelderfgoed te beleven dat Pafos en omgeving biedt (het nabijgelegen Troodosgebergte huisvest tal van Unesco-kerken), nu blijft hij zonnen op het opgespoten zandstrandje en de zonneweide van het hotel of op de ligstoelen naast het zwembad. Zelfs het strand twee meter verderop, recht aan zee, is hem te ver. De azuurblauwe zee lokt geen toerist meer, wanneer die vanuit het zwembad zijn cocktail aan de bar kan bestellen.

Toeristen zijn inmiddels zo vergroeid met het all inclusive-concept, lijkt het, dat ze verwachten dat alles wat ze tegenkomen gratis is. Aan de boulevard staan ligstoelen te huur voor 2,50 euro per dag. Een groep Russische meiden, naar schatting begin twintig, schrikt op wanneer een jongen komt afrekenen. Verbijsterd dat je moet betalen, besluiten ze daar niet aan mee te doen. Dan maar vertrekken. Als de jongen weg is, blijven ze liggen en nemen ze hem achter zijn rug om in de maling. Wanneer hij na tien minuten terug komt om met klem te zeggen dat het betalen of vertrekken is, staat een van de Russinnen op en trekt haar badpak omlaag. Uitdagend staat ze met blote borsten tegenover hem – of hij haar nog steeds 2,50 in rekening wil brengen? De jongen blijft stoïcijns en laat haar schoorvoetend vertrekken. ‘Cyprus bedient de verkeerde toerist,’ stellen Chris en zijn vriend Fitos van restaurant Sunbow. Chris: ‘Er wordt gefocust op de toerist die komt voor zon, zand, zee en seks. Eerst de Britten, nu de Russen. Maar die komen de resorts niet meer uit.’  

Bar Street, eens het uitgaansmekka van locals en toeristen, nu 's avonds en 's nachts uitgestorven

donkere gaten

‘Bar Street’ – zo wordt de straat pal achter de boulevard in de volksmond genoemd, vanwege de vele bars en clubs die er huizen of hebben gehuisd. Donkere gaten gapen tussen neonverlichte tenten waaruit goedkope house knalt en waarvoor Britse proppers flyeren om publiek naar binnen te krijgen, met deals voor ultra goedkoop zuipen. Happy hours, lapdances, stripshows, imitatie Elvis Presleys en Michael Jacksons – alles wordt uit de kast getrokken om het publiek te verleiden. Het is half twaalf ’s avonds, tijd voor een borrel of om de heupen los te gooien – zou je zeggen. Bij cocktailbar Baywatch zit een overwegend gepensioneerd publiek wezenloos te kijken naar drie meiden die een Lady Gaga-act neerzetten voor een rookkanon. Daarna volgt een stripact. De tent ertegenover adverteert aan de gevel met vuurshows en kooidanseressen, maar de kooi is leeg en de bar ook. Ook bar Flairs is nagenoeg leeg: twee man en een paardenkop. Brian Webb, de fors gebouwde en getatoeëerde manager, wijt dit voor een deel aan de all inclusive hotels, die houden hun gasten binnen met eigen clubs met entertainment. De andere reden hangt er voor een deel mee samen: door de crisis zoeken mensen een goedkopere vakantie. Als ze al uitgaan, gaan ze een of twee keer in hun vakantie op stap, in plaats van elke nacht zoals voorheen. Ook de andere hedonistische plek op het eiland, Ayia Napa, heeft hier last van. 

Bar Street: ook Batman en Baywatch-sterren hebben hier hun glorie verloren

weg van de kust

Wie van het authentieke Cyprus wil genieten, moet weg van de kust. We trekken er een dag op uit, met een gids het Troodosgebergte in. Claudia Philippou is een Nederlandse die begin jaren tachtig naar Cyprus kwam, verliefd werd, trouwde en nooit meer vertrok. Als ze Nederlands praat, is ze vriendelijk en bedaard, wanneer ze in het Cypriotisch telefoneert, krijgt ze temparament en wordt haar stem schel en fel – assimilatie. Ze gidst voor de Cyprus Tourist Organisation, haar leidinggevende belt onderweg op om te horen of de verslaggever tevreden is over zijn verblijf op Cyprus. Claudia leidt voornamelijk vijftigplussers rond, maar zegt ook versteld te staan van het aantal jonge stelletjes. Tweeverdieners. ‘Het hogere segment, avontuurlijk ingestelde jongeren die meer willen zien dan strand en hotel.’

