Peter Wennink is financieel directeur van ASML, een technologiebedrijf uit Noord-Brabant dat wereldwijd marktleider is op de markt van chipmachines. Volgens Wennink mist het Nederlandse industriebeleid focus. ‘Er zijn geen echte speerpunten.’

Zwaar weer

Wennink werkte voorheen bij Deloitte Accountants als partner en specialist in halfgeleiders, een basisonderdeel van moderne electronica. Sinds 1999 is hij financieel directeur van ASML. Het bedrijf uit Noord-Brabant is wereldwijd met een ruime voorsprong leider op de markt van chipmachines. Volgens Wennink heeft ASML deze dominante positie te danken aan het feit dat het onverminderd geld is blijven uitgeven aan onderzoek. In 2008 en 2009 ging het bedrijf vanwege de economische crisis door zwaar weer en werden duizend banen geschrapt, waarvan meer dan de helft in Nederland. Maar ook toen bleef het ieder kwartaal rond de 120 miljoen euro apart zetten voor research en development.

In 1956 voorspelde Gordon Moore, een van de oprichters van chipfabrikant Intel, dat het aantal elektronische schakelingen op computerchips grofweg iedere twee jaar zou verdubbelen. De Wet van Moore geldt nog steeds. Computerchips worden steeds sneller en de opslagcapaciteit van harde schijven en USB-sticks wordt steeds groter. ‘Wij zijn degenen die dat waarmaken met onze duizenden researchers en ontwikkelaars,’ stelt Peter Wennink. ‘Niet Apple of Microsoft dicteert de toekomst, maar wij.’

Achter de schermen bij ASML

Overheidssteun

Toen de fabriekshallen twee jaar geleden leegstonden, ving de overheid ASML op. Er werd een werktijdverkorting geregeld en in totaal ontving het bedrijf in 2009 35 miljoen euro aan overheidssteun. “Dat is verwaarloosbaar ten opzichte van de miljarden die naar de financiële sector zijn gevloeid,” stelde Wennink in 2010 in het Financieel Dagblad. “Terwijl ons bedrijf toch als motor dient voor de regio.” Hij betoonde zich dankbaar voor de steun, maar stelde tegelijkertijd dat het Nederlandse industriebeleid geen focus kent. Volgens Wennink moet Nederland zich richten op de sectoren waar ze goed in is: watertechnologie, biotechnologie en halfgeleiders. “Focus daarop, ook als dat betekent dat andere regio’s zoals Groningen buiten de boot vallen. Dat is dan jammer.”

Sterk industriebeleid

De opmerkingen van Wennink zorgden voor enige ophef. "Meer geld voor ASML zou flauwekul zijn," reageerde toenmalig minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven. Maar om meer geld was het Wennink niet per se te doen, verduidelijkte hij later. Het ging hem juist om steun voor kleinere bedrijven. "Vele, vooral kleinere bedrijven, zouden best meer kunnen investeren in kennis en kunde mits de juiste aanmoediging hen daartoe in staat stelt. Ik vind het jammer dat in de media is gesuggereerd dat ik om meer overheidssteun voor ASML vraag. Dat heb ik juist niet bepleit. Ik pleit voor een sterk Nederlands industriebeleid waardoor nieuwe kennisintensieve bedrijven zich kunnen ontwikkelen. Daarvan profiteren de kampioenen van morgen, niet de kampioenen van vandaag die zich allang hebben bewezen."