De wereld staat nooit stil, en in deze tijd van onbegrensde communicatie is het knap lastig om dat zelf wel af en toe te doen, ondervindt Chris Kijne.

De afgelopen twee weken zat ik op een berg in Oostenrijk. Letterlijk. De bedoeling van de onderneming was, onder meer, om de trein aan internationale grote kwesties en kleinigheden die dagelijks beroepshalve door mijn hersenpan raast, even tot stilstand te brengen.

Iedereen uitstappen en snel wegwezen, graag.

Vroeger was een berg in Oostenrijk daartoe afdoende. Zodanig zelfs dat – en hetzelfde gold voor dat leuke dorpje in Frankrijk wat nog door niemand was ontdekt, of dat énige strandje in Italië – zodanig dat het van de weeromstuit weer een sport, zo niet een behoefte werd om in die rustieke oorden een plaatselijke Buchladen, Tabac of Chiosco di Giornali  te vinden waar ze een Volkskrant hadden.

Die behoefte kon zo sterk worden dat ik zelfs blij was met een AD of een Telegraaf.

Die tijden zijn veranderd, zegt u dat wel. Ook op de Oostenrijkse berg is het tegenwoordig zaak om tot in de slaapkamer van het volledig uit lokale houtsoorten opgetrokken appartement een firewall op te werpen tegen het nieuws dat door alle kieren en naden voortdurend blijft binnendringen.

Nee, afblijven! Niet die telefoon aanraken, niet op twitter kijken, niet toch de digitale krantenkiosk leegtrekken. Boek uitlezen!

Uitlaten die televisie met vijftig kanalen! Kan iemand de afstandbediening verstoppen?

keihard pompend infuus

In veel opzichten leven wij, economisch, sociaal cultureel en technologisch, in een uitzonderingsgebied. Wat wij hier beschouwen als een ondergrens van fatsoenlijk leven, is in het overgrote deel van de wereld voor de meeste mensen nog steeds een onhaalbaar ideaal. Maar even afgezien van de vraag of ons onafgebroken druppelende, zo niet keihard pompende infuus van de wereldwijde feitenstroom onderdeel van dat ideaal zou moeten zijn: voor die verbondenheid geldt inmiddels dat het wereldwijd onderdeel is geworden van het dagelijks leven van heel veel mensen.

Toen we recentelijk een Tegenlicht-aflevering maakten over de plannen die Internet-reuzen hebben om ook de laatste ‘white-spots’ in Afrika te voorzien van goedkoop en toegankelijk internet, drong de revolutie voor het eerst in volle omvang tot me door. Want opeens stond ik weer op het postkantoor in Bobo-Dioulasso, in het noorden van wat nu Bourkina Faso is, maar toen, begin jaren tachtig, nog Opper Volta heette. En voelde weer de opwinding toen na lang zoeken en enig onderhandelen de loketbeambte ergens een blauwwitte luchtpostenveloppe vandaan toverde waarmee de thuisblijvers Poste restante met ons in verbinding bleven. Dat ging net twee keer, in de zes weken die we op reis waren: een brief deed er ongeveer drie weken over.

Dat is pas ruim dertig jaar geleden.

opgewonden ghanezen

Nu is het, om het voorbeeld om te draaien, ieder donderdagochtend, wanneer onze huishoudelijk assistente Linda in huis de baas is, een kakofonie van Ashanti Twi om me heen. Hangend aan mijn wi-fi jaagt Linda’s telefoon een onafgebroken stroom van opgewonden Ghanezen door de keuken.

Of ze nu naar haar favoriete Okay FM luistert, uit Accra, of naar het in Engeland gevestigde Sources Radio, waar ze vanwege de vestigingsplaats net iets harder kunnen schelden op de vermaledijde president, of naar Top103.1 uit Kumasi, overal wordt op hoge toon gediscussieerd.

Vorige week ging het over twee Guantanamo-onschuldigen die door Amerika naar Ghana gebracht zouden worden. Linda was er sterk op tegen. Twee boze moslims, die zouden het maatschappelijk leven in Ghana ernstig ontwrichten; daar was ze, met veel inbellers in Accra, van overtuigd. Deze week ontstak ze, op mijn vraag waar iedereen zich nú weer zo over opwond, ook weer zelf in een tirade. Die verdomde Foulani, de rondtrekkende veehouders, kwamen de grens over uit Mali en via Bourkina helemaal naar het noorden van Ghana waar hun verdomde Foulani-koeien de Ghanese oogst opvraten. 

De maat is vol: het wordt oorlog!

En zo klonk het zeker op OkayFM.

white spots

We zullen zien. En nu de trein in mijn hoofd weer rijdt, beschouw ik Linda, OkayFM en Sources Radio één keer per week als een welkome aanvulling op mijn bronnenarsenaal.

Maar voor iedereen die wel eens terugverlangt naar Poste restante of de Oostenrijkse Berg van vroeger, is er óók goed nieuws. Tegenlicht-collega Bregtje van der Haak is al enige tijd bezig met een app die u waar ook ter wereld naar de dichtstbijzijnde internetloze white spot brengt. Voor de presentatie moet u even naar Austin, Texas, maar dan heb je ook wat.

Rust.