De Tegenlicht-aflevering 'Goldman Sachs en de vernietiging van Griekenland' vertelde het verhaal over de 'Griekse deal' in 2001 en de gevolgen daarvan. De Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs hielp het Griekse Ministerie van Financiën aan financiële instrumenten om de staatsschuld omlaag te brengen in de boeken. Zo leek die dichterbij de maximaal toegestane grens van 60 procent van het bruto nationaal product (bnp) te liggen. Dit was een criterium voor deelname aan de euro volgens het Verdrag van Maastricht. De Griekse deal leverde Goldman Sachs honderden miljoenen op. Het leidde bovendien tot de verergering van de eurocrisis, door de Griekse schuld uiteindelijk naar de toekomst door te schuiven en groter te maken.
Ziet u door de bomen het bos niet meer? Ook verdwaald in het labyrint van CDO’s, CDS’s, cross-currency swaps, interest rate swaps en obligaties? Dat geeft niets, zelfs de mensen uit het vak snappen er vaak niets meer van. Hieronder een korte handleiding met handige filmpjes en links om deze uiterst gecompliceerde materie iets te verduidelijken. Een les zakendoen volgens Goldman Sachs aan de hand van vier voorbeelden.
De Griekse deal
De deal bestond uit twee delen:
1 - Een reeks cross-currency swaps, die op papier de Griekse schuld met 2,4 miljard euro verlaagden.
We gebruiken de uitleg van Nick Dunbar, de journalist die als eerste over de Griekse deal met Goldman Sachs schreef. Soms is het aantrekkelijk om geld in buitenlandse valuta te lenen. Bijvoorbeeld als de rente van de centrale bank in een ander land heel laag is, waardoor je dus in feite een goedkope lening krijgt. Een nadeel: als de valutakoers van uw eigen land keldert, kan uw schuld de pan uit rijzen. Om dit soort risico’s af te dekken is er de cross-currency swap. Deze swap is een transactie waarmee de buitenlandse lening en rente worden omgezet naar staatsobligaties van uw eigen land, uitgedrukt in de bijbehorende valuta. Hierdoor wordt uw buitenlandse schuld in feite omgezet naar binnenlandse schuld, en wordt het risico van schommelende wisselkoersen beperkt.
Stel: u leent $10 dollar op een moment dat de dollar en de euro een gelijke waarde hebben. Nu doet u een swap met een zakenbank die geen gebruik maakt van de geldende wisselkoers op de markt, maar die veronderstelt dat uw eigen valuta sterker is dan hij in werkelijkheid is. De swap is dan dus gebaseerd op een fictieve wisselkoers. Bijvoorbeeld twee dollar voor één euro. Dat zou je schuld van 10 dollar krimpen naar 5 dollar. Het verschil neemt de bank op zich, maar later moet u dit bedrag terugbetalen aan de bank die de swap uitvoert.
Dit was hoe Goldman Sachs een op maat gemaakte deal voor Griekenland maakte. In feite had Goldman Sachs door een financiële constructie Griekenland een groot bedrag geleend, maar dat hoefde niet als zodanig de boeken in. De nationale schuld werd zo in één klap met 2,4 miljard euro verlaagd.
2: interest rate swap, om Goldman Sachs 2,8 miljard euro terug te betalen.
Omdat de transactie niet als lening in de boeken mocht, moest Goldman Sachs een manier vinden om de Grieken via een andere manier terug te laten betalen. Deze werd gevonden in een zogenaamde interest rate swap. Hierbij worden een variable rente en een vaste rente door twee partijen met elkaar geruild. John Truman Wolfe, auteur van Crisis By Design, geeft uitleg:
'Securing the rights to the tax revenues, they [Goldman Sachs] wrap the repayment into an interest rate swap. (Don’t go to sleep on me now, I’ll explain).
Greece had previously issued some bonds and had to pay the bond holders a fixed rate of interest of 4%. So, as their part of the swap, Goldman agreed to pay Greece a fixed rate of 4%. In return, the government of Greece agreed to pay Goldman a floating rate.
The exact amount Greece had to pay Goldman is not known. However, what is reported is that Goldman received a rate in excess of LIBOR (the rate set in the UK that banks charge each other for short term loans) + 6.6%.
The rate was floating, not fixed, but note that even if LIBOR was zero – 0% – (which it wasn’t) Goldman would be paying Greece 4% but would be receiving 6.6%. The absolute worst they could get, then, was an annual profit of 2.6% on a deal for $10 billion in bonds ($260,000,000).'
De Grieken moesten dus een flinke rekening betalen tot 2019. In 2005 werd de betalingstermijn hiervoor door de financiële moeilijkheden voor Griekenland in een nieuwe deal zelfs verlengd tot 2037. De complete rekening bestond uit regelmatige betalingen met een kunstmatig gemanipuleerde variabele rente erop. In deze hoge variabele rente waren de 'lening' plus de afgesproken rente erop samen met de provisie en onkosten verwerkt. Met alles bij elkaar naar schatting 500 miljoen dollar winst was het een zeer lucratieve deal voor de Amerikaanse investeringsbank.
Déjà vu?
De manier waarop Goldman Sachs Griekenland geld leende heeft veel weg van de manier waarop de problemen in de huizenmarkt in de Verenigde Staten hebben geleid tot de kredietcrisis, zo stelt Nick Dunbar. Griekenland was de huiseigenaar die zijn hypotheek niet meer kon betalen, maar die desondanks veel geld bleef lenen, en zelfs werd aangemoedigd om gefingeerde cijfers op te geven zodat ze meer konden lenen. In beide situaties heeft Goldman Sachs enorm geprofiteerd, werd de economische schade verergerd en leidde het tot de structurele ondermijning van het vertrouwen in het financiële systeem.
