Wat zijn negatieve emissies?
In deze serie legt klimaatwetenschapper Ernst-Jan Kuiper de belangrijkste klimaatbegrippen voor je uit. Deze keer: negatieve emissies.
Ernst-Jan Kuiper - 17 September 2022
Drie maanden geleden schreef ik over het koolstofbudget. Het budget geeft aan hoeveel broeikasgassen we nog kunnen uitstoten om onder de 1.5°C opwarming te blijven. Het koolstofbudget geeft alleen niet aan hoe snel we de uitstoot moeten afbouwen. Daarvoor gebruiken we uitstootscenario’s. Zo’n uitstootscenario geeft bijvoorbeeld aan hoeveel minder we moeten uitstoten in 2030 of 2040. Daar wordt weer rekening mee gehouden in het klimaatbeleid.
In die uitstootscenario’s, en dus in ons klimaatbeleid, zit echter een grote onzekerheid. De uitstootscenario’s die in lijn zijn met 1.5°C opwarming geven aan dat de wereldwijde CO2-uitstoot enorm snel omlaag moet, namelijk met bijna 10 procent per jaar. Na decennialang treuzelen is het koolstofbudget nu zo klein geworden dat alleen zulke radicale CO2-reducties de wereld nog binnen de 1.5°C opwarming kunnen houden.
Politici en beleidsmakers zien zo’n scherpe jaarlijkse CO2-reductie echter als onwenselijk. Het zou economisch te ingrijpend zijn. Daarom zijn in bijna alle uitstootscenario’s voor 1.5°C de zogenaamde ‘negatieve emissies’ meegenomen. De aanname van toekomstige negatieve emissies maakt dat we nú het nemen van ingrijpende maatregelen kunnen uitstellen.
over de auteur
Ernst-Jan Kuiper is klimaatwetenschapper en behaalde een doctoraat in de glaciologie. Hij geeft lezingen en cursussen over klimaatverandering en werkt bij Milieudefensie aan de klimaatzaak tegen Shell.
Wat zijn negatieve emissies?
In feite is het heel simpel: als je CO2 uitstoot in de lucht, dan praat je over positieve emissies. Doe je het tegenovergestelde en haal je CO2 uit de atmosfeer, dan praat je over negatieve emissies. Negatieve emissies kunnen worden gebruikt om positieve emissies uit bijvoorbeeld de industrie - die moeilijk te verduurzamen is - te compenseren om zo op netto-nul uitstoot te komen.
Toekomstige negatieve emissies
Maar negatieve emissies worden in klimaatbeleid ook gebruikt om het koolstofbudget voor 1.5°C opwarming te overschrijden. Volgens dit beleid moet het teveel aan CO2 later deze eeuw dan weer uit de lucht worden gehaald. Op deze manier kan men in theorie nu langzamer de CO2-uitstoot afbouwen dan eigenlijk nodig is voor 1.5°C opwarming.
Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om binnen het koolstofbudget van 500 gigaton CO2 te blijven door de komende decennia 900 gigaton CO2 uit te stoten onder de aanname dat later deze eeuw 400 gigaton CO2 uit de lucht wordt gehaald. Dit voelt een beetje als creatief boekhouden, maar toch is dit precies wat gebeurt in bijna alle uitstootscenario’s die ons op 1.5°C moeten houden.
Zie hieronder bijvoorbeeld het SSP1-1.9 uitstootscenario uit het laatste IPCC rapport. Het SSP1-1.9 scenario wordt door het laatste IPCC-rapport gepresenteerd als het hoofdscenario dat de wereld kan volgen om onder de 1.5°C opwarming uit te komen.
Volgens dit scenario zou vanaf 2020 de uitstoot rap omlaag moeten gaan, met zo’n 6 procent per jaar. Dit is vergelijkbaar met de eenmalige CO2-reductie in 2020 als gevolg van corona-lockdowns. Maar zelfs deze snelle CO2-reductie is niet snel genoeg om binnen het koolstofbudget van 500 gigaton CO2 te blijven en zal dus leiden tot een overschrijding van het koolstofbudget. Daarom wordt er vanaf 2030-2040 tot het einde van de eeuw ingezet op grootschalige negatieve emissies (blauw in de grafiek). Deze negatieve emissies in de tweede helft van deze eeuw compenseren dan voor het teveel aan uitstoot in de komende jaren.
Wat is CCS?
Negatieve emissies worden dus gebruikt om onszelf extra uitstootruimte te gunnen door de volgende generaties de taak te geven honderden miljarden tonnen CO2 uit de lucht te halen. Omdat we in onze klimaatplannen rekening houden met toekomstige negatieve emissies, wordt er al geëxperimenteerd met technologieën om CO2 uit de lucht te halen of af te vangen bij de schoorsteen.
Bij veel van deze negatieve emissie technologieën is carbon capture and storage (CCS) essentieel. CCS is de technologie die nodig is om CO2 af te vangen en vervolgens langdurig op te slaan. Het probleem is echter dat CCS nog in de ontwikkelingsfase zit. Ondanks decennia aan experimenten is de CCS-technologie nog nauwelijks operationeel of bewezen effectief. Terwijl veel uitstootscenario’s voor 1.5°C ervan uit gaan dat we vanaf 2050 zo’n 5 tot 15 gigaton CO2 per jaar gaan afvangen en opslaan, is de huidige wereldwijde capaciteit om dat te doen slechts 0.04 gigaton CO2 per jaar.
Hoe ethisch zijn negatieve emissies?
Door onze CO2-uitstoot rustig tot 2050 af te bouwen kiest men ervoor de volgende generaties met de taak op te zadelen gigantische hoeveelheden CO2 uit de lucht te halen met technologieën die op dit moment nog nauwelijks operationeel of bewezen zijn.
Een eerlijk klimaatdoel - in lijn met 1.5°C, met een grotere uitstootreductie dan landen in het globale Zuiden en zonder aannames van grootschalige toekomstige negatieve emissies – zou betekenen dat Nederland ergens rond 2030 klimaatneutraal moet zijn.