Als naïeve jonge journalist meende Chris Kijne dat straatarme Afrikanen een veel te rooskleurig beeld van Europa hadden. Zag hij dat verkeerd?

Och, wat ben ik mijn lieve moedertje -  haar God hebbe haar ziel - dankbaar. Vanaf het begin van wat inmiddels zomaar een journalistieke carrière blijkt te zijn geworden, hield zij plakboeken bij. Zelf ben ik niet zo van het archiveren, überhaupt niet zo van het geregeld leven, maar dankzij haar weet ik dat het migratieprobleem in 1981 voor het eerst op mijn netvlies kwam.

Ik werkte voor het regionale dagblad de Gooi- en Eemlander en had op de buitenlandredactie mijn geliefde Afrika onder beheer. Nooit geweest, dus de gloedvolle verhalen die ik die eerste jaren schreef over de kracht van de vakbeweging in Opper-Volta – in werkelijkheid vermoedelijk twee mensen in de hoofdstad van een land waar de rest van de bevolking zich vooral afvroeg of  er die dag te eten zou zijn – kunnen met een korreltje zout genomen worden.

Dat jaar reisde ik, grotendeels op eigen kosten, zes weken rond in Opper-Volta – het huidige Burkina Faso – en Mali. Met twee verhalen als resultaat. In de plakboeken zijn het, op een paar korte nieuwsstukjes na, de laatste die over Afrika gaan. Twee pagina’s later wordt de Publieke Omroep mijn onderwerp. Ik was er in Afrika achter gekomen dat het journalistiek toch niet helemaal in de haak was om vanachter een Hilversums bureau, met een Hollands referentiekader, waanwijzerig te doen over een immens continent met een buitengewoon complexe werkelijkheid. De omroep was om de hoek en leende zich iets beter voor eigen waarheidsvinding.

naïef verhaal

Het laatste van die twee reisstukken gaat over Isakha. En ach lieve heer, wat is het een naïef verhaal van een witte jongen die romantisch vertederd is door het sociale leven in dat straatarme land. En die het waagt om Isakha, de hulp-op-afroep van onze gastheer ter plaatse, te kapittelen over zijn wens om naar Europa te gaan. En het misverstand dat hij meent waar te nemen. Want wat zou Isakha thuis een arm maar idyllisch leven kunnen leiden, als hij door zijn werk voor de blanke maar niet was aangestoken door het consumptievirus. Terwijl zijn idee van het Europese paradijs in zo’n schril contrast staat met dat waar ik wel iets over wist: de werkelijkheid van de illegale Afrikaanse migrant in Europa.

Voor het effect noemde ik dat Het Grote Misverstand.

Maar misschien hoef ik me dáár toch niet zo heel erg voor te schamen. Onlangs werd ik attent gemaakt op het crossmediale project Surprising Europe. Een door het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar ook Al Jazeera en Human bijvoorbeeld, ondersteund platform vol filmpjes en commentaren, opgezet door de Oegandese fotojournalist Ssuuna Golooba.

En die weet wel waar hij het over heeft. 

schipholbrand

Met dezelfde dromen als Isakha was hij naar Europa gekomen om daar uit te vinden wat het leven van een illegaal betekent. Leven in een duister Duits keldertje was een eerste fase, de tweede was het meemaken van de Schipholbrand in 2005. Die laatste ervaring deed zijn journalistieke instinct opnieuw opvlammen en hij nam de taak op zich een platform te maken waar Afrikaanse migranten hun thuisfront proberen op een eerlijke manier te vertellen wat het illegale leven in Europa inhoudt.

Zodat bijvoorbeeld de verwachtingen van de familie thuis getemperd kunnen worden. Waardoor de schaamteval die veel migranten klem zet - vertrokken als grote belofte en nooit willen terugkeren als mislukking - niet meer zo snel dichtklapt.

Het is een prachtig project. En ook buitengewoon verdrietig. Omdat dat migrantenleven vaak zo treurig is. En omdat het misverstand zo begrijpelijk is. En omdat het nog steeds hovaardig zou zijn om mensen het idee te ontzeggen dat ze in Europa een beter leven kunnen opbouwen. En omdat het ook domweg zo is dat al het geld dat via de migratie terugvloeit naar de landen van herkomst daar meer voorspoed brengt dan welk budget voor ontwikkelingssamenwerking ook.

Maar het gaat gepaard met zoveel verdriet. Over al die aspecten wordt op Surprising Europe bericht door de mensen die het weten kunnen. En niet door witte romantische Kuifjes aan het begin van hun carrière.

populistisch geweld

Of, for that matter, door politici die met een oog op het populistisch geweld in eigen land al jaren proberen de grenzen dicht te houden en tegelijkertijd het budget voor ontwikkelingssamenwerking afknijpen. Die, net terug van die verschrikkelijke Macedonische grens, in Nieuwsuur met vochtige ogen beweren dat hun pleidooi voor het sluiten van de buitengrenzen ingegeven is door bekommernis om al die Isakha’s die in de Middelandse Zee verdrinken.

Maar die zelf namen hun partij de afgelopen jaren helemaal nooit gepleit hebben voor een verstandig Europees arbeidsmigratiebeleid, waarbij mensen hier legaal naartoe kunnen komen, om hier legaal te werken en geld naar huis te sturen, of te studeren, met afspraken over terugkeer na een aantal jaren en een aangepast verzorgingsstaat-regime.

Die met hun anti-vluchtelingenbeleid, zoals ieder deskundige weet , juist de mensensmokkelaars hun slachtoffers in de schoot werpen. Die met hun mantra van opvang in de regio ook alle feiten negeren. En die dus ook geen enkele moeite doen om de dromen van migranten als Isakha en de harde werkelijkheid met elkaar te verzoenen.

Die krokodillentranen huilen in plaats van het Grote Misverstand de wereld uit te helpen.