Ik zit in de trein en wegens haast ben ik vergeten de toeslag voor de Intercity Direct op mijn ov-chipkaart te laden. Als de conductrice langskomt om mijn chipkaart te controleren zeg ik meteen dat ik de toeslag ben vergeten.
'Dat is dan tien euro meneer.'
'Kan ik dat pinnen?'
'Nee. Dat kan niet. U heeft geen contant geld bij zich?'
'Nee. Sorry.'
'Ik kan wel een acceptgiro naar uw woonadres laten sturen.'
'Ja doe dat maar dan.'
'Kunt u zich legitimeren?'
'Eh. Nee, ik geloof het niet.'
'U gelooft het niet?'
'Nee. Ik heb niks bij me.'
'U hebt geen identiteitsbewijs bij zich?'
'Nee'
'U weet dat u zich volgens de Nederlandse wet te allen tijde moet kunnen legitimeren meneer?'
'Dat weet ik maar ik heb eigenlijk nooit mijn paspoort bij me, tenzij ik op vakantie ga. Anders raak ik hem kwijt.'
'U dient zich aan de wet te houden meneer. Ik zou u uit de trein kunnen laten halen om op het politiebureau uw identiteit te achterhalen.'
Haar mannelijke collega is er inmiddels bij komen staan en knikt op alles wat zijn collega zegt. Zo’n hondje op de hoedenplank.
'Wat een heftige reactie mevrouw. Ik ben een toeslag van 2,50 vergéten te láden en nu wilt u me laten óppakken omdat ik mijn páspoort niet bij me heb? Ik kan toch zo meteen op Schiphol even in en uit de trein om op het perron die toeslag te laden?'
'Nee dat doen we dan wel op Amsterdam Centraal en dan loop ik met u mee om het te controleren. Ik kom straks bij u terug. Maar ik ben het er niet mee eens dat u geen legitimatie bij zich heeft.'