Cyprus is duurder dan Turkije en Egypte, en daarmee selecteer je, bewust of onbewust, eigenlijk al een bepaald publiek uit de markt. In de jaren tachtig en negentig zag Claudia hoe het de Cyprioot steeds beter verging en hoe het hem ‘naar de bol steeg’ – naast de all inclusive hotelmarkt nog een facet dat het toerisme heeft verpest. Steden zoals Pafos, eerst nog vooral agrarisch gebied, werden uit de grond gestampt en een hele toeristenindustrie werd opgezet. Meer hotels, meer huizen, meer alles – en de kwaliteit ging omlaag. Sinds de toetreding tot de euro, waarmee het eiland z’n sterke pond verloor, en de bankencrisis wordt er gestunt met prijzen en moeten hotels hun kosten drukken om nog winst te maken. Personeel wordt uit Oost-Europa gehaald en die weten de toerist weinig te vertellen over de Cypriotische cultuur en waar je die vindt. Claudia weet dat wel: ‘Ons beste exportproduct is de Cyprioot met zijn glimlach. Daarvoor moet je naar de bergen. Die vind je niet meer in de badplaatsen.’

Langs ruige kustlijnen en door sympathieke bergdorpen leidt ze ons naar Unesco werelderfgoed: orthodoxe kerken met muurschilderingen zonder diepte, grofweg daterend van 1100 tot 1700. De fresco’s zijn goed intact gebleven en worden prima verzorgd. Sommige kerkjes zijn verstopt en ingebouwd in een grote stenen schuur, als bescherming tegen de helse zon in de zomer en sneeuw en vocht in de winter. Bij anderen vinden op het moment van ons bezoek restauraties plaats. De hele dag geen buitenlandse toerist te zien overigens; alleen Cypriotische families bezoeken de kerken en kussen de heiligen die op de muren geschilderd zijn: Maria die op een kussen zit, dat eigenlijk meer op een zeppelin lijkt.
 

Pittoreske bergdorpen, waar Cyprioten op leuke pleinen heerlijk lokaal eten serveren en je in de watten leggen. De gastvrijheid gaat soms zo ver dat je niet mag betalen. Maar geen buitenlandse toerist te zien.

warme gastvrijheid

We lunchen in Asinou en ervaren daar de warme Cypriotische gastvrijheid waar Claudia het eerder over had. We krijgen een tafel vol meze: kleine, lokale gerechten, stoofvlees, gegrilde groenten en gegrilde halloumikaas. We mogen er niet voor betalen. Kakopetria is het volgende dorp op weg naar een volgende kerk; een sympathiek dorp met een leuk plein. Als het in Zuid-Frankrijk was geweest, was het dorp ontploft en bomvol toeristen, hier is het uitgestorven. We rijden door Platres, hoog in de verkoelende bergen, waar veel Cypriotische stedelingen een tweede huisje hebben: minikasteeltjes.  ‘Ik heb me er vaak over verbaasd: hoe kunnen deze mensen zich dit veroorloven,’ zegt Claudia. ‘Er werden enorme salarissen uitgekeerd, er was veel vriendjespolitiek, ook met het verstrekken van leningen.’

Hoogmoed komt voor de val, kun je cynisch stellen. Maar er schuilt tragiek achter. ‘Veel ouders hebben zich te pletter gewerkt, zodat hun kinderen het beter zouden hebben dan zijzelf,’ vertelt Claudia. ‘Er zijn twee staatsuniversiteiten, om daarop te komen moet je zeer hoge cijfers hebben. Wie dat niet haalt, kan naar een privéschool, maar dat is duur. De meeste jongeren kiezen voor een studie in het buitenland – deels ook om onder de knellende sociale banden uit te komen.’

Iedereen kent iedereen op het eiland en men is er vrij conservatief als het gaat om zaken als seks voor het huwelijk en ongetrouwd samenwonen. Homoseksualiteit bestaat niet. Daar had het overigens de avond daarvoor niets van weg, toen de verslaggever per abuis in de verkeerde tent aan ‘Bar Street’ was beland en zijn uitgestoken hand door de eigenaar werd genegeerd en hij recht in het kruis werd getast. Negentig procent van de in het buitenland studerende jongeren keert uiteindelijk terug naar Cyprus, weet Claudia, het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan. ‘Maar dat is nu aan het veranderen, want op Cyprus ziet de jeugd geen toekomst.’ Triest voor de ouders die eenzaam achterblijven (wie gaat hen verzorgen als ze hulpbehoevend worden?) en slecht voor de economie om die goed opgeleide mensen te moeten missen.
 

