slecht nieuws als verdienmodel

Wereldwijd wordt goed geld verdiend aan misschien wel ons kostbaarste bezit: onze aandacht. Media doen er alles voor. In gesprek met neurowetenschapper Maren Urner leren we hoe dat precies werkt. De belangrijkste punten uit Tegenlicht YouTube-aflevering ‘Ons brein in crisis’ op een rij.

Tekst Emma van Haastert, 27 september 2024

Hersenwetenschapper Maren Urner onderzoekt hoe onze hersenen reageren op problemen in de wereld. Wie dagelijks het nieuws volgt, kan nog weleens de moed verliezen. Volgens Urner komt dat, omdat we ons brein niet goed genoeg kennen.  

De eerste misvatting die Urner bespreekt is het idee dat er een strikte scheidslijn zou bestaan tussen gevoel en verstand. Volgens Urner onderkennen we hierdoor niet genoeg dat emoties leidend zijn in ons bestaan en ons verstand nooit alleen beslissingen neemt.  

Zo heeft onderzoek aangetoond dat mensen met een hersenstoornis op de plek waar de verwerking van emoties en feiten samenkomt, niks meer kunnen beslissen. Geef ze bij het tekenen van een document de opdracht om te kiezen tussen een groene of blauwe pen, en ze blokkeren. Dit leert ons dat elke beslissing die je als mens kunt nemen altijd op je gevoelens of voorkeuren is gebaseerd. Alleen omdat je op dat moment blauw of groen verkiest, maak je een keuze.  

Emoties zijn dan de gewichtjes die je op de feiten (groene of blauwe pen) legt, om de balans te doen doorslaan. Zoom uit naar het politieke discours en je ziet dat elke politieke beslissing ook een emotionele beslissing is, gebaseerd op jouw waarden en overtuigingen. We leren daarom ten onrechte dat een politieke voorkeur een absoluut rationele keuze is. En dat is kwalijk, want als we dat niet onderkennen, slaat het emotionele gewicht door en ontstaan er debatten waarin feiten geen enkele rol meer spelen.  

feiten krijgen alleen toegang tot de hersenen als de ‘emotionele deur’ openstaat

Als je emotioneel niet openstaat voor de feiten die je hoort, integreer je ze niet in je wereldbeeld. Hoe emotioneler een onderwerp, hoe lastiger je bovendien nieuwe feiten opneemt. Zo ook bij je politieke overtuiging, die sterk gelinkt is aan identiteit.  
 
Stel bijvoorbeeld dat iemand tegen je zegt: de eerste maanlanding was in 1969. Als je dacht dat die in 1972 was, maar je hebt niet zo veel met ruimtevaart, dan update je het weetje in je hoofd. Niks aan de hand, geen aanval op je identiteit. Maar als iemand zegt: ik ben absoluut tegen abortus, terwijl jij er juist duidelijk voor bent, stel je waarschijnlijk vurig dat de aangehaalde feiten van de ander onzin zijn. Urner noemt dit ‘hoe-meer-hoe-meer-gedrag.’ Hoe meer iets wat in je identiteit is verankerd wordt aangevallen met feiten, hoe meer je daar (verbaal) tegen zal strijden. 

angst als slechte raadgever

Er komen veel problemen tegelijk op ons af: oorlogen, klimaatverandering, natuurrampen, onrecht. Al die crises tegelijk bereiken ons dagelijks in het nieuws en zelfs continu op je smartphone. Niet gek dat je dan het gevoel kan krijgen dat je machteloos bent. Maar, en dit is een grote psychologische ‘maar’ volgens Urner: dat machteloze gevoel betekent in de praktijk dat we niet goed in staat zijn over verandering na te denken, laat staan oplossingen te bedenken om de crises op te lossen. 

Veel mensen ervaren daarnaast angst en onzekerheid. Onderzoek heeft aangetoond dat angst het onmogelijk maakt om weloverwogen beslissingen te nemen, omdat de essentiële hersendelen die verantwoordelijk zijn voor de langetermijnplanning worden geblokkeerd. Dit is vanuit de evolutie gemakkelijk te verklaren. Wanneer er een sabeltandtijger voor je neus staat, telt alleen het hier en nu. Het probleem is dat je brein de nieuwsberichten ook als acute gevaren interpreteert, waardoor je probleemoplossend vermogen wordt aangetast. 

de negativiteitsbias

Hoe we de wereld zien en hoe we situaties inschatten, wordt voor een groot deel bepaald door de media. Met name wanneer we situaties niet zelf meemaken, gebruiken we de media als richtlijn voor ons beeld.  

Hier is onderzoek naar gedaan. Het wereldbeeld van mensen op basis van hun directe omgeving blijkt vrij realistisch en neutraal: niet heel optimistisch, maar ook niet heel pessimistisch. Als je mensen vraagt na te denken over dingen die verder van hun bed spelen, kantelt dit beeld. Waarom? We zijn dan afhankelijker van het nieuws. De negativiteitsbias treedt op: negatieve zaken vallen meer op en worden vaker en intensiever getoond dan dingen die goed gaan. Die negativiteitsbias heeft iedereen. 

