Al jarenlang spreekt de Nederlandse politiek de ambitie uit bij de beste kenniseconomieën ter wereld te behoren. Een ambitie die tot nu toe vooral weerslag krijgt in stapels rapporten en abstracte ranglijsten.
Tegenlicht
Nederland buiten kennis
Nederland kan alleen meer verdienen door meer uit te vinden, maar er is gebrek aan de belangrijkste grondstof: kennis. De technisch hoogopgeleide mensen die voor deze innovaties nodig zijn, studeren niet in Nederland.
Om het begrip kenniseconomie concreet te maken gaat Tegenlicht samen met Jan Kamminga, voorman van de Nederlandse high-tech industrie, te rade bij enkele van Nederlands meest innovatieve bedrijven, waaronder de succesvolle chipmachinefabrikant ASML. Duidelijk wordt dat Nederland alleen “meer kan verdienen door meer uit te vinden”, maar dat er aan de belangrijkste grondstof, kennis, een groot gebrek is. De technisch hoogopgeleide mensen die voor deze innovaties nodig zijn, blijken in Nederland niet in voldoende mate te worden opgeleid. Bedrijven zijn voor hun R&D dan ook in toenemende mate aangewezen op buitenlandse, vooral Aziatische, kenniswerkers.
Kamminga en ondernemers houden een hartstochtelijk pleidooi om nu fors te investeren in het technische/exacte onderwijs in Nederland: dat is de basis van onze huidige en toekomstige welvaart.
Regie: Kees Brouwer
Research: Gerko Wessel
Productie: Helen Goossens
Eindredactie: Henneke Hagen / Jos de Putter