Op de Werelderfgoedlijst van Unesco staan 981 plekken van uitzonderlijke universele waarde. Van die plekken zijn er 44 dusdanig verwaarloosd, vervuild of gebombardeerd dat ze op de lijst ‘bedreigd werelderfgoed’ staan. Syrië is koploper van de rode lijst, met zes locaties, gevolgd door Congo met vijf. De rest van deze treurige lijst wordt gevuld door landen als Afghanistan, Jemen, Mali, Irak en Niger. Stuk voor stuk landen waar ze wel wat anders aan hun hoofd hebben dan het beschermen van een middeleeuws woonwijkje of een stukje oerwoud. Maar hoe zit het met die ene plek op de rode lijst die niet geteisterd wordt door oorlog of natuurrampen? In 2004 kreeg een belangrijk deel van het centrum van Liverpool de werelderfgoedstatus. In de zomer van 2012 besloot het werelderfgoedcomité dat de stad op de lijst bedreigd werelderfgoed thuishoorde.
Alle reden om het vliegtuig naar John Lennon Airport te nemen en de Liverpudlians eens te vragen wat er aan de hand is in hun stad. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig als het klinkt want de Scousers, zoals de inwoners van Liverpool ook wel worden genoemd, zijn nagenoeg onverstaanbaar. Of het nu de ober, de receptioniste of de gemeenteambtenaar is, allemaal bedienen ze zich hardnekkig van het lokale dialect. Bij overduidelijk onbegrip van de toehoorder kiest men voor de weinig effectieve strategie van de herhaling, waarbij als enige tegemoetkoming het volume steeds verder wordt opgevoerd.
Zomerreportages van de VPRO Gids over Europees werelderfgoed en masstoerisme. Afl. 4: Liverpool, waar zes gebieden in het stadscentrum zijn aangemerkt als werelderfgoed. Maar die status wordt bedreigd door de plannen van een ambitieuze projectontwikkelaar.
Rijk versierde gevels
Zoals vrijwel alles in deze stad, is ook het lokale accent – ‘scouse’ genoemd – te herleiden tot de zee. Scouse is een afkorting van lobscouse, wat weer een verbastering is van het Noorse lapskaus; een stevige stoofpot die veel werd gegeten door zeelieden en havenarbeiders. En daarvan waren er hier in de gloriedagen van Liverpool nogal wat.
Ooit stond de stad bekend als het New York van Europa, met de architectonische allures van Florence. In de achttiende en negentiende eeuw lieten banken, scheepsmagnaten en verzekeringsmaatschappijen de oevers van de Mersey volzetten met het ene na het andere spectaculaire bouwwerk. Rijk versierde gevels, metershoge glas-in-loodramen, beschilderde plafonds, bladgouden lijsten, mahoniehouten trappen, het kon allemaal niet op. De stad bulkte van het geld. Het besef dat elke steen van de gebouwen die hier werden neergezet, doordrenkt is met Afrikaans bloed, kwam pas later. Nergens werd meer verdiend aan de slavenhandel dan hier.
Van die rijkdom is weinig meer over. Voordat vrachtschepen hun lading in containers gingen vervoeren, waren er duizenden arbeiders nodig om te laden en te lossen. De onvermijdelijke modernisering van de haven leidde tot hevige opstanden in de jaren zeventig, maar het tij viel niet meer te keren. Duizenden havenarbeiders raakten werkloos en bleven dat ook, want nieuw werk voor deze ongeschoolde mannen kwam er nooit.
Nog altijd zit een groot deel van de inwoners werkloos thuis. Of in de pub, waar de kans groot is dat je middenin een vrijgezellenfeest beland belandt. Engelse bruiden en bruidegommen in spe komen massaal naar Liverpool om hun stag- of hen-party te vieren. Op ieder tijdstip van de dag kun je hier brallende lads in oversized luiers voorbij zien komen, of halfnaakte ladettes die hun goedkope pumps hebben uitgetrokken en blootsvoets hun weg door de stad zoeken.
