Via een Chinese zakenman vond ik een baan in Singapore, waar ik werd gebombardeerd tot marketingmanager van een Frans kaasje. De eerste dag op kantoor brak het zweet me uit. Wat nu, dacht ik. Dit is dat grote zwarte gat, de toekomst, en nu moet ik het gaan doen. Het voelde niet goed voor mij. In een weekend was ik met vrienden op een Maleisisch eiland een potje aan het voetballen, toen ik werd gescout door de eigenaar van een profclub in Singapore. Mijn jongensdroom kwam uit! Ik zegde mijn baan op en ben een jaar gaan spelen voor die club. Die ervaring heeft mij enorm verrijkt. Ik dacht: als dit kan, wat kan er dan nog meer? Ik ben tegen allerlei andere dingen aangelopen waarvoor ik open ging staan en ben meer gaan leven vanuit anticipatie dan planning.
Zo kreeg ik een rol in het televisieprogramma Oppassen. Dit was best een sprong in het diepe, omdat ik geen ervaring had als acteur. Doe je het op gevoel dan kan je een eind komen, maar verder was het gewoon keihard werken. Ik weet nog de eerste scène die ik moest doen in Onderweg naar morgen. Ik stotterde mijn hele jeugd verschrikkelijk en kon eigenlijk geen normaal gesprek voeren, zeker niet als ik enigszins nerveus was. De letter ‘r’ was voor mij bijna onmogelijk, maar de allereerste scène in de serie begon met "Rustig, rustig maar." Ik heb hem acht keer gespeeld totdat iedereen in lachen uitbarstte omdat de spanning zo hoog opliep. Daarna is het gelukt.
Toen ik in 1999 werd gevraagd om een tennistoernooi in Den Bosch te presenteren waaraan Andre Agassi, Richard Krajicek, Carlos Moya, en John McEnroe meededen. Ik zou dat doen samen met Stanley Franker, de coach van het Nederlands team. Alle tennissers werden tijdens hun entree in de tennisarena door de stadionspeaker aangekondigd, zo ook Franker. Er was blijkbaar niet gecommuniceerd dat ik ook de presentatie zou doen, waardoor ik als enige niet werd omgeroepen. Uiteindelijk ben ik tijdens Stanleys derde vraag maar zelf onaangekondigd dat tennisveld opgelopen. 10.000 Vragende ogen richtten zich op mij; wat doet die gozer hier, dat is toch Chris Zegers? Maar Franker, die de microfoon had, negeerde mij totaal. Totdat hij mij ineens de microfoon gaf. Zonder ook maar iets te zeggen, geen introductie, niets. Ik stond voor Agassi, had dus een slechte entree gemaakt en wilde dat goedmaken, dus zei hem als binnenkomer: "Heb je Brooke meegenomen? Ze is zo mooi." Niet wetende dat hij en Shields in een vechtscheiding lagen. De hele hal stil. Agassi keek me aan en zei met bloedspuwende ogen: "I’m not asking about your wife, so don’t ask me about mý wife." Mijn eerste vraag en ik stond al met 3-0 achter. Het was voor mij een mislukking dat ik niet ben weggelopen en tegen die Franker heb gezegd dat hij gewoon een pannenkoek is.