Oud-VPRO-bestuurder ds. Heye Faber betitelde de vrijzinnigen in 1986, bij het 60-jarig bestaan van de omroep, als verborgen protestanten. ‘In de provinciesteden ontstond midden negentiende eeuw een bourgeoisie die zich steeds minder thuis ging voelen in de hervormde volkskerk. Het waren mensen, geïnteresseerd in kunst en mystiek, die het christendom cultureel een plaats wilden geven. Ze zagen, anders dan orthodoxe gelovigen, geen tegenstelling tussen christendom en cultuur.’
Een derde stroming naast rechtzinnige protestanten en rooms-katholieken, noemde Faber de vrijzinnigen. ‘Ze baseerden zich onder anderen op Erasmus, en wilden weten hoe de Bijbel was ontstaan en wat de historische waarde was van dat boek.’
Historicus Tom-Eric Krijger, die promotie-onderzoek doet naar het vrijzinnig-protestantisme in Nederland tussen 1870 en 1940, formuleert het aldus: ‘Vrijzinnigen wilden het geloof in de pas laten lopen met de moderne tijd. Christenen zouden zich moeten aanpassen aan wetenschappelijke ontwikkelingen. Dat betekende dat geloofsopvattingen die verstandelijk geen steek hielden of niet voorkwamen uit het persoonlijke gevoelsleven overboord gingen. Jezus als Zoon van God was zo’n dogma dat sneuvelde. Vrijzinnigen benadrukten vooral de menselijke kant van Jezus.’