In dat jaar schreef een groep van zeventig economen, waaronder Kees Vendrik, Robert Went en Geert Reuten, in de Volkskrant dat eurolanden “belangrijke instrumenten zullen verliezen". Dit geldt volgens hun vooral voor wisselkoersaanpassingen. Ze voegen daar nog aan toe dat “arbeid de rekening van genoemde economische schokken gepresenteerd krijgt: in de vorm van werkloosheid, loondaling en verdergaande flexibilisering”. Kritiek vanuit rechtse hoek was dat Zuid-Europese landen de begrotingsnorm niet zouden bijhouden.
"De euro leidt tot meer werkeloosheid en sociale spanningen". Geen recent citaat van Wilders, maar woorden van linkse economen uit 1997.
Niet alleen in Nederland had men kritiek op de invoering van de euro, ook in Duitsland waren economen aanvankelijk sceptisch. De euro zou “West-Europa blootstellen aan sterke economische fluctuaties die in de nabije toekomst zouden lijden tot een politieke vuurproef”. Nadat in 1998 de Europese Monetaire Unie (EMU) werd goedgekeurd door de Bundestag, was kritiek echter niet meer gewenst. Hans Reckers, de president van de centrale bank, kwam daar achter toen hij zijn twijfels uitsprak over het toetreden van Griekenland. De financiële markten raakten prompt van slag en Reckers werd op de vingers getikt. Een andere criticaster van het eerste uur was de Britse Bernard Connolly, een voormalig werknemer van de Europese Commissie. Volgens hem zou de euro zorgen voor een scheiding van Europa.
Ook van buitenaf waren er behoorlijk wat aanmerkingen. De bekende Amerikaanse investeerder en vaste Tegenlicht-gast Jim Rogers kocht in 1999 al euromunten als collector’s item. De euro was volgens hem onhoudbaar vanwege het onderlinge verschil tussen de lidstaten:“nobody has a similar economy, and they all fake the numbers”. Harvard-professor en Amerikaanse regeringsadviseur Kenneth Rogoff noemde plannen voor de euro “half-baked” en “oversized”. De euro was op een te grote schaal ontworpen, volgens hem een typisch Europese idealistische kwaal.
Repareren of stoppen
Ondertussen is het duidelijk geworden dat deze critici zich niet voor niets zorgen maakten. Kees Vendrik, een van de zeventig economen die destijds waarschuwden voor de muntunie, schrijft in de Groene Amsterdammer dat de ontwerpfouten van de euro nu alleen opgelost kunnen worden door een hechtere politieke unie te scheppen. Een andere oplossing is het stoppen met de euro in de huidige vorm. In het Duitse Alternatief neemt George Soros hierbij de verrassende positie in dat niet Griekenland of Spanje, maar juist Duitsland de euro zou moeten verlaten
Toch geslaagd?
Tot slot zijn er nog journalisten die een andere kijk hebben op het mislukken van de euro. Greg Palast, onderzoeksjournalist van de New York Times schrijft cynisch: “The idea that the euro has "failed" is dangerously naive. The euro is doing exactly what its progenitor – and the wealthy 1%-ers who adopted it – predicted and planned for it to do.” De euro was volgens hem een project van elites om monetair beleid los te koppelen van regeringen en voor meer deregulering te zorgen. En dat is precies wat er nu gebeurt.