Holland Festival 2017

Weeshuis van het Holland Festival, festivalfocus: muziek uit Indonesië, pareltjes uit 70 jaar Holland Festival

Naast de drie afleveringen van Het Weeshuis van de Nederlandse Muziek in Splendor Amsterdam en pareltjes uit 70 jaar Holland Festival, heeft een aantal redacteuren van Vrije Geluiden verslag gedaan van enkele concerten die op het festival plaastvonden. Lees snel verder...

Holland Festival Parels: radio- en televisiefragmenten uit 70 jaar Holland Festival

In samenwerking tussen Holland Festival, VPRO en NTR worden zeventig televisiefragmenten opgenomen in het YouTube-kanaal dat je hiernaast ziet. Pareltjes uit 70 jaar Holland Festival, zoals - onder veel meer - een interview met componist Peter Schat over de opera 'Reconstructie', de Keizerlijke Hofkapel uit Japan, Soefi-zangeres Abida Parveen, en een historische fragment met Benjamin Britten en Peter Pears.

Festivalfocus: muziek uit Indonesië

Het Holland Festival heeft dit jaar ruimte vrij gemaakt voor nieuwe muziek uit Indonesië - dat leverde goed bezochte concerten en zeer positieve reacties op. Tijdens 'A Night in Indonesia' in de Amsterdamse poptempel Paradiso klonken in een snelkookpan - op zolder in de kleine zaal, beneden in de grote zaal en onder in de kelder - indrukwekkende, soms verontrustende geluiden. Geluiden die totaal tegengesteld zijn aan de klassieke hofmuziek uit Java, oubollige kroncong, zwoele dangdut, kitsche campur sari of zoete popmuziek. Nee, dit was geen muziek voor tere zieltjes, want Paradiso stond in het teken van noise, trash, impro en bass met zware geëngageerde teksten. Van deze onvergetelijke avond heb ik als een razende reporter impressies geschoten en met enkele artiesten gesproken. Zie de video.

Charlie Crooijmans

Ruang Suara - klankruimtes

In het Muziekgebouw aan ’t IJ stond op 17 juni Ensemble Modern met zes werken van jonge Indonesische componisten. De samenwerking is in 2014 op poten gezet door KfW Stiftung en het Goethe-Institut in Jakarta. In 2015 reisden acht componisten uit verschillende delen van Indonesië naar Frankfurt om ideeën uit te wisselen. Ze hebben vervolgens een eigen invulling gegeven aan de ontmoeting tussen de Westerse en Indonesische muziek. Het is jammer dat de inleiding voor het concert niet toegespitst was op dit proces! In plaats daarvan kregen we een rommelige staalkaart van de (traditionele) muziek uit de archipel.

Het toonaangevende Ensemble Modern uit Frankfurt werd geleid door de kundige Bas Wiegers. Hieronder worden de werken beschreven.
Klik op 'open'.

De zee staat centraal in het vierdelige Belayia (2015) van Tauflik A. Adam uit de kust van West-Sumatra. De delen heten: Het vaarwel voor het afvaren, De reis, Heimwee, Thuis komen, en de Coda: Het resultaat. Belayia klinkt westers, bedeesd en romantisch en bevat tegelijkertijd duidelijke traditionele elementen, zoals de manier van spelen - bijv. de violen die interlocken -, het toonmateriaal en de focus op de fluit.

Mata dan Senar (2015) van Stevie J. Sutanto uit Java is een stuk voor snaarinstrumenten: de traditionele rebab (twee-snarige vedel), piano, viool, altviool, cello, en meerkanaals luidsprekers plus beeldscherm. Zowel de klanken van de snaren als de almaar andere ogen op het beeldscherm (zie foto) werden steeds een beetje overstuurd. De spanning werd flink opgevoerd. In dit werk onderzocht Suanto de mogelijke en van elkaar verschillende relaties tussen het bekende en het onbekende, het zichtbare en het onzichtbare, het gehoorde en het ongehoorde, het geleerde en het niet-geleerde. Uiteindelijk loste de spanning in het niets op.

In Open my door (2015) van de Balinese Dewa Alit, onderzocht de componiste een verbinding tussen gamelan en westerse muziek, wat resulteerde in veel speelse glissandi en kakofonische uitbarstingen. De piano en de contrabas zaten bijna in een soort jazz-modus.

