De afgelopen twee weken zat ik op een berg in Oostenrijk. Letterlijk. De bedoeling van de onderneming was, onder meer, om de trein aan internationale grote kwesties en kleinigheden die dagelijks beroepshalve door mijn hersenpan raast, even tot stilstand te brengen.
Iedereen uitstappen en snel wegwezen, graag.
Vroeger was een berg in Oostenrijk daartoe afdoende. Zodanig zelfs dat – en hetzelfde gold voor dat leuke dorpje in Frankrijk wat nog door niemand was ontdekt, of dat énige strandje in Italië – zodanig dat het van de weeromstuit weer een sport, zo niet een behoefte werd om in die rustieke oorden een plaatselijke Buchladen, Tabac of Chiosco di Giornali te vinden waar ze een Volkskrant hadden.
Die behoefte kon zo sterk worden dat ik zelfs blij was met een AD of een Telegraaf.
Die tijden zijn veranderd, zegt u dat wel. Ook op de Oostenrijkse berg is het tegenwoordig zaak om tot in de slaapkamer van het volledig uit lokale houtsoorten opgetrokken appartement een firewall op te werpen tegen het nieuws dat door alle kieren en naden voortdurend blijft binnendringen.
Nee, afblijven! Niet die telefoon aanraken, niet op twitter kijken, niet toch de digitale krantenkiosk leegtrekken. Boek uitlezen!
Uitlaten die televisie met vijftig kanalen! Kan iemand de afstandbediening verstoppen?