COP29: wat hebben we bereikt?

Hoewel de 29ste klimaattop het best verslagen theekransje van het jaar is geworden, is er op de laatste dag nog weinig bereikt. En nu?

Tekst Tara Vierbergen Beeld Fien Leeflang, 22 november 2024

Terwijl de wereld toch vrij letterlijk in de brand staat, en het klimaat afgemat op een brancard ligt, klaar voor intensive care, is de VN-klimaattop wederom niet per se een succes te noemen.

Wat betreft aanwezigen viel op voorhand vooral op dat een aantal nodige wereldleiders straalde in afwezigheid. Biden was er niet. Xi was er niet. Von der Leyen was er niet. Macron was er niet. Schoof was er niet. En daarmee zaten er een boel grootvervuilers niet aan de klimaatcrisistafel. Kortom, allemaal hadden ze belangrijker dingen op de agenda dan praten over de toekomst van de aarde. Ondertussen stuurden de Taliban wel een clubje afgevaardigden naar Bakoe, de hoofdstad van gast- en olieland Azerbeidzjan.

COP29 geurt mede daardoor toch een beetje naar een theekransje voor de oligarch en de autocraat. Eén waarbij de Azerbeidzjaanse president, Ilham Aliyev, vrolijk kan verkondigen hoe olie en gas toch vooral geschenken Gods zijn, en hoe het Westen zich schuldig maakt aan het verspreiden van nepnieuws rondom fossiele brandstoffen. En waar Saoedi-Arabië zelfs heeft kunnen dreigen dat Arabische landen geen enkele afspraak zullen steunen tegen ‘specifieke sectoren, inclusief fossiele brandstoffen’. Daarmee wil het land de belangrijkste afspraak van COP28 herzien, namelijk het ‘wegbewegen’ van olie, kolen en gas. En daarmee zijn we een jaar verder, maar vooral: nauwelijks iets opgeschoten, in tegendeel wellicht.

voor niets gaat de zon op

De huidige klimaattop staat in het teken van klimaatfinanciering. Het idee: een nieuw en vooral hoger streefbedrag vaststellen om de armste en minst vervuilende landen te helpen de klimaatcrisis het hoofd te bieden. Hoewel deze landen dus het minst vervuilen, vangen zij nu al de grootste klappen, die bovendien alleen maar groter zullen worden – helemaal wanneer er voortdurend wordt gesteggeld over het wel-of-niet uitfaseren van fossiele brandstoffen. Goed, over dat streefbedrag kunt u al wel raden dat de mensen aan tafel het maar niet eens worden.

Waar ontwikkelingslanden volgens experts jaarlijks ten minste één biljoen dollar nodig hebben om de gevolgen van de klimaatcrisis enigszins te bedwingen, denken de rijkste landen aan bedragen van rond de 250 miljard. In 2035. Een fractie van wat nodig is en een bescheiden verhoging ten opzichte van de 100 miljard die sinds 2020 het doel is – zeker wanneer je vijftien jaar inflatie meerekent... 

Toen afgelopen donderdagochtend een eerste concept voor de slotteksten (waarin elk jaar de afspraken staan opgetekend waaraan deelnemende landen zich zouden moeten committeren, red.) verscheen, viel erin te lezen dat er nog wordt nagedacht over twee opties voor klimaatfinanciering. Opties die sterk van elkaar verschillen en waarbij nog geen concrete bedragen worden genoemd. Want hoewel men het er zoetjesaan over eens is dat er een hoger streefbedrag moet worden vastgesteld, willen de rijke landen er geen officiële prijskaart aan hangen.

Daarop kwam logischerwijs een berg kritiek vanuit maatschappelijke hoek, maar ook kleine eilandstaten waar het water reeds (en wederom vrij letterlijk) tot aan de lippen reikt, stribbelden tegen.

‘Deze tekst brengt ons niet dichter bij ambitie, maar bij uitsterven,’ zei Juan Carlos Monterey Gómez, de hoofdonderhandelaar van Panama. In een vurige speech hekelt Gómez de loze beloften jaar in, jaar uit worden gedaan terwijl emissies van schadelijke stoffen en gassen konden verdubbelen. Er is meer klimaatambitie en klimaatgeld nodig. ‘Het gebrek aan ambitie en toewijding voelt als een klap in het gezicht van de kwetsbaarste landen. En als een doodstraf voor mijn volk,’ aldus Gómez. Hij benadrukt daarbij dat klimaatmitigatie niet enkel draait om het Westerse streven naar groene, efficiënte energie, maar fundamenteel neerkomt op het uitfaseren van fossiele brandstoffen.

VN-top voor fossiele lobby?

De fossiele lobby heeft meer toegangskaarten voor COP29 gekregen (welgeteld 1770) dan alle afgevaardigden van de tien klimaatgevoeligste landen bij elkaar (dat waren er 1033)… De aanwezigheid van een industrie die uitgefaseerd moet worden om het klimaat nog enigszins te kunnen redden, is dus groter dan de aanwezigheid van degenen die zich aan de frontlinie van de klimaatcrisis bevinden.

En zo kan het bestaan dat arme en kwetsbare groepen nog altijd massaal mogen opdraaien voor de kosten van klimaatadaptatie, voor die van opgelopen klimaatschade én voor die van de groene energiekoorts van het Noorden – denk aan de smerige winning van grondstoffen als lithium in Chili en kobalt in Congo, nodig voor bijvoorbeeld de batterijen van elektrische auto’s en de opslag van duurzame energie.

De slottekst van deze klimaattop zal traditiegetrouw vol staan met mitsen en maren, waardoor niemand komend jaar – naast wat gebaren van goede wil – uiteindelijk écht iets hoeft te doen. En dankzij die halfslachtige slottekst kunnen we ook komend jaar onze collectieve verslaving aan fossiele grondstoffen blijven koesteren. Met alle gevolgen van dien, dat wel.