Alle Costaricanen die Stef ontmoet geven hun leven minstens een 9. Geen wonder, want hun land staat bekend als het gelukkigste van Midden-Amerika. In buurland Nicaragua - waar Stef lang gewoond heeft - gaat het minder goed. Vanwege het brute bewind van de huidige regering vertrekt een vluchtelingenstroom op zoek naar veiligheid en geluk uit Nicaragua. Zijn ze welkom? En wie heeft er recht op geluk? Aan de hand van getik, geslurp en geklapper vertelt Stef een verhaal dat minstens zo veel over Nicaraguanen gaat als over hun gelukkiger zuiderburen.
over deze aflevering
Costa Rica en Nicaragua in het kort
Costa Rica (‘rijke kust’) wordt geroemd om zijn prachtige natuur en blije bevolking. Er wonen ongeveer vijf miljoen mensen in dit Midden-Amerikaanse land dat iets groter is dan Nederland. Alle elektriciteit komt uit duurzame bronnen, vooral waterkracht. Het land heeft een lange democratische traditie en al 73 jaar geen leger. Het contrast is groot met noorderbuur Nicaragua: dat is na een paar decennia van moeizame democratie weer teruggevallen in dictatuur. De afgelopen vijf jaar vroegen ruim 150 duizend Nicaraguanen asiel aan in Costa Rica. Dat leidt tot spanningen.
vijf dingen die je moet weten over Costa Rica en Nicaragua
1. Costaricanen zijn heel gelukkig (zeggen ze)
Hoe gelukkig zijn de inwoners van Costa Rica? In de wereldgeluksindex staan ze op de vijftiende plaats - net een paar plaatsen onder Nederland. Maar als je Costaricanen op straat vraagt hun leven een cijfer te geven, zoals Stef Biemans doet in de derde aflevering van Tussen de Amerika’s, dan komen de meesten zonder aarzelen op een tien. Zelfs als ze overduidelijk wel wat te wensen hebben op welvaartsgebied. Hoe serieus moeten we die tien dan nemen?
‘Costaricanen hebben in Latijns-Amerika de reputatie dat ze altijd een beetje opscheppen’, zegt Stef. ‘Ze willen altijd laten zien hoe mooi hun land is, hoe goed hun onderwijs is en hoe slim ze dus zelf ook zijn. Het zijn niet heel bescheiden mensen. Daardoor twijfel ik wel een beetje aan dat antwoord. Ze maken op mij niet echt een gelukkiger indruk dan andere latino’s.'
'Ik schat Colombianen gelukkiger in, die lachen veel meer. En Nicaraguanen ook, ondanks alle misère van de laatste tijd. Maar aan de andere kant: Costaricanen scoren wel hoog op allerlei punten die geluksbevorderend zijn, zoals vrijheid, nabijheid van familie en contact met de natuur. Maar toch geloof ik ze niet, haha.’
2. Costa Rica is dan ook een prachtig land
Hou je van biodiversiteit, dan is Costa Rica een paradijs. Er komen minstens een half miljoen soorten planten, dieren en schimmels voor. Ruim 27 procent van de oppervlakte is voor natuurreservaten, waarin je allerlei kevers, kikkers, kolibries, katachtigen en kaaimannen kunt tegenkomen, plus nog heel veel dieren met andere beginletters.
Alle elektriciteit wordt opgewekt uit duurzame bronnen, voornamelijk waterkracht, waardoor de gemiddelde Costaricaan een heel kleine CO2-voetafdruk heeft. Costa Rica is ook nog een van de veiligste landen van Midden-Amerika. Dat alles maakt het tot een gewilde toeristenbestemming. Indirect draagt al die prachtige natuur dus bij aan heel wat vliegtuigkilometers, met bijbehorende klimaatschade.
3. Nicaraguanen hebben het minder goed getroffen
In Nicaragua is het altijd woeliger geweest. Het land heeft een eeuw vol burgeroorlog en dictatuur achter de rug, met af en toe nog een flinke natuurramp er bovenop. Het land veranderde langzaam in een democratie nadat de linkse Sandinisten in 1979 dictator Somoza wisten te verdrijven. Economisch brak een moeilijke tijd aan, want zo’n beetje iedereen met geld had het land verlaten, de VS stelden een handelsboycot in en er ging veel geld naar het leger.
