Ik heb het hieronder over de resultaten van deze test. Nog niet gedaan? Doe 'm even. Kost 5 minuten.
Een pil die je tien jaar langer gezond houdt en dus ook tien jaar ouder laat worden, dat wil bijna iedereen van de ruim 500 invullers wel: 85 procent ziet het zitten. Wie ‘m weet te maken kan rijk worden, want ruim de helft (55 procent) van deze potentiële slikkers zou er tussen de 1 en 10 procent van z’n netto maandsalaris voor over hebben, en 15 procent zelfs nog meer.
Dat 85 procent wel zo’n pil wil, betekent dat 15 procent ‘m niet ziet zitten. Een interessante groep. Hoe motiveren deze mensen hun antwoord? De argumenten vallen grofweg in vier categorieën uiteen.
Eén: onbegrip van de vraag. Ze zien op tegen tien jaar extra eenzaamheid in een versleten lijf, terwijl die fictieve pil nu juist het gezonde deel van het leven verlengt –eventueel ook bij partners en vrienden. Voorbeelden: ‘Het gaat om kwaliteit, niet om kwantiteit.’ ‘Het is de vraag welke kwaliteit van leven je dan hebt?.. met veel kwalen?.. met toch een neergaande lijn?’
Twee: levensmoeheid. Voorbeelden: ‘Ik ben vaak depressief en wil liever eerder dan later dood.’ ‘Omdat ik het leven enorm veel gedoe vind en er net zo graag niet zou willen zijn’. ‘Ik vind het leven nu al weinig waard en daar hoef ik geen tien jaar bij.’
Drie: maatschappelijke zorgen. Voorbeelden: ‘Op een gegeven moment moet je ruimte maken voor de volgende generaties.’ ‘Bevolkingsgroei en levensverlenging zorgen ervoor dat de mensheid de planeet om zeep helpt.’
Vier: het is onnatuurlijk. Voorbeelden: ‘Ik leid mijn leven met de mogelijkheden die ik heb gekregen. Door voldoende te bewegen wil ik mijn leven verlengen. Niet door het slikken van een pil.’ ‘Omdat wij geboren zijn om te sterven.’
En dan zijn er nog enkele oprechte twijfelaars, zoals deze: ‘Ik loop nu al vast in mijn argumentatie... want waarom niet deze pil en waarom zou ik wel kiezen voor een behandeling van een ernstige ziekte waardoor ik tien jaar ouder word? Lastig, ik denk dat ik tot op zekere hoogte het leven neem zoals dat het komt. Waarbij ik dus vind dat een pil die mij 10 jaar ouder maakt te veel ingrijpt in 'mijn leven nemen zoals het komt', meer dan bijvoorbeeld een behandeling voor een ziekte. Ik kan niet goed onder woorden brengen waarom, maar 10 jaar levensverlenging voelt niet goed... Want is het zo dat een lang leven perse gelukkiger maakt? Ik weet het niet.’ Kijk, hier wordt nagedacht, en daar was het ons met deze vragen om begonnen.
Over naar de volgende vraag: Wat zou je vinden van een behandeling die de veroudering van je lichaam zou stopzetten, en dus in principe eeuwig leven mogelijk kan maken? 42 procent vindt het een raar idee, maar zou zo’n behandeling wel willen ondergaan (mits hij niet te duur en te ongemakkelijk is), want doodgaan kan altijd nog. 13 procent zegt: ‘Daar heb ik veel voor over. Ik hoop dat dit werkelijkheid wordt.’ Samen hebben deze twee antwoorden een krappe meerderheid. Maar er is ook een grote groep, 40 procent, die zegt: ‘Voor mij wordt het leven zinloos als er geen einde in zicht is, dus ik wil zo’n behandeling niet.’ Het interessante is natuurlijk, dat een deel van deze mensen wél voor de tienjaarspil koos. Waarom dan niet voor een verbeterde versie daarvan? Wonderlijk. De laatste antwoordmogelijkheid, ‘Nee, ik ben al te ver verouderd, ik wil dit alleen als ik eerst een verjongingskuur kan ondergaan’, scoorde overigens maar 5 procent van de stemmen.
