‘De NPO is een nutteloos ding’, zei PVV-kamerlid Martine van der Velde een aantal maanden geleden. De publieke omroep zou moeten zorgen voor een toegankelijk en divers media-aanbod van goede kwaliteit. Maar volgens de PVV is het dus nutteloos. Opvallend: ze zijn niet de enige, veel politici in Europa die zich ver aan de rechterkant van het spectrum bevinden, leggen de publieke omroep het vuur aan de schenen. Wat zegt dat over de toekomst van de democratie in Europa? Spoiler alert: niet veel goeds.
tekst: Doortje Nieuwenhuijzen
vormgeving: Delyan Pragov
2 juli 2024
Publieke omroepen zijn in principe onafhankelijk, ze krijgen overheidsgeld om mensen van niet-commerciële media te voorzien. Doordat publieke omroepen geen winstoogmerk hebben, is er veel vrijheid om nieuwe concepten te ontwikkelen en kleine doelgroepen of minderheden te bereiken. Die onafhankelijkheid zorgt er ook voor dat een publieke omroep (gegronde) kritiek kan uiten op de overheid of andere grote, invloedrijke organisaties.
De opkomst van extreemrechtse partijen in Europa gaat vaak gepaard met een uithaal naar de publieke omroep. En als je het niet eens bent met het geluid van de omroep kun je twee dingen doen: het zwijgen opleggen óf het geluid aanpassen naar iets dat je wel zint.
Dat laatste gebeurde in Polen. De publieke omroep werd de spreekbuis van de rechts-nationalistische regeringspartij PiS tussen 2015 en 2023. Het vertrouwen in de objectiviteit van de omroep kelderde. Toen PiS eind 2023 werd vervangen door de regering van Donald Tusk ging het roer weer om. Ondanks wettelijke belemmeringen werd de politieke kleur van de jaren ervoor uitgewist. Helaas, vertrouwen gaat te paard en komt te voet, de terugkeer zal dus nog wat tijd kosten.
Ook in Hongarije bemoeit de overheid zich met de uitingen van de publieke omroep, kritische media worden stap voor stap uitgewist. Sinds september is er een wet van kracht ‘ter verdediging van de nationale soevereiniteit’. Op basis van deze wet is een organisatie opgericht die zonder gegronde redenen willekeurige personen of instanties kan onderzoeken. Klinkt nog wat vaag? Een vertegenwoordiger van Orbáns regerende partij maakt concreet welke personen en instanties ze op het oog hebben: ‘pseudo-ngo’s’, ‘dollar-politici’ en uiteraard ‘linkse journalisten’. Bezwaar maken gaat niet, de organisatie die is autonoom en niet te onderwerpen aan regels voor gewone rechtszaken.
In Slowakije is het ook raak: onlangs werd een wetsvoorstel aangenomen om de publieke omroep te vervangen door een nieuwe organisatie. De RTVS moet plaatsmaken voor de STaR, naar verwachting zal die laatste wel meewerken aan overheidspropaganda, de overheid heeft namelijk inspraak in de aanstelling van medewerkers. De Slowaakse premier Fico verwoordt het anders, hij zegt een eind te willen maken aan de haatzaaiing jegens de overheid door de RTVS.
De publieke omroep, er wordt veel over gesproken, maar wat is het nou eigenlijk?
Het zit zo: publieke omroepen ontvangen overheidsgeld. Commerciële omroepen daarentegen hebben een winstoogmerk en krijgen dus geld uit reclame en sponsorinkomsten. Publieke omroepen worden onderhouden door de overheid vanuit het idee dat toegang tot gevarieerde en kwalitatieve media goed is voor de maatschappij. Als je naar publieke omroepen kijkt, krijg je daarom bijvoorbeeld veel minder reclame voorgeschoteld. Ook gesponsorde media hoef je niet te verwachten, iets wat bij commerciële omroepen wel veel gebeurt. In ruil voor de financiering vanuit de overheid moeten omroepen wel van waarde zijn voor de samenleving.
Landelijke publieke omroepen zijn op te delen in drie groepen: taakomroepen, omroepen met een erkenning en omroepen met een voorlopige erkenning. De taakomroepen hebben een specifieke taak die in de mediawet is vastgelegd. De omroepen met een erkenning hebben minimaal 150.000 betalende leden en onderscheiden zich van andere omroepen, bijvoorbeeld door zich te richten op een bepaalde doelgroep. De omroepen met een voorlopige erkenning moeten ook iets toevoegen aan de bestaande programmering maar hoeven minder betalende leden te hebben, minimaal 50.000.
De NPO is de organisatie waaronder alle publieke omroepen vallen. De NPO heeft als taak om te zorgen voor een gevarieerd en kwalitatief media-aanbod voor alle groepen in de samenleving. De programma’s van de publieke omroep mogen zich niet alleen maar richten op het grote publiek, ook kleinere doelgroepen en minderheden moeten aangesproken worden met specifieke programmering. De omroepen kunnen zelf bepalen wat ze willen maken, maar de NPO ziet erop toe dat deze waarden gewaarborgd blijven.
