De speech van de premier
Eind maart sprak premier Rutte ons voor de derde maal toe ten tijde van de coronacrisis. ‘Het virus raakt ons allemaal. Alleen samen kunnen wij het aan’, besloot hij zijn speech.Maar ons gerust stellen, kunnen de leiders van ons land dat eigenlijk wel? De beroemde voorbeelden zijn altijd: Hendrik Colijn, de premier die ons in 1936 maande ‘rustig te gaan slapen’, terwijl de spanningen en oorlogsdreiging in Europa extreem opliepen. En natuurlijk is er de befaamde televisietoespraak van Joop den Uyl bij de oliecrisis. Als we bereid zijn wat in te leveren, ‘wordt het toch geen koude winter, ook al vriest het nog zo hard’, zo eindigde hij zijn toespraak in 1973.Maar echt een traditie van gerust stellen bestaat er niet onder Nederlandse leiders. Zo meent politieke historicus en hoogleraar Henk te Velde. Op een uitzondering na dan, een minister uit het begin van de negentiende eeuw.Henk te Velde is te gast.