Toen we net een paar maanden op de plek woonden waar ze mij alleen tussen zes plankjes nog vandaan gaan krijgen, viel er een brief op de mat. Bij het laatste onderzoek bleek de achthonderd jaar oude dijk waarop ons huisje staat niet meer veilig. We werden uitgenodigd voor een bijeenkomst.
Tijdens die bijeenkomst benadrukte een zeer geroutineerde gespreksleider voortdurend dat dit een proces was dat we sámen ingingen, het Hoogheemraadschap en wij, de bewoners. Dat het nu wettelijk verplicht was om dit monumentale stuk Hollands landschap op de schop te nemen, was helaas onvermijdelijk, maar we zouden er met zijn allen iets moois van maken.
U raadt het al: not!
Zonder u nu te vermoeien met de details: we zijn inmiddels acht jaar verder en terug bij af. Omdat er uit die eerste zogenaamde samenwerking uiteindelijk een oplossing kwam waar niet een van de betrokken bewoners het mee eens was. Maar die toch uitgevoerd ging worden. Na lang en hardnekkig protesteren, lobbyen en, ja, dreigen met processen door die bewoners, is er nu in ieder geval voor delen van onze dijk een nieuw inspraakproces gestart. En ook nu ligt er een brief in de bus.
Ik citeer: ‘We gaan het samen doen!’