Na de val van General Motors (GM) in de zomer van 2009, werd het bedrijf, ondanks een algemene afkeer van overheidsbemoeienis in de Verenigde Staten, genationaliseerd. Volgens Vicenç Navarro, hoogleraar economie aan Johns Hopkins University, komt deze afkeer voornamelijk voort uit de neoliberale traditie, die in de Verenigde Staten vooral vertolkt wordt door de Republikeinen. Hoewel er vanuit neoliberale hoek allerlei doemscenario’s werden voorspeld in het geval van een ‘socialistische’ staatsovername, doet GM het inmiddels weer redelijk goed. De overheid wist door een streng programma van herstructureringen de meeste banen bij de autofabrikant te behouden.
Voormalig uithangbord van het Amerikaanse kapitalisme, autofabrikant General Motors is na de val in 2009 overgenomen door de staat. Nu het bedrijf weer op wieltjes is gezet, met dank aan Uncle Sam, wordt er nagedacht over alternatieven voor de toekomst. De grootste industriële vakbond van de Verenigde Staten en tevens aandeelhouder van General Motors, schakelt de hulp van Mondragon in.
De wederopstanding van General Motors
Er was jarenlang een gebrek aan regulering, controle en goed management bij de autofabrikant, stelt de Koreaanse econoom Ha-Joon Chang. Dit resulteerde in een slechte strategie waarbij een gebrek aan technologische innovatie en de verschuiving van productie naar handel op financiële markten de belastingbetaler van de Verenigde Staten tenminste 57,6 miljard dollar kostte. GM wist in augustus 2011 te melden dat de winst bijna verdubbeld was naar $2.5 miljard dollar in het tweede kwartaal. De omzet steeg met 19 procent naar $39.4 miljard dollar.
Van kapitalistisch vlaggeschip tot coöperatie?
Nu de autogigant weer winstgevend wordt, rijst de vraag of het bedrijf weer volledig geprivatiseerd moet worden. Uit vrees voor ‘business as usual’, gaan er stemmen op voor een alternatief model voor de bedrijfsonderdelen uit de staalindustrie.
In 2009 schakelde United Steelworkers (USW) als de grootste industriële vakbond van Amerika en aandeelhouder van GM, de hulp van Mondragon in. Hun doel: het maken van een coöperatieve bedrijfsvorm naar het voorbeeld van de succesvolle Baskische coöperatie. Zo kunnen de werknemers van GM zelf de eigenaren van hun fabrieken worden, een stabiele en duurzame bedrijfsvoering voeren en goede arbeidsomstandigheden verzekeren. Daarnaast worden er banen gecreëerd en voorkomt het dat al de productie verplaatst wordt naar het buitenland, waar het goedkoper is. Bovendien zal er meer van de winst in lokale steden van de Amerikaanse ‘Rust Belt’ blijven, waardoor die naar verwachting welvarender zal worden. Samen met Mondragon stelt USW nu plannen op voor een Amerikaanse versie van het Baskische model, en onderzoeken ze de mogelijkheid om een tiental bedrijven om te vormen.
Privatisering
Obama’s regering staat onder druk van het Ministerie van Financiën, dat voornamelijk door neoliberale economen bestuurd wordt, stelt Vincenç Navarro. De overheid moest daarom duidelijk benadrukken dat het om een tijdelijke overname zou gaan. Nu het bedrijf weer op gang begint te komen, zal de overheid haar geld terug willen verdienen. Er zijn plannen om GM weer zo snel mogelijk te verkopen aan private ondernemingen. Met de daarbij horende angst voor een terugval in oude gewoontes, is dat iets wat de vakbonden met hun initiatief juist willen voorkomen.
Links
-
- Column in de Washington Post van E.J. Dionne Jr.: 'GM is back, thanks to Uncle Sam'
- United Steelworkers aankondiging van de samenwerking met Mondragon
- Google-vertaling van Vicenç Navarro artikel over GM en Mondragon
- Economist-artikel over het resultaat van de redding van GM
- Artikel over het partnerschap van Mondragon en United Steelworkers
- Verklaringsdocument van de samenwerking tussen United Steelworkers en Mondragon