Onderzoek van het CBS uit 2018 toont aan dat een kwart van de Nederlandse volwassenen eigenlijk evenveel waarde hecht aan alternatieve- als reguliere geneeskunde. Dat zijn meer dan vier miljoen Nederlanders; de een brengt het misschien naar een ayahuasca-ritueel in Peru, de ander naar een acupuncturist om de hoek. Herbalist Robert, die te zien was in De outsiders, gaat om deze reden bijna dagelijks naar parken en wegbermen midden in de stad, waar hij zijn eigen helende kruiden plukt.
Maar ook wetenschappers lijken de laatste jaren steeds meer interesse te tonen in andere geneeswijzen. In Amerika zijn er bijvoorbeeld al kankerpatienten met psilocybine behandeld, de psychoactieve stof in sommige paddenstoelen (-ook wel magic mushrooms).
En in april dit jaar is de eerste Europese traumabehandeling met MDMA uitgevoerd. Allemaal overigens nog wel in de experimentele fase, maar het markeert wel het begin van een nieuwe inslag binnen de westerse gezondheidszorg.
De Nederlandse neurowetenschapper en psycholoog Michiel van Elk kreeg in 2020 zelfs een grote beurs om onderzoek te doen naar de effecten van psychoactieve drugs op het menselijk brein. In onderstaand fragment van radioprogramma OVT vertelt hij hoe de psychedelica als medicijn eigenlijk terug is van weggeweest.
LSD en psilocybine werden in de jaren ‘50 al breed beschikbaar gesteld door de farmaceutische bedrijven die de stoffen ontdekt hadden. Iedere onderzoeker die maar wilde kon ermee experimenteren. Maar de middelen drongen al snel door in de samenleving en raakten verspreid onder jeugd- en protestculturen in de jaren ‘60 en ‘70.