Akkefietjes tussen deelredacties en Twitterende redacteuren op de vingers tikken: Nederlandse hoofdredacteuren herkennen de sores in The Fourth Estate. Peter Vandermeersch (NRC Handelsblad), Giselle van Cann (adjunct NOS) en Sjors Fröhlich (BNR Nieuwsradio) blikken terug op de serie en vertellen over de Nederlandse verhoudingen tussen politici en journalisten. ‘Die is bijna gepacificeerd.’
vlieg op de verkeerde muur
Van Cann, Fröhlich en Vandermeersch zijn het erover eens: de serie is inhoudelijk sterk en mooi gedraaid. Maar het journalisten betaamt vragen ze zich wel af wat de kijker niet ziet. Vandermeersch: ‘Je ziet ongetwijfeld ruzies en discussies niet, net als van welke gepubliceerde stukken ze achteraf spijt hadden. Maker Liz Garbus claimt onafhankelijk te zijn maar was natuurlijk totaal ingebed. Ze was een vlieg op de muur maar zat denk ik soms in de verkeerde kamer. Er zijn vast gesprekken in het toilet gevoerd die veel belangrijker waren dan de gesprekken die we in de serie zien.'
Van Cann ziet in de serie een sterke oriëntatie op Washington en mist zelfreflectie van The New York Times. ‘Het gaat vooral over de strijd die Trump voert met de media en hoe de journalisten ervoor kiezen om terug te vechten. Terwijl de serie begint met de verbazing van hoofdredacteur Baquet over de verkiezing van Trump. Je kunt ook de tegenvraag stellen: ‘Wat hebben we over het hoofd gezien? Wat is er gebeurd in dat achterland van Trump en waarom hebben wij die verhalen niet geschreven? Dat zie ik niet terug in de serie.’