Orthodoxe Cyprioten komen kerken bezoeken in het Troodos-gebergte; geen buitenlandse toerist te zien

enorme leegstand

Ook Fiona Bakker en Erik Janssen zijn Nederlandse Cyprioten; zo’n vijftien, twintig jaar later naar het eiland getogen dan Claudia, maar ook blijven hangen en booming Cyprus meegemaakt. De ontmoeting is in de hippe loungetent Muse in de oude bovenstad, Pano Pafos, boven op de heuvel met uitzicht op de stad en de kust beneden. Toen de twee zich hier in de jaren negentig vestigden, was Kato Pafos met zijn ‘Bar Street’ helemaal happening, ‘alle toeristen en Cyprioten kwamen daar’. Tussen Pano en Kato Pafos, ongeveer tweeënhalve kilometer, was niets dan platteland: bananenplantages en pindavelden. Nu is het totaal volgebouwd. Lopend door de oude stad valt de enorme leegstand van de winkels op. De zaken die open zijn, stunten met mega-sales. De Cyprioten met een baan redden het goed, maar wie werkloos raakt, komt snel in de problemen. De werkloosheidsuitkering duurt hier maximaal zes maanden. Fiona en Erik werken net als Claudia in de toeristische sector; niet als gids, maar voor een agentschap dat voor touroperators de excursies en transfers regelt. Althans, Erik deed dit werk tien jaar lang, totdat hij recent zelf zijn baan verloor. Op dit moment doet hij jeepsafari’s: met landrovers toeristen door het Troodosgebergte leiden.

Beiden merken, evenals Claudia, een neergang wat betreft het boeken van excursies. ‘Het soort toerist is veranderd,’ merkt Fiona op. ‘Eerst kwamen er mensen die kozen voor een beetje zand en zee maar vooral voor cultuur en excursies – toeristen met interesse. Europeanen spelen door de crisis nu meer op safe en kiezen voor all inclusive, zeker gezinnen met een beperkt budget. Je weet dan wat je uitgeeft en gaat niet snel over je budget heen. Anders dan wanneer je elke dag uit eten gaat. De goede toeristen die nog wel buiten het hotel komen, doen hooguit een of twee excursies in plaats van een heleboel zoals vroeger. Het is wikken en wegen.’
 

Pafos bedient toeristen liever met goedkoop amusement dan met cultureel erfgoed

weekendje cyprus

Het huidige toerisme gaat het eiland er dus niet bovenop helpen, hoe lekker het lokale eten en hoe rijk het culturele erfgoed ook zijn. Het geld blijft in de zakken van de hoteleigenaar, de lokale economie wordt niet gestimuleerd. Hoe krijgt Cyprus zijn goede toerisme weer terug, met mensen die het eiland en zijn cultuur willen ontdekken in plaats van onbeperkt spaghetti bolognese eten tussen ongemanierde Russen en dronken Engelsen? ‘Cyprus had nooit mee moeten gaan met de all inclusive trend’, verzucht Fiona. ‘Ik denk dat ze beter goedkope appartementen kunnen aanbieden of leuke hotelletjes met alleen ontbijt. Dat is een veel betere markt. Deze winter gaan er vanuit meerdere Europese bestemmingen meer vluchten naar Cyprus. Ook vanuit Nederland kan er dan nog op Cyprus worden gevlogen. RyanAir vliegt tegenwoordig op Pafos, geweldig. Dan krijg je mensen die via booking.com even een weekendje Cyprus doen. Als die een appartementje hebben, zonder eten, is dat goed voor de economie. Die gaan uit eten of zelf thuis koken met verse, lokale producten uit de supermarkt.’

Zoals de familie Willemse uit Liessel, aan de dis even voorbij de boulevard van Kato Pafos in een lokaal eettentje, waar de Cypriotische keuken wordt geserveerd – in tegenstelling tot de rest van de horeca hier, waar alle windstreken van de wereld op de kaart staan voor een tientje. Ze hebben last minute geboekt en waren met zijn drieën 1145 euro kwijt voor elf dagen vakantie in een appartement ‘hier om de hoek’. De familie houdt van avontuur, struinen, ontdekken en lokaal eten en wil daarom niet te veel aan een hotel vastzitten. Veel geld hoeft een dergelijke vakantie dus niet eens te kosten, de verslaggever eet in hetzelfde etablissement als de familie Willemse voor vijftien euro met wijn erbij.

