Chris Kijne houdt een pleidooi voor de lokale democratie en introduceert zijn dichtbij-huisbeginsel.

Toen we net een paar maanden op de plek woonden waar ze mij alleen tussen zes plankjes nog vandaan gaan krijgen, viel er een brief op de mat. Bij het laatste onderzoek bleek de achthonderd jaar oude dijk waarop ons huisje staat niet meer veilig. We werden uitgenodigd voor een bijeenkomst.

Tijdens die bijeenkomst benadrukte een zeer geroutineerde gespreksleider voortdurend dat dit een proces was dat we sámen ingingen, het Hoogheemraadschap en wij, de bewoners. Dat het nu wettelijk verplicht was om dit monumentale stuk Hollands landschap op de schop te nemen, was helaas onvermijdelijk, maar we zouden er met zijn allen iets moois van maken.

U raadt het al: not!

Zonder u nu te vermoeien met de details: we zijn inmiddels acht jaar verder en terug bij af. Omdat er uit die eerste zogenaamde samenwerking uiteindelijk een oplossing kwam waar niet een van de betrokken bewoners het mee eens was. Maar die toch uitgevoerd ging worden. Na lang en hardnekkig protesteren, lobbyen en, ja, dreigen met processen door die bewoners, is er nu in ieder geval voor delen van onze dijk een nieuw inspraakproces gestart. En ook nu ligt er een brief in de bus.

Ik citeer: ‘We gaan het samen doen!’

leve de lokale democratie

Als gezegd: veel zijn we niet opgeschoten en ook deze brief staat verder vol met omineuze ‘werksporen’ waarlangs de nieuwe inspraak gekanaliseerd gaat worden. Maar we zullen zien. Wat het hele feest tot nu toe voor mij wel weer duidelijk maakt: leve de lokale democratie! Want echt, wanneer het niet aan de bewoners had gelegen, was er straks een grootschalige vernietiging van een van de mooiste stukjes van Nederland op gang gekomen.

Daarmee ben ik bij Catalonië.

In de hele discussie over het roekeloze onafhankelijkheidsstreven van de Catalanen dreigt immers precies dat een beetje onder te sneeuwen: het belang en het nut van lokale democratie. Want er is veel in te brengen tegen het door radicaal-rechts en radicaal-links op gang getrokken onafhankelijkheidsproces van Barcelona en omstreken.

Vraag me wat voor kleur klinkers er straks moet komen en ik schuif onmiddellijk aan in een treurig buurthonk met slechte koffie om de pannen van het dak te discussiëren.

Al was het maar omdat de inwoners van Catalonië – althans die helft die er voor is – daarmee op hun beurt weer opnieuw natiestaatje lijken te willen gaan spelen. Zodat het resultaat alleen maar een idiote fragmentatie is in een tijd die juist samenwerking vereist. En er blijkt ook weer uit dat in zulke grote kwesties en in deze tijden van volksmennerij en propaganda die voor journalistiek doorgaat, een referendum misschien niet zo’n handig middel is.

Maar het zou jammer zijn wanneer hier de conclusie uit wordt getrokken dat de gemiddelde burger dus geen idee heeft wat goed voor hem is. Ik formuleer het graag zo:

 ‘Hoe dichter bij huis, des te directer de democratie.’

voelbaar

Ik ben ervan overtuigd dat burgers heel goed in staat zijn te beslissen wat goed voor ze is, als ze het maar vóelen. Met mijn dijk als voorbeeld. Naarmate de gevolgen voelbaarder en overzichtelijker zijn, wordt het afwegingsproces rationeler en verstandiger.

Val mij niet lastig met een referendum over het Oekraïneverdrag, over de Sleepwet of over de onafhankelijkheid van stadstaat Amsterdam; ik ken de nuances niet, ik heb niet de expertise om voors en tegens tegen elkaar af te wegen en ik heb de tijd niet om me er zodanig in te verdiepen dat ik wel een gefundeerd oordeel kan ontwikkelen. Daar kies ik liever een afgevaardigde voor wiens werk het is zich er in te verdiepen en een verantwoorde afweging te maken.

Maar vraag me wat voor kleur klinkers er straks in de nieuwe dijk moet komen en ik schuif onmiddellijk aan in een treurig buurthonk met slechte koffie om de pannen van het dak te discussiëren. En reken maar dat het daarna mooi wordt.

Ik heb geen blauwdruk, maar bij alle verwarring die er in dezer dagen ontstaat over het vastgelopen systeem van representatieve vertegenwoordiging via partijen waar geen mens meer lid van is, over de verhouding tussen steden en regio’s, over de verhouding tussen regio’s en natiestaten, over de verhouding tussen natiestaten en Europa en over directe of indirecte democratie, geef ik mijn dichtbij-huisbeginsel als gratis basisprincipe.

Ik vind het niet erg als dat de 'Wet van Kijne’ gaat heten.