Op 7 mei 1935 meldt De Gelderlander dat ds. Spelberg ‘26 dezer in de avonddienst afscheid zal nemen van de Sint- Stevenskerk.’ ‘De week daarna zal hij in zijn nieuwe werkkring als predikant-secretaris van de VPRO door de voorzitster, mej. dr. Bruining, voor de microfoon worden ingeleid.’
In de PGNC van 27 mei dat jaar een uitgebreid verslag van het vaarwel. ‘In mijn prediking heb ik altijd getracht uit te gaan van de mens’, wordt Spelberg geciteerd. ‘Een christen-humanist weet dat mens-zijn betekent gebonden-zijn. De mens gevangen door zijn bezit of door zijn vooroordeel. Maar Christus maakt vrij.’
Tussen de regels door proef je ook iets van onenigheid. ‘Ik heb dikwijls gesproken over de wereld en de maatschappij. Men heeft mij in dat opzicht vaak misverstaan, allerlei -ismen aan mij verbonden Wat ik heb willen zeggen is dit, dat de kerk haar taak heeft in de wereld, dat ze niet mag zwijgen.’ Vermoedelijk doelde Spelberg met dat -isme op socialisme. In die jaren, de begintijd van de VPRO, woedde in de vrijzinnige achterban een hevige strijd tussen socialisten en liberalen. De laatsten vonden dat er te veel socialistische dominees in de vrijzinnige zuil rondliepen. Ds. Spelberg behoorde duidelijk tot het socialistische, of beter gezegd het sociaal-democratische, kamp.
‘Men heeft mij wel eens verweten dat ik te weinig naar uw oordeel heb geluisterd’, gaat Spelberg door in zijn afscheidsrede, ‘maar dat is niet waar, al kon ik er niet altijd naar handelen.’ Tot slot van de plechtigheid roemt collega-predikant ds. Van Iterson Spelberg om zijn ‘werk van vertroosting van mens tot mens.’
Het laatste spoor van Spelberg als predikant wordt gelegd in juni 1968. Hij wordt dan, 70 jaar oud, in stilte begraven op het kerkhof van zijn eerste gemeente Egmond aan den Hoef. In 1986 volgt zijn vrouw Laura Spelberg-Stokmans (89).