Maar dat waren natuurlijk hypothetische vragen, want zulke wonderpillen en -behandelingen bestaan niet. Nog niet? Of komt het nooit zo ver? Volgens 49 procent van de invullers blijft het definitief stoppen van veroudering een illusie. Nog eens 31 procent denkt dat het de komende eeuw niet aan de orde zal zijn. 12 procent zegt ‘ik denk dat nog tijdens mijn leven de eerste baby’s geboren zullen worden die ouder dan duizend jaar kunnen worden, maar ik denk dat ik zelf dan al te oud ben om nog te profiteren.’ En 9 procent denkt, net als verouderingsbestrijder Aubrey de Grey, dat de eerste mensen die de duizend jaar zullen halen, nu al geboren zijn.
Maar stel dat het lukt met die onsterfelijkheid, hoe moet het dan met de samenleving? Een wereld waarin iedereen in goede gezondheid onbeperkt oud kan worden, raakt overvol, dus moeten we dat wel willen met z’n allen? Nee, pogingen om onsterfelijkheid te creëren moeten wereldwijd verboden worden, vindt 28 procent. De ontwikkeling is niet te stoppen, dus we zullen straks iedereen een beperkt recht op leven moeten geven, zegt ook 28 procent. En 44 procent kiest voor: ‘Ik heb er het volste vertrouwen in dat we daar een oplossing voor vinden, dus laat die angst alsjeblieft de vooruitgang niet blokkeren.’
Als je embryo’s genetisch zou kunnen omprogrammeren zodat ze een onbeperkte levensduur krijgen, zouden de respondenten hun kinderen dan op die manier willen ‘upgraden’?
‘Beslist niet', antwoordt 31 procent van de deelnemers.
‘Mijn gevoel zegt nee, maar misschien verander ik van gedachten als ik er langer over nadenk’, kreeg meer aanhang: maar liefst 44 procent.
18 procent is uitgesproken positief: ‘Ja, als het niet te duur en niet te riskant is, en niet illegaal, dan denk ik dat dit het mooiste cadeau is dat ik mijn kinderen kan geven.’
En 10 procent zegt: ‘Ik zou willen dat dit verboden was. Maar als het legaal was, zou ik het wel doen, want ik wil niet dat mijn kind als enige veroudert in een wereld waarin verder iedereen jong blijft.’
Er is dus veel vraag naar genetisch versleutelde wonderkinderen, een opmerkelijk resultaat.
De voorlaatste vraag is tegelijk een stelling: verouderingsbestrijder Aubrey de Grey zegt dat zijn streven niet is om de mens onsterfelijk te maken, maar om veroudering en slijtage, die hij ziet als een ziekte, te bestrijden. Onsterfelijkheid zou daar een onbedoeld gevolg van zijn. Als je het zo bekijkt, zijn pogingen om de mens onsterfelijk te maken natuurlijk moeilijk te verbieden. Wat vind je dat er moet gebeuren?
‘Toch verbieden. Samen met allerlei onderzoek naar het voorkomen ouderdomsziekten, ja, dat moet dan maar': 5 procent
‘Je kunt zulk onderzoek niet verbieden, maar ik vind dat er geen gemeenschapsgeld moet gaan naar werk dat kan bijdragen aan het onsterfelijk maken van de mens’: 35 procent
‘Je kunt zulk onderzoek niet verbieden, dus om te voorkomen dat allerlei patenten in handen komen van geldbeluste bedrijven, vind ik dat er juist veel gemeenschapsgeld naar dit soort onderzoek moet gaan. Anders is onsterfelijkheid straks alleen bereikbaar voor de superrijken’: 42 procent
‘Dit is een fantastische ontwikkeling die we op alle mogelijke manieren moeten stimuleren’: 18 procent
Er is onder deze respondenten, waarvan wij overigens geen idee hebben wie het zijn, en of ze een goede afspiegeling van de maatschappij vormen, dus een meerderheid die vindt dat er flink veel overheidsgeld naar anti-verouderingsonderzoek moet gaan. Ook als het bijeffect onsterfelijkheid is.
Anders nog iets? Ja, een op de vijf respondenten had nog wel iets toe te voegen. Allerlei verschillende opmerkingen, dus die zijn niet samen te vatten. Maar ze laten in ieder geval zien dat er over dit onderwerp wordt nagedacht, en dat was de bedoeling.
Goed, nu heb je een beetje een beeld. Volgende week: willen we aan onze geest sleutelen?