World Heritage Sites
Op een van de laatste junidagen van het jaar giert een kille wind over de kades van de stad, begeleid door dichte gordijnen van regen. Ian Wray laat zich door deze Engelse zomerdag niet ontmoedigen. Zonder paraplu arriveert hij bij de ingang van de Tate Gallery. Deze kleine professor zal me rondleiden door de zes gebieden in het centrum van de stad die tezamen Liverpools werelderfgoed vormen. Dat een gids noodzakelijk is, blijkt al snel, want hoe trots de stad ook zegt te zijn op haar werelderfgoedstatus, bewegwijzering ontbreekt volledig. Nergens staat aangegeven wat nu tot het werelderfgoed behoort en wat niet. Professor Wray, die zowel geograaf als planoloog is, en ook nog eens voorzitter van de stuurgroep Werelderfgoed Liverpool, noemt dat ‘ongelofelijk frustrerend’. Onze gids is vermoedelijk een van de weinige inwoners van de stad die precies weten waar de onzichtbare grenzen lopen en hij zet er flink de pas in, want de verschillende World Heritage Sites grenzen niet aan elkaar.
Van elk gebouw dat we passeren, kent hij de geschiedenis. Of het nu de unieke achttiende-eeuwse Town Hall is, of de spiegelende kapsalon van celebritykapper Herbert alias de King of Bling, die nog niet zo lang geleden figureerde in een realitysoap op ITV.
Wat maakt Liverpool, gebouwd op een zandheuvel aan de oevers van de Mersey, zo bijzonder in de ogen van Unesco? Dat heeft alles te maken met het roemrijke verleden van de stad. In de achttiende eeuw verliep de handel in suiker, katoen en tabak al voor een groot deel via Liverpool. In 1905 was de haven groter dan die van New York. Meer dan twaalf miljoen mensen stapten hier op de boot naar hun nieuwe leven in Amerika, Canada of Australië. En hoewel de stad tijdens de Blitz in WOII ongenadig gebombardeerd werd door de Luftwaffe vanwege haar positie als bevoorradingscentrum van de Britse en Amerikaanse troepen, bleven er heel wat gebouwen uit die glorietijd gespaard. Wie er oog voor heeft, kan hier dus zien hoe een van de belangrijkste haven- en handelssteden van het Britse koninkrijk functioneerde. Of, in de woorden van Unesco: ‘Liverpool Maritime Mercantile City is the supreme example of a commercial port at the time of Britain’s greatest global influence.’
The Beatles
Drie redenen waren er in 2004 om Liverpool de status toe te kennen: de rol die de stad speelde op het gebied van havenmanagement en internationale handel, de karakteristieke pakhuizen in het havengebied en de demografische factor: zowel de slavenhandel als de massale emigratie vanuit Europa naar de Nieuwe Wereld verliep via deze kades.
Ook op infrastructureel gebied was de stad voortdurend bezig zichzelf te vernieuwen. In 1715 werd het eerste commerciële wet dock geopend, een bassin waarin het water kunstmatig hoog werd gehouden zodat de havenarbeiders grote schepen konden laden en lossen zonder afhankelijk te zijn van de getijden. Voorheen bepaalden eb en vloed van de Mersey wanneer de schepen konden binnenvaren. In 1830 volgde de eerste passagiersspoorlijn met dienstregeling, tussen Liverpool en Manchester; alweer een wereldwijde noviteit. In 1857 verliep ruim veertig procent van alle Britse export via Liverpool. Om de enorme activiteit op de kades in goede banen te leiden, werd in 1893 de Liverpool Overhead Railway geopend. Voortaan konden havenarbeiders en zeelieden vijf meter boven de grond over een lengte van ruim tien kilometer vervoerd worden naar hun schip.
Het zijn herinneringen die Liverpool koestert in de vele musea die de stad rijk is. Er is een maritiem museum, een slavernijmuseum en een museum over de historie van de stad. Maar de realiteit is dat toeristen hier doorgaans niet komen om te zien hoe de haven vroeger functioneerde. Die komen voor The Beatles. In het kielzog van Ian Wray passeren we tientallen cafés van waaruit ‘Penny Lane’ klinkt, of ‘Strawberry Fields Forever’. In het straatje waar de Beatles naar verluidt graag een biertje dronken, valt de overdadige kerstverlichting op. ‘Lucy in the Sky with Diamonds’, verduidelijkt Wray.
Overigens heeft hij wel een theorietje waarmee hij The Beatles aan het werelderfgoed weet te koppelen. ‘Een van de redenen voor Unesco om dit gebied uit te roepen tot World Heritage Site is de historie van de slavenhandel. Als die er niet was geweest, was er in Amerika geen blues en jazz geweest, en had Elvis Presley zich niet kunnen laten inspireren door die muziek. Tot ver in de jaren vijftig voeren er vanuit Liverpool grote oceaanstomers op en neer naar Amerika. De mensen die daarop werkten, namen platen mee terug en zo kwamen The Beatles ermee in aanraking.’ De conclusie van professor Wray: ‘Good things often do come out of evil.’