Na de Sandinisten kwamen anderen aan de macht en langzaam krabbelde de economie wat op. Maar Sandinistenleider Daniel Ortega kwam terug. Hij werd in 2006 opnieuw president en heeft sindsdien de regels naar zijn hand gezet om de macht steeds steviger in handen te houden. In 2018 sloeg de vlam in de pan. Demonstraties, aanvankelijk tegen verschraling van de pensioenen maar al snel uitmondend in breed gedragen protest tegen de regering, werden met geweld neergeslagen. Iedereen die kritisch was op het regime liep gevaar. Ook Stef en zijn gezin. Zij wonen sindsdien in Zuid-Spanje.
4. in Costa Rica wonen veel Nicaraguanen
In Costa Rica wonen niet alleen recente gevluchte Nicaraguanen, al zijn dat er wel veel: zo’n 75 tot 150 duizend. Van de vijf miljoen Tico’s (zo worden de inwoners van Costa Rica in Latijns-Amerika genoemd) zijn er nu ongeveer een miljoen Nicaraguaan, zegt Stef. En dat leidt tot wrijving.
‘Het is een beetje zoals met Mexicanen in de VS. Het zijn de schoonmakers, nanny’s, bouwvakkers… Ze worden met de nek aangekeken, maar tegelijkertijd zou het land nergens zijn zonder al die goedkope arbeidskrachten. Het is wel schrijnend dat in deze aflevering een man zit die vindt dat Nicaraguanen maar moeten zorgen dat hun eigen land op orde komt, in plaats van vluchten naar Costa Rica. Terwijl een jonge Nicaraguaan juist zegt: ja, dat is precies wat we aan het doen zijn, en ook de reden dat we moesten vluchten.’
Nicaraguaanse ballingen proberen hun trauma's te verwerken in praatgroepen en hun land te veranderen door te demonstreren op de Costaricaanse straten, al lijkt de kans dat Daniel Ortega daarvan onder de indruk is niet groot.
5. filmen in Nicaragua was geen optie
De grens is zo lek als een mandje, dus je kunt vanuit Costa Rica zo naar Nicaragua lopen. Maar daar filmen zat er niet in, vertelt researcher Barbara Smit. ‘Ik kan daar niet heen. Al langer dan Stef, want in 2014 ben ik gedeporteerd. Dus al lang voordat de onrust begon, in 2018. Maar het was al wel aan het gisten.’
‘Ik woonde toen al vijf jaar in Nicaragua en had vier jaar lang een relatie gehad met een van de meest vooraanstaande activisten van het land. En al mijn vrienden waren tegen de regering. Als je een weldenkend mens was, kon je ook niet anders. Helemaal in dat artistieke cirkeltje in Managua, de hoofdstad.’
‘Maar goed, ik kwam terug van een week vakantie in Panama, en toen zeiden ze op het vliegveld van Managua opeens: je komt er niet meer in. Ik werd weggestuurd, met militairen naast me, als een soort crimineel, in het vliegtuig terug naar Panama. Ik ben nooit meer teruggekeerd.’
‘Inmiddels woont ook niemand van mijn vrienden daar meer. Ze zijn allemaal het land uit gegaan, eentje na een tijd in de gevangenis. Er zit nog steeds een oppositiekandidaat die ik ken gevangen. Onlangs nog werden vrienden van me opgepakt nadat ze een concert hadden georganiseerd – omdat er één zin in een liedje tegen de regering gericht was. Ze werden vrijgelaten onder de voorwaarde dat ze het land zouden verlaten. Dus deze regering zet niet alleen buitenlanders zoals ik het land uit, maar ook hun eigen burgers. Ik had trouwens niet persoonlijk iets verkeerd gedaan, het was gewoon een waarschuwing aan mijn vrienden: “Kijk, we hebben de macht om te doen wat we willen”.’