Dan is er nog het luxueuze Alexander the Great Hotel, dat bewijst dat je geen all inclusive nodig hebt om in crisistijd succesvol te zijn: alle 202 kamers zijn bezet. Dit voorjaar, toen de banken op het eiland in elkaar klapten, liet het hotel voor zeven miljoen renovaties aanbrengen, vertelt general manager Andreas Christodoulides. Het hotel heeft een goede reputatie, veel terugkerende gasten, dus waarom zou je dat in de waagschaal stellen?
 

Muurschildering in kerk in het Troodosgebergte

culturele hoofdstad

‘We moeten terug naar high quality tourism,’ concludeert Chris Hajikyriacou, die tegenwoordig met moeite huizen verkoopt aan buitenlanders die op vakantie zijn op Cyprus, verliefd worden op het eiland en er een vakantiehuisje willen. Dat zegt ook de burgemeester van Pafos, Savvas Vergas. Vergas vindt ‘Bar Street’ maar niks: ordinaire troep, niets voor Cyprus. In 2017 is Pafos een Europese culturele hoofdstad; de burgemeester heeft al ideeën over culturele hoogstandjes die zijn stad elan zullen geven. Die zijn, wat je zegt, een stuk sjieker dan ‘Bar Street’: hij wil lasershows in het centrum, en een casino! Hijzelf ziet er de ironie niet van in.

Het gesprek met Vergas vindt plaats in zijn kantoor in het stadhuis, een tempelachtig gebouw aan een laan met meer neoklassieke kitsch. De secretaresse doet denken aan ‘computer says no’ uit Little Britain: dame in lang gewaad, met lang zwart haar en Nana Mouskouri-bril die zorgvuldig in haar papierwerk is verdiept en opschrikt van iedereen die binnenkomt en iets aan haar vraagt. We krijgen Cypriotische koffie (hetzelfde als Turkse en Griekse koffie, met drab onderin), dan ontvangt de burgemeester ons. Hij draagt een wit overhemd met een bruine vlek. Zijn Facebookpagina staat het hele gesprek lang open.

De effecten van de financiële crisis op zijn stad zijn groot, legt hij uit, vooral als het gaat om nieuwe bouwprojecten in het licht van 2017. Plannen rond de aanleg van een betere toegangsweg tot Pafos en een nieuwe jachthaven zijn stilgelegd. Grote corporaties zoals golf resorts hebben hun investeringsplannen bevroren. Het is moeilijk grote projecten voor stadsmarketing te verkopen, wanneer een deel van de bevolking met moeite rondkomt. Er is hoge werkloosheid. ‘Maar we zijn geen Griekenland,’ zegt de burgemeester. ‘We zullen deze moeilijke tijd te boven komen.’ Om daarna te besluiten met de zin waarmee hij steevast afsluit: ‘Yes, this is my idea, my vision for this.’
 

Het stadhuis van Pafos

uit het slop

 Het is vooral een zaak dingen te realiseren waar je na 2017 en na een crisis ook nog wat aan hebt. Zoals bijvoorbeeld een theater; dat heeft de stad nog niet, dus moet dat er wat de burgemeester betreft beslist komen. Toerisme is erg belangrijk en moet het eiland uit het slop trekken. Pafos’ rijke historie kan daarbij helpen. We vertellen de burgemeester over ons bezoek aan het archeologisch park met vloermozaïeken uit de derde, vierde en vijfde eeuw: nauwelijks een toerist te zien. ‘All inclusive is slecht voor ons’, reageert hij, ‘maar ik kan er niets tegen beginnen.’ Ook het idee van een straat met commerciële bars met neonverlichting ‘alsof het Las Vegas is’, is slecht voor de stad. Vergas ziet liever vriendelijke, lokale restaurants met Cypriotisch eten en muziek, souvenirshops, koffiebarretjes en levendige marktpleinen. Binnenkort presenteert hij plannen voor een ‘old traditional road of shops to remember Cyprus of the past. Yes, this is my idea, my vision for this.’

zomerserie vpro gids: werelderfgoed & massatoerisme