Helemaal stil is het niet gebleven. Er is bijvoorbeeld een proces geweest tegen dictator Ríos Montt, vertelt Stef. ‘Daarbij konden inheemse leiders hun verhaal doen in de rechtszaal. Dat was toen best groot nieuws, maar ze kregen die man niet definitief veroordeeld. Hij is uiteindelijk gestorven voor het zover kwam. Het is natuurlijk zo’n corrupt systeem. De mannen die de massamoorden hebben gepleegd, zijn nog steeds heel machtig.’
Stef besloot ze op te zoeken en te confronteren met de woorden van een vrouw die als meisje had meegemaakt hoe dorpsgenoten die niets met de guerrilla’s te maken hadden, waaronder haar vader, werden ontvoerd om nooit meer terug te keren, en hoe vrouwen werden verkracht. Omdat het Maya's waren. ‘Dus er was wel degelijk sprake van genocide.’
De bestuurders van de vereniging van ex-militairen vonden dat ze allemaal een schoon geweten hadden en dat die hele genocide een verzinsel was. ‘Hoe kan zij nou zeggen dat er genocide was als ze zelf nog leeft?’
Het was bizar, en ook een beetje ongepland, om ineens in een zaaltje vol genocideplegers te filmen, zegt Stef. ‘We kwamen voor een interview met een van die mannen, de voorzitter, en die liet ons eerst heel lang wachten. Hij had er eigenlijk geen zin in. Maar we hadden een heel goede Guatemalteekse fixer, die had het goed geregeld. Die man die we zouden interviewen is te zien op allerlei archiefbeelden, dat hij in kampen in de jungle zat. Die heeft letterlijk soldaten aangestuurd bij, het was niet eens een gevecht, het was een afslachting van de inheemse bevolking.’
‘Maar goed, we hadden een interviewtje met hem, en na afloop zijn we een beetje blijven hangen terwijl hij naar z’n bestuursvergadering moest. Toen zei ik: kunnen we nog een paar shots maken van jullie? Nou vooruit dan, één shot. Een van die mannen riep: we houden niet van journalisten. Daarmee had ik een ingang om een beetje met ze te praten. En dan zit je in een grappige situatie: dan moet je doordraaien met je camera, anders word je er uitgezet.’
‘Er waren een paar mannen die opstonden, of die zaten te lachen bij die berichten die we lieten horen. Een heel nare sfeer. We hebben geloof ik een kwartier gedraaid daar, aan één stuk. We gingen weg vol adrenaline, en onze fixer, die met Barbara buiten had staan meeluisteren, vond het ook heel bizar. We voelden ons daarna en tijdje onveilig, want wie weet wie zulke mannen op je af kunnen sturen.’