Het begon in februari vorig jaar met een brief van Everhard Spelberg aan de VPRO Gids. ‘Ik ben een van de vier kinderen Spelberg’, schreef hij, ‘en wij zijn bevoorrecht dat wij allen nog in leven zijn, nadat wij de tachtig zijn gepasseerd. Onze hele jeugd woonden wij boven de VPRO studio in Hilversum. Over die tijd zou ik een boek kunnen schrijven.’
Laten we Everhard Spelberg een handje helpen, dachten we bij de gids. Hoe zou zo’n boek eruit zien? We beginnen met een sfeerbeeld. Het is 1935, het jaar waarin de familie Spelberg de monumentale villa aan de ’s-Gravelandseweg 65 betrekt. We openen de deur naar de studio en zien een tafel met een Perzisch tapijt. Er brandt een huiselijk licht, geen neonbuis, zoals in studio’s van andere omroepen. Achter de tafel zit ds. Everhard Spelberg klaar voor zijn ‘Gesprekken met luisteraars.’ Als we verder rondkijken zien we een pijporgel en een vleugel met een worteldoek. Er heerst een intieme sfeer.
Dan klinkt de stem van ds. Spelberg: helder en beschaafd. ‘Een kapper uit een der badplaatsen vraagt mij: Is de Bijbel waarlijk het Woord Gods?’ En even later: ‘Een clubje mannen uit Arnhem is opgevallen dat de Bijbel op wel zeer markante punten zichzelf ernstig tegenspreekt!’
Enkele uren eerder is dezelfde studio het toneel van het ‘Zondagshalfuur’. Domineesvrouw Laura Spelberg-Stokmans zingt met haar klasje de herkenningsmelodie: ‘Wij vormen tezamen een heel groot gezin’. Op de vleugel speelt Rudolf Karsemeijer. En zie, daar zitten de jongens Spelberg netjes op een rij: Gerard (1926), Jaap (1928) en Everhard jr. (1931). Kleine Mieke (1934) ligt in de wieg.
Hoe kijken zij nu, tachtig jaar later, terug op die begintijd van de VPRO? Hoe was het om in 1935 kind te zijn van een pioniersechtpaar met een radio-omroep? Wat dreef dominee en mevrouw Spelberg? We spreken de hoogbejaarde nazaten één voor één, en schrijven er geen boek (dat laten we aan Everhard jr.) maar wel een bijlage over - die u hier online kunt vinden.