Liverpool Waters
Terwijl we de stad doorkruisen, en Wray voortdurend wijst op bijzondere gevels of onverwachte doorkijkjes, vragen we hem hoe het nu zit met die private investeerder die de werelderfgoedstatus van de stad op losse schroeven heeft gezet met zijn wilde plannen. Liverpool Waters heet het ambitieuze project van de firma Peel Holdings, een vastgoedgigant. Alles bij elkaar is er ruim tien miljard pond aan investeringen mee gemoeid. Vijf miljard aan deze kant van de Mersey, en nog eens vijf aan de overkant. Peel heeft een deel van het braakliggende havengebied in het noorden van de stad gekocht en wil daar wolkenkrabbers neerzetten die hun weerga in het Verenigd Koninkrijk niet kennen. Een geweldige investering voor de stad, die zwaar getroffen is door de recessie. In december 2011 publiceerde de Daily Mail een landelijke toptien van deelgemeenten waar de meeste uitkeringen werden verstrekt. Vijf van de tien bleken zich in Liverpool te bevinden.
Volgens Ian Wray moet de gemeente de komende jaren maar liefst 52 procent bezuinigen en heeft de burgemeester al aangekondigd dat de kans groot is dat de uitkeringen over twee jaar simpelweg niet meer betaald kunnen worden. In het licht van dat horror-scenario is het logisch dat veel Liverpudlians de bouwplannen van Peel Holdings toejuichen. Als die doorgaan, betekent dat duizenden nieuwe banen voor de komende decennia.
Zijn er mensen te vinden die tegen de plannen van Peel zijn? Ja, er is een handjevol goed ingevoerde actievoerders dat zich zorgen maakt over de stad, maar de meeste bewoners willen gewoon allebei: én de werelderfgoedstatus, én de tien miljard van Peel. Zo ook de in fraai kostuum gestoken portier van de Town Hall.
King John
Robert Franks staat al 34 jaar bij de deur van dit achttiende-eeuwse monumentale gemeentehuis, dat nog altijd als zodanig in gebruik is. Scouser Franks is trots op zijn stad en begint een lang verhaal over de geschiedenis, die rond 1200 bij King John begint. Hij prijst het kosmopolitische karakter. Wisten we bijvoorbeeld dat de oudste Chinese gemeenschap van Europa hier gevestigd is? De Chinezen waren hier volgens Franks zelfs al voor King John. Op de voor de hand liggende vraag hoe die hier dan verzeild raakten, volgt een niet geheel overtuigende uitleg. Gelukkig kwamen we daar niet voor. We willen weten hoe hij over Liverpool Waters denkt. Is hij voor of tegen? Franks antwoordt als een volleerde diplomaat: ‘De stad heeft deze investering nodig en het aangezicht zal niet echt beschadigd worden, zolang het smaakvol gedaan wordt. We zouden het heel erg vinden als we de werelderfgoedstatus zouden verliezen, maar ik ben heel positief gestemd over de toekomst van de stad.’
Op dat moment mengt zich een oudere heer in het gesprek. Rien Sikkel blijkt een Nederlander te zijn die in Bangkok woont en die toevallig een dag in Liverpool is voor het werelderfgoed. Nou ja, na enig doorvragen geeft hij toe dat The Beatles een minstens zo belangrijke reden zijn voor zijn bezoek aan de stad. Maar, zo voegt hij er snel aan toe: ‘Altijd als ik reis probeer ik een werelderfgoedplek te bekijken. Het is niet zo dat ik de hele wereld afreis om ze af te strepen, maar als er een in de buurt is, maak ik wel een omweg.’
Mona Lisa
Na ons twee dagen vergaapt te hebben aan de onverwachte pracht van Liverpool, hebben we nog steeds niemand gesproken die echt kan uitleggen waarom de plannen van Peel zo funest zouden zijn voor de stad. Het gaat immers om de ontwikkeling van een weinig aantrekkelijk braakliggend havengebied aan de uiterste rand van het centrum? In een opiniestuk in de Liverpool Daily Post werd het als volgt verwoord: ‘Als je de Mona Lisa van een nieuwe lijst voorziet, is het toch nog steeds de Mona Lisa?’