Financiële derivaten als Collateralized Debt Obligations (CDO’s) en Credit Default Swaps (CDS’s) speelden hierin een grote rol. Om deze financiële producten te begrijpen kunnen we het beste kijken naar het begin van de kredietcrisis in de Verenigde Staten. Deze animatie legt het goed uit.
Een Collateralized Debt Obligation (CDO) is dus een pakket van verzamelde obligaties, bijvoorbeeld in de vorm van uitstaande hypotheken of leningen. Vaak is zo'n pakket opgedeeld in een veilig, een enigszins veilig onderdeel en een risicovol onderdeel. Elk onderdeel heeft een eigen rentepercentage dat uitbetaald wordt, afhankelijk van de risico's van de betreffende onderdelen. De veiligheid van de onderdelen van een CDO wordt beoordeeld door rating agencies die er een waardering (bijvoorbeeld AAA als het veilig is) aan geven. Tegenlicht maakte eerder dit jaar 'De macht van de rating agencies'.
Een Credit Default Swap (CDS) is het meest verhandelde en de meest gebruikte vorm van kredietderivaten. In feite is het een verzekering op een investering in bijvoorbeeld obligaties. Stel: u leent geld aan iemand. Met een CDS kunt u zich verzekeren tegen een situatie waarin uw lening niet terugbetaald wordt. Maar ook anderen kunnen zo’n verzekering afsluiten op uw lening aan die persoon. Zonder zelf geld geïnvesteerd te hebben. Het eerste CDS contract werd geïntroduceerd door JP Morgan in 1997 en vandaag de dag wordt de totale waarde van de handel erin op 60 biljoen dollar geschat. Dat is meer dan het totale bnp van de hele wereld.
Speculeren tegen je eigen producten
De handel in CDO’s en CDS’en is het afgelopen decennium zo ontwikkeld dat veel investeerders ook verzekeringen op andermans financiële producten konden afsluiten. Deze verzekeringen werden ook gebruikt als erop gespeculeerd werd dat een lener een lening niet kon terugbetalen. Of als het financiële product dat verkocht werd, zoals een CDO, werd gecombineerd met een verzekering. Deze werd er dan als het ware ingebouwd. Hiermee kunnen firma’s dus tegen hun eigen producten speculeren. Deze producten worden synthetische CDO’s genoemd.
Goldman Sachs werd beschuldigd van het speculeren op de daling van de waarde van hun eigen producten (in het geval van de Amerikaanse huizenmarkt). Er gaan verschillende, soms hilarische, vergelijkingen rond om dit uit te leggen.
William D. Cohan legt dit in 'Goldman Sachs en de vernietiging van Griekenland' uit. Omdat Goldman Sachs wist dat de huizenmarkt zou instorten verkochten ze met deze voorkennis veelvuldig synthetische CDO’s die volzaten met risicovolle hypotheken. Deze waren massaal verzekerd bij American International Group (AIG), de grootste verzekeringsmaatschappij ter wereld. Goldman Sachs speculeerde met deze verzekeringen dus in feite tegen hun eigen producten en de huizenmarkt. Veel andere banken en bedrijven deden dit ook. Toen de huizenmarkt instortte, leidde dit tot de val van AIG, die vervolgens met staatssteun gered moest worden. Ook verergerde deze handelswijze van de grote firma's op Wall Street de kredietcrisis in de Verenigde Staten. Goldman Sachs kwam er als één van de weinigen veel sterker uit.
Short selling ABN-AMRO
De Nederlandse bank ABN-AMRO was in 2008 het grootste slachtoffer van een omstreden deal met Goldman Sachs. Hierin regelde de Amerikaanse zakenbank een deal waarin een zeer risicovolle synthetische CDO met de naam Abacus 2007-AC1 (Abacus) voor $841 miljoen dollar aan de Nederlandse bank verkocht werd. Deze CDO was samengesteld door het beleggingsfonds van de miljardair John Paulson, die wedde dat het product zou gaan falen.
Een handelspositie innemen waarbij je speculeert dat een aandeel of de waarde van een product zal dalen wordt in Wall Street-jargon ‘short selling’ of ‘going short’ genoemd. Op deze manier ging Paulson 'short' op de door hem samengestelde CDO die door Goldman Sachs aan ABN-AMRO verkocht werd. Paulson deed dit naar verluidt met voorkennis dat de CDO binnen de kortste keren niets meer waard zou zijn.
De beschuldiging van het verkopen van de synthetische CDO ABACUS met voorkennis dat ze ‘crappy’ zijn, leidde in de Verenigde Staten tot hoorzittingen in de Senaat, waarbij Goldman Sachs gehoord werd. De Securities and Exchange Commission (SEC, de Amerikaanse waakhond van de financiële markten) diende tegen een klacht tegen de zakenbank in wegens verdenking van fraudelente praktijken.
Goldman Sachs wekte de indruk dat Paulson belangen had bij de kwaliteit van de CDO’s (door te zeggen dat Paulson een ‘long position’ innam) en vertelde ABN-Amro dat niet Paulson, maar een andere firma de synthetische CDO’s had samengesteld. Bij elkaar verloren de beleggers circa 1 miljard dollar, waarvan ABN-Amro veruit de grootste klap opving. Goldman Sachs schikte voor $550 miljoen dollar in de zaak en hoefde geen schuld te bekennen.