Het leukste stuk van de avond was Da-Dha-Dah (2015) van Gema Swaratyagita uit Surabaya. Bas Wiegers stond aanvankelijk alleen te dirigeren terwijl er lawaai klonk vanachter de coulissen. Een aantal muzikanten met fluit, klarinet en een handvol rijst kwam op vanuit de zaal. Andere geestige momenten: het niezen van Wiegers en Wiegers bekogeld met propjes papier. De Ursonate van Kurt Schwitters vormt het basisidee in combinatie met traditionele Indonesische theatervormen. Net als Schwitters gaat het Swaratyagita om een 'verhaal zonder woorden, lyriek zonder betekenis, muziek zonder verhaal'.

Musim Timur (2017) van het powerduo Senyawa (ook in de reportage van A Night in Indonesia in Paradiso te zien) was intense. Rully Shabara met zijn screams en grunts liet samen met Wukir Suryadi op z'n zelfgemaakte trash-bamboe-instrument iedereen behoorlijk schrikken. Het duo werd bijgestaan door enkele musici van het orkest waaronder de trompettist die eerst heel naîef klonk maar algauw meezwolg in het geweld. Fantastisch!

Tot slot Mihrab (2015) van Gatot Danar Sulistiyanto voor suluk (zang), rebab en zestien instrumenten. Een mooi stuk waarbij de Javaanse de rebab en de suluk die je ook bij het schimmenspel hoort, een dialoog voeren met de westerse instrumenten. Sulistiyanto wil dat dit zich afspeeld in een rituele ruimte waar begroetingen worden uitgewisseld tussen schepper en schepsels. Dat geldt wat mij betreft voor de hele avond die zeer geslaagd was en naar meer smaakt.

Charlie Crooijmans

Setan Jawa

Het absolute hoogtepunt van de Indonesische programmering is de zwijgende zwart/wit film Setan Jawa ('Javaanse duivel') van Garin Nugroho (Opera Jawa, Daun di Atas Bantal). Setan Jawa is het tragische liefdesverhaal van een onbemiddelde jongeman die zijn ziel verkoopt aan de duivel om het hart van de mooie aristocratische Asih te kunnen veroveren. De gevolgen zijn dramatisch en dat werd met minimale middelen en symboliek effectief weergegeven.

De live uitgevoerde muziek werd gecomponeerd door Rahayu Supanggah en de Australische Iain Grandage. Supanggah's Garasi Seni Benawa (klassieke en hedendaagse gamelan) en het Nederlands Kamerorkest zorgden voor een geslaagde mengvorm die in dienst staat van de beelden.

'Nasi campur' (gemixte rijst) - daar houdt regisseur Nugroho van, liet hij in een voorgesprek met Peter van Amstel weten. En dat is van toepassing op alle vlakken. Want ook de beelden zijn voortgekomen uit een mengsel van inspriratiebronnen. Zoals de films uit de jaren twintig van de vorige eeuw (Nosferatu, Metropolis) en de traditionele Javaanse wajang kulit (schimmenspel).

Ook het tijdsconcept is een vermenging van heden en verleden. Het decor is de periode tijdens het koloniale tijdperk, maar het is geen historisch drama. De Javaanse batikkleding en de gestileerde dansen zijn net zo traditioneel als eigentijds. De sfeer van de film is magisch realistisch, dat prachtig wordt verbeeld in de mystieke symboliek. Nugroho liet zich niet alleen inspireren door de schaduwen van de wajang kulit, maar ook door de schilders Tjitro Waloejo (1912-1990) en Salvador Dali (1904-1989). De (soms afzichtelijke) maskers en de bewegingen in interactie met de muziek waren ronduit spannend en sensueel.

Na afloop barstte minutenlang een staande ovatie los. Gelukkig werd deze niet-te-missen-voorstelling twee keer uitgevoerd.

Charlie Crooijmans

Het Weeshuis van het Holland Festival

In de geschiedenis van het Holland Festival klonken vele nieuwe werken van Nederlandse componisten. Sommige van die composities worden nooit meer gespeeld - en da's vaak best zonde! Want er zitten pareltjes tussen die vergeten werken. Het Weeshuis van het Holland Festival pikte er een aantal uit: van Jan van Vlijmen, Misja Mengelberg, Louis, Jurriaan en Hendrik Andriessen, Willem Breuker en Maarten Bon.
Hieronder kun je alle drie de avonden terug horen èn zien!

Boi Akih in A Night in Indonesia