Deze vraag leggen we voor aan Ron van Oers. Hij is de inspecteur die in opdracht van Unesco tot tweemaal toe naar Liverpool reisde om te rapporteren over de gevolgen van de plannen van Peel voor het aangezicht van de stad. Zijn bevindingen leidden er uiteindelijk toe dat Liverpool op de lijst bedreigd werelderfgoed belandde. Van Oers: ‘Je hebt in Liverpool te maken met een aantal voormalige havengebieden die herontwikkeld moeten worden, daar zijn we het allemaal over eens, want dat is gewoon een eyesore. Dat is dus helemaal de discussie niet. Maar als je aan de overkant van de Mersey gaat staan, heb je een fantastisch zicht op het profiel van Liverpool. Dan zie je een soort tentconstructie, waarin het centrale deel gevormd wordt door drie gezichtsbepalende voormalige bank-en verzekeringsgebouwen. Dat loopt naar een lager profiel toe naar de zijkanten, waar van oudsher pakhuizen stonden. Dat profiel moet je herintepreteren en waarderen. Aan de rechterzijde is dat netjes gereconstrueerd en gerenoveerd, maar Peel wil nu aan de linkerkant een volledig nieuw central business district neerzetten, waarmee het zwaartepunt wordt verplaatst en het profiel wordt verstoord. Er is geen symmetrie meer tussen links en rechts, terwijl die er wel altijd geweest is. Wij hebben dus bezwaar gemaakt tegen het plan van Peel, dat geen recht doet aan de historie van Liverpool. Daar was Peel het helemaal niet mee eens. Die zette de hakken in het zand en weigerde de plannen aan te passen.
Peel Holdings heeft dat gebied gekocht met in het achterhoofd dat het een world heritage site is. Daar kunnen ze enorm veel geld aan verdienen. Maar de hele vormgeving en de geplande dichtheid van de massa op die locatie hebben niets te maken met een fatsoenlijke herintepretatie van waar werelderfgoed in Liverpool voor staat. Danger listing is een laatste toevlucht, maar ik denk dat het goed is dat wij duidelijk hebben gemaakt dat niet alles kan. Er zijn grenzen aan hoe we tegen dingen aankijken.’
Money talks
Van Oers legt uit hoe complex en politiek gevoelig een besluit als dit ligt, hoeveel belanghebbende partijen er zijn en hoe weinig gewone burgers vaak begrijpen van het hele besluitvormingsproces. ‘Bij Unesco zijn we ons ervan bewust dat elk besluit een precedent schept. Wij weten dat de wereld over onze schouder meekijkt bij elke beslissing die we nemen. Het kan jaren duren voordat een site daadwerkelijk van de werelderfgoedlijst wordt afgehaald, maar het gebeurt wel. Dresden is voor minder van de lijst gehaald dan voor wat men in Liverpool van plan is. Dresden was een continuing cultural landscape, herbouwd naar een heel beroemd schilderij van Canaletto. Toen hebben ze er een brug bij gebouwd. Dat was het equivalent van een klein soldaatje schilderen in de Nachtwacht. Dan kun je zeggen: wat is nou het probleem, op de Nachtwacht staan toch allemaal soldaten? Ja, maar het is wel de Nachtwacht.’
En hoe zit het met die nieuwe lijst om de Mona Lisa? ‘Dan zou ik pareren: het ligt er aan wat voor lijst dat is. Als iedereen alleen nog maar naar die lijst staat te staren in plaats van naar de Mona Lisa, wat is dan nog het effect?’
We keren nog even terug naar de kades van Liverpool, waar we onder een loodgrijze hemel afscheid nemen van Ian Wray. Hij heeft net uitgelegd waarom Ron van Oers ongelijk heeft als hij zegt dat hoogbouw niet thuishoort in het profiel van Liverpool. ‘De realiteit is dat er al heel veel hoge gebouwen staan en dat die probleemloos integreren in het stadsgezicht.’
Van Oers begrijpt best dat het lastig is: ‘Liverpool was op sterven na dood en de renaissance die de stad doormaakt is enorm te waarderen. Het is in ieders belang dat dit proces gewoon doorgaat. Maar dat betekent niet dat alles mag. Money talks, dat weten we allemaal, maar het moet wel binnen bepaalde kaders blijven. En die kaders kunnen we in mijn optiek vrij makkelijk uitonderhandelen.’
Hoe de stad er over dertig jaar uit zal zien, weet niemand, maar feit is dat sommige Scousers hun stad inmiddels al Liverpeel zijn gaan noemen.