Dickenson studeerde af als politicoloog, richtte zich steeds meer op ethische thema's. Zo deed ze haar promotieonderzoek naar hoe artsen en verpleegkundigen om zouden moeten gaan met medische missers. Op haar eigen website omschrijft Dickenson zichzelf als auteur, activist en academicus. Als activiste brengt Dickenson haar morele gedachtegoed in de praktijk, bijvoorbeeld bij de maatschappelijke organisatie The Corner House, die zich inzet voor de rechten van vrouwen op het gebied van nieuwe voortplantingstechnieken.
Dickenson wijst op het gevaar van marktwerking in medisch onderzoek. Het menselijk lichaam wordt volgens haar te vaak teruggebracht tot handelswaar. Bijvoorbeeld als vrouwen hun eicellen afstaan voor geld, of als wetenschappers de door hen ontdekte genen patenteren. Dickenson zegt niet tegen ‘wetenschappelijke en medische vooruitgang’ te zijn. Wel strijdt ze tegen de commercialisering van wetenschappelijke kennis. Want iedereen moet de mogelijkheid hebben om onafhankelijk onderzoek te doen.
In 2006 heeft Dickenson als eerste vrouwelijke academicus de Spinoza Lens prijs in Nederland in ontvangst genomen. Ze kreeg de prijs voor haar invloed op educatie en het gezondheidsbeleid, omtrent abortie, euthanasie en medische ethiek.
Bekijk hieronder een registratie van een voordracht van Dickenson op de Central European University in Budapest.