Je moet met het zuur in de benen toch vol bravoure naar de finish kunnen lopen. Dat kenmerkt de ware 800-meterloper. Nederlandse vrouwen en mannen wonnen op dat onderdeel elf medailles op internationale toernooien. Thijmen Kupers voegt er daar bij de EK in Amsterdam graag een twaalfde aan toe. Liefst stormt hij van de start tot de eindstreep op kop. ‘Gewoon, omdat ik dat wel stoer vind.’
Op die manier – of je van tactiek kunt spreken valt te betwijfelen – verraste hij in maart vorig jaar bij de EK indoor in Praag de concurrenten. In de halve finale liep hij meteen bij ze weg. In de finale deed hij halverwege de wedstrijd hetzelfde. Was dat brutaliteit? ‘Het gaf me rust in mijn hoofd’, zo kijkt de 24-jarige Kupers terug. ‘Als ik op kop loop, bepaal ik het speelveld. Als je steeds op anderen reageert, loop je het gevaar jezelf op te blazen.’
In Praag dacht hij even dat hij er goud mee kon winnen, maar twee tegenstanders wisten hem nog te achterhalen. ‘Hoe ik die in Amsterdam wel kan verslaan? Geen botten breken, zoals me eens bij een fietstraining overkwam. Dat helpt. Alles komt aan op een goede, lange voorbereiding. Consequent doortrainen, dan word ik ook sneller,’ zo wist hij toen al.