Jan van Wijngaarden is in 1982 co-assistent bij het AMC als hij met een patiënt geconfronteerd wordt die een 'chronische salmonella infectie' heeft. Van Wijngaarden realiseert zich dat er wel eens iets anders aan de hand kan zijn met de patiënt. Er circuleren namelijk al enige tijd geruchten over een nieuwe ziekte die alleen bij homoseksuelen voorkomt.
Van Wijgaarden denkt dat de man deze nieuwe ziekte heeft want de patiënt is homoseksueel. Maar als van Wijngaarden zijn vermoedens uit, wordt hij weggehoond door de artsen die denken dat van Wijngaarden spoken ziet. Veel co-assistenten zien namelijk zeldzame ziektebeelden waar ze net in hun studieboek over gelezen hebben.
Toch blijkt dat van Wijngaarden het bij het rechte eind had en de patiënt gaat de geschiedenis in als de eerst AIDS patiënt van Nederland.