Als je je verdiept in de geschiedenis van de VPRO, komt Nicolette Bruining er magertjes af. Ze wordt genoemd, jazeker, maar wel steeds in de marge. Laten we bijvoorbeeld het biografisch woordenboek eens uit de kast halen, een wetenschappelijk naslagwerk: ‘Everhard Spelberg was op 24 mei 1924 een van de initiatiefnemers van een subcomité voor radiozaken, dat ervoor moest zorgen dat vrijzinnig-protestanten zo nu en dan een uitzending konden verzorgen.’
Pas regels later komt Nicolette Bruinig om de hoek kijken. En wel op 29 mei 1926 ‘wanneer het subcomité zijn naam verandert in Vrijzinnig Protestantsche Radio-Omroep, met mej. Bruining als eerste voorzitter.’ Ze zou het dertig jaar lang blijven.
In werkelijkheid was het niet Spelberg maar Bruining die begin jaren twintig aan de wieg van de VPRO stond, weet feministisch theologe Freda Dröes. ‘Zij zat samen met de hoogleraren Roessingh en De Graaf in de Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Protestantisme, waar dat radiocomité op Bruinings initiatief uit is voortgekomen. Spelberg was toen nog student theologie in Leiden, en is waarschijnlijk door Roessingh voor dat comité gevraagd. Bruining was twaalf jaar ouder dan Spelberg, en al gepromoveerd ’, aldus Dröes die in 1995 een studie deed naar de eerste VPRO-voorzitter.
Inderdaad had Bruining een veel belangrijkere titel dan het eenvoudige ‘mejuffrouw’, waarmee ze meestal wordt aangeduid. In 1916 promoveerde ze op ervaringstheoloog Von Frank, en mocht daarmee als tweede theologe in Nederland dr. voor haar naam zetten.