Vanuit de evolutie is dit opnieuw te verklaren. Een overlevingsmechanisme is in werking dat ervoor zorgt dat we gevaren zien en dus niet oversteken terwijl er net een auto aankomt, of hallo gaan zeggen tegen die sabeltandtijger die op ons afkomt. Er is echter een grote maar: we hebben een wereld gecreëerd waar die digitale tijger - in de vorm van een continue stroom aan negativiteit - iedere seconde opduikt of op je telefoon verschijnt. Met als gevolg dat je in een vicieuze cirkel belandt waar je dat logisch bent gaan vinden, en tot de conclusie komt dat alles fout gaat en je niks kunt doen: hulpeloosheid is geboren. 

negatieve informatie als verdienmodel

Nieuwsmedia zijn zich niet onbewust van het feit dat we die negativiteitsbias hebben. Sterker nog, ze spelen er soms zelfs op in. ‘What bleads that leads’: iets met veel bloed krijgt de voorpagina en onze hersenen reageren onmiddellijk, waardoor we het niet kúnnen negeren. Een verdienmodel, inmiddels zo pervers ontwikkeld, dat wereldwijd het meeste geld wordt verdiend aan misschien wel ons kostbaarste bezit: onze aandacht. 

Het goede nieuws: daar kan je dus iets tegen doen. Als je beseft dat aandacht je belangrijkste hulpbron is, waar mediabedrijven gretig op azen, kun je kritischer kijken aan wie of wat je die aandacht wilt geven. Onderzoek bijvoorbeeld welke nieuwsgewoontes er bij jou zijn ingesleten en hoe je die op een gezonde manier kan veranderen (bijvoorbeeld door minder negatief nieuws te consumeren op een dag). Urner benadrukt dat het belangrijk is je af te blijven vragen wat je nodig hebt om de wereld om je heen beter te begrijpen - zonder je handelingsperspectief te verliezen. 

verandering als keuze of door een ramp?

Nieuws dat te veel emotie oproept kan ons dus lam slaan, maar dit mechanisme werkt ook omgekeerd. Te weinig emotie zorgt er juist voor dat we niet in actie komen. Dit mechanisme zie je het duidelijkst in onze omgang met klimaatverandering.  

De wetenschap zegt bijvoorbeeld dat we op dit moment 6 van de 9 planetaire limieten hebben overschreden. Volgens Urner is dit zo’n emotieloos feit, dat mensen makkelijk doorgaan met hun leven. ‘We moeten af van de ijsbeer op de smeltende ijsschots als symbool van de klimaatcrisis,’ zegt ze. In plaats daarvan hebben we verhalen nodig die dichter bij ons staan: over hoe afhankelijk van, of positiever gezegd, verbonden met de aarde we zijn.  

Dat er verandering nodig is in de manier waarop we met elkaar en onze planeet omgaan, staat buiten kijf. De manier waarop we dit doen, hebben we volgens Urner zelf in de hand. Maken we onszelf en onze gemeenschap de nodige verandering eigen? Omdat we er emotioneel rijp voor zijn en op basis van feiten plannen kunnen maken én die kunnen uitvoeren? Of: hoeveel ergs moet er nog gebeuren, de ramp, tot we niet anders meer kunnen?  

het feest in de stad dat niemand wil missen

Om de keuze voor verandering aan te zwengelen, is het belangrijk dat het goed aanvoelt (daar heb je weer die samenwerking tussen gevoel en ratio). Duurzaamheid ‘moet het feest in de stad zijn dat is uitverkocht en niemand wil missen’, aldus Urner. Hier is een belangrijke taak voor de politiek weggelegd, maar ook voor onszelf, als samenleving. Gelukkig kunnen we hiervoor eigenschappen aanboren die we allemaal bezitten: ons voorstellingsvermogen en onze nieuwsgierigheid.  

En nu zijn we weer terug bij de hulpeloosheid en de negatieve emoties: deze blokkeren juist ons voorstellingsvermogen. Als je bang bent, ga je niet op de lange termijn nadenken over bijvoorbeeld je hardloopschema. De grote uitdaging zit hem er dus in: hoe de innerlijke rust te creëren die het voorstellingsvermogen de ruimte geeft om oplossingen te bedenken voor de toekomst?  

uitstijgen boven het zelf

Urner eindigt met een positieve boodschap: we kunnen wel degelijk veranderen. Ja, dat kost moeite, er is investering nodig. Maar zie de geschiedenis en je vindt het levende bewijs: koplopers die het lef hadden om op te staan en tegen de consensus in te gaan, hebben de wereld mede gevormd tot hoe die nu is. Denk bijvoorbeeld aan het inmiddels in veel landen zo vanzelfsprekende vrouwenkiesrecht, of het krachtige verhaal van Rosa Parks, die ergens anders in de bus ging zitten en zo weigerde om mee te doen met de racistische status quo. 

Het ergste dat een mens volgens Urner dan ook kan zeggen is dat hij niet in staat is tot verandering. Dat is gewoonweg onwaar: onze hersenen zijn veranderlijk tot de laatste synapsimpuls. Zij die boven zichzelf uitstijgen zijn diegenen die niet meer geloven dat er een grens is. Zo zei de oprichter van de Solar Impulse: ik bouw een vliegtuig dat op zonne-energie vliegt. Vliegtuigbouwers wilden niet helpen, omdat ze dachten dat het niet kon. Scheepsbouwers zagen die grens niet. In 2016 voltooide de Solar Impulse als eerste vliegtuig op enkel zonne-energie een wereldreis.  

‘Ik dacht dat ’t niet kon, tot iemand dat niet wist en het gewoon deed.’ En dat is precies waar het volgens Urner om gaat.