Deze inperkingen van de publieke media zijn ook de Europese politiek niet ontgaan, in maart werd de European Media Freedom Act aangenomen. De nieuwe regels moeten zorgen dat de media in Europa gevarieerd en onafhankelijk blijven. Het lijkt een beetje te werken: het Slowaakse plan is al bijgesteld naar een mildere variant.
Het begint dus op te vallen dat bepaalde politieke partijen in Europa de publieke omroep omvormen tot een propagandamachine. Maar de populisten hoeven niet te treuren: er is nog een manier om de kritische media te ontregelen. Want als je het geluid van de publieke omroep niet kan veranderen, dan zet je het volume gewoon lager!
Buiten dat het natuurlijk ideaal is om bezuinigingen op ‘nutteloze dingen’ te kunnen aankondigen, is het ook een gunstige bijkomstigheid dat een bezuiniging op de onafhankelijke pers hun kritische noten wat dempt. Ondanks het feit dat de publieke omroep in het leven is geroepen om de gehele bevolking van media te voorzien, lijkt onder populistisch Europa de overtuiging te bestaan dat er één specifiek geluid wordt vertegenwoordigd door de publieke omroep. Reden genoeg om erop te bezuinigen, toch?
In Frankrijk heeft het radicaal-rechtse Rassemblement National van Marine le Pen onlangs uitgesproken de publieke omroep te willen privatiseren ‘om geld te besparen’ als ze een meerderheid behalen. Ook in Nederland is de PVV voorstander van een rigoureuze hap uit het budget voor de publieke omroep. En dat terwijl de Nederlandse en Franse publieke omroep in vergelijking met andere Europese publieke omroepen verre van de duurste zijn; de gevierde BBC kost per capita ruim tweemaal zoveel. Ook als onderdeel van het bbp zijn de omroepen relatief goedkoop, het gaat om 0,13% voor de Franse en 0,10% voor de Nederlandse publieke omroep.
Je wordt als politiek leider snel teruggefloten als je morrelt aan de inhoud van media, bezuinigen op de publieke omroep is een veel subtielere manier om het voortbestaan van onafhankelijke journalistiek te bemoeilijken. Wat ook scheelt, is dat je vanuit de overheid helemaal zelf aan de budgeteringsknoppen kunt draaien. Het is een stuk lastiger om media met een winstoogmerk stil te krijgen. Gelukkig is het bij commerciële media dan weer makkelijker om de inhoud te beïnvloeden.
Ook buiten Europa ligt de publieke omroep onder vuur. De Argentijnse president Javier Milei holt de publieke omroep uit. In maart kondigde hij aan dat de nationale nieuwsvoorziening gesloten zou worden. Sindsdien wordt er hevig gespeculeerd over de sluiting of privatisering van de publieke media in Argentinië.
Goed, er is dus een patroon te zien in hoe radicaal-rechtse partijen omgaan met de publieke omroep. We moeten waken voor een situatie waarin de publieke omroep verandert in een propagandamachine. De situatie in Hongarije is er een waar velen afkeer van hebben. Maar waarom zouden we ons ook druk maken om een bezuiniging hier en daar?
Er is veel onderzoek gedaan naar het verband tussen de financiering van vrije publieke media en het functioneren van een democratie. En dat verband blijkt sterk. Zo zijn landen waar de publieke omroep goed gefinancierd is, over het algemeen ook de landen met een hoge democratische index en goed functionerende overheidsinstanties.
Dat betekent natuurlijk niet dat een goed gefinancierde publieke omroep een goed functionerende democratie als gevolg heeft. Maar dat deze dingen samengaan is niet te ontkennen. We kunnen dus niet negeren dat de staat van onze publieke omroep ons ook iets kan vertellen over de staat van onze democratie. Het wegbezuinigen van de publieke omroep in Nederland zou maximaal 1,1 miljard opleveren, een schijntje op een totale begroting van bijna 459 miljard. Ook geeft 52% procent van de Nederlandse bevolking aan de publieke omroep belangrijk te vinden voor de samenleving. Waarom dan toch die bezuinigingen? Die keuze lijkt vooral van symbolische waarde. En dan niet als symbool voor een goed functionerende democratie…
Natuurlijk willen wij graag mooie, belangrijke media blijven maken voor iedereen in Nederland. Maar dit gaat verder dan een preek voor eigen parochie. De bezuiniging op of hervorming van publieke media is een teken van een afbrokkelende democratie. Een situatie zoals die in Hongarije lijkt nog een eind van ons verwijderd, maar als we blijven wegkijken bij ondemocratische besluiten, komen we een stuk dichter bij de Hongaarse praktijken dan ons waarschijnlijk lief is. Meerdere landen gingen ons voor, wordt Nederland de volgende? Daar hebben we zelf invloed op, in een democratie heeft het volk de macht, dus laten we van ons horen.
meer verhalen over de samenleving
-
- lees artikel ‘vervoersarmoede steeds groter probleem in Nederland’
- kijk aflevering ‘kloofdichters’
- lees artikel ‘zo rekent Frankrijk af met autobesitas’
- lees artikel ‘Trans en een kinderwens: wat is er mogelijk?’
- luister podcast ‘waar zijn alle heroïnegebruikers gebleven?’
- lees artikel ‘zo kan ecopopulisme het klimaat en de democratie redden’
- kijk aflevering ‘rebranding migration’
- meer over samenleving