Harvard-astronoom Avi Loeb ontdekte een buitenaards ruimteschip, maar de wetenschappelijke gemeenschap wil er niets van weten.

En toen, ergens op een doodgewone oktoberdag in 2017, kregen we voor het eerst buitenaards bezoek. We hadden er lang op moeten wachten. Wetenschappers als Johannes Kepler en Christiaan Huygens fantaseerden in de zeventiende eeuw al over tegenvoeters in het heelal (Kepler zocht ze op de donkere achterzijde van de maan, Huygens op Saturnus). H.G. Wells publiceerde in 1898 zijn War of the Worlds, waarin marsmannetjes de aarde bestormen.  

Van een bestorming was ditmaal geen sprake, wel van een object aan de hemel dat zich met een dusdanige snelheid voortbewoog dat het van buiten ons zonnestelsel moest komen, aldus astronomen. Het object kreeg een toepasselijke naam, Oumuamua: (verre) boodschapper in het Hawaïaans (de locatie vanwaar het object werd waargenomen). 

Door uitstotend gas zou Oumuamua een lichte versnelling laten zien, concludeerden astronomen toen het mysterieuze object in 2017 in de buurt van de aarde kwam.

lichtzeil

Een asteroïde, werd geopperd. Toch een komeet, meenden anderen. Niets van dat alles, schreef astronoom Avi Loeb, hoofd van Harvards astronomiefaculteit. Die wonderlijke ruimtesigaar was eindelijk the real thing. Vorm en beweging konden niet door natuurwetten worden verklaard. De reflectie van de zon veranderde steeds, het object versnelde bovendien naarmate het zich van de zon verwijderde. Een asteroïde kon het daardoor niet zijn, een komeet wel, maar dan zou er weer sprake moeten zijn van de voor zo’n versnellende komeet kenmerkende staart, en die ontbrak. Loebs conclusie: het object werd aangedreven door de zon, en dat kan slechts wanneer het een specifieke vorm heeft: extreem dun en groot, een soort lichtzeil, een vorm die in de natuur niet voorkomt. Ergo, het moest wel afkomstig zijn van een buitenaardse beschaving, maar het was geen ruimteafval van die beschaving, dan hadden we daarvan eerder al meer gezien. Er was geen andere conclusie mogelijk: het object was hier op een missie, het was hier om ons te observeren. 

'Zelfs ertegen ingaan doe ik niet, dat geeft de halvegare maar gratis air time.'

ruimteschepen

‘Hebben we niet genoeg echte wetenschap om mensen blij en verbaasd te maken? Ik heb geen zin om te praten ten behoeve van zo'n gast die bezeten is van complottheorieën. Zelfs ertegen ingaan doe ik niet, dat geeft de halvegare maar gratis air time.’  

Vincent Icke, hoogleraar theoretische sterrenkunde, reageert per mail aanvankelijk afhoudend op een interviewverzoek, maar een week (en de belofte dat het niet alleen over Loeb gaat) later zitten we toch tegenover elkaar, op zijn kamer in het Huygens Laboratorium in Leiden. Icke schreef een boek over buitenaards leven, Reisbureau Einstein. Vorige maand had hij – Icke is tevens beeldend kunstenaar – een expositie bij Estec (de Europese ruimteorganisatie in Noordwijk). Het onderwerp: buitenaardse ruimteschepen.

Avi Loeb achter zijn computer, te zien in aflevering 4 van De wilde ruimte

een miljard sterren

De fascinatie voor het heelal en buitenaards leven is de laatste jaren is het echt booming, lijkt het. De speurtocht naar leven op Mars, pogingen in laboratoria kunstmatig leven te maken, met als doel iets te leren over de omstandigheden waaronder leven kan ontstaan, zodat we een beter idee krijgen waar in het universum we naar leven moeten zoeken. De technologie ontwikkelt zich razendsnel, mede dankzij krachtige computers. Het ruimteonderzoek zelf zit ook in een ‘fantastische versnelling’, zegt Icke. ‘De Gaia-ruimtetelescoop [in 2013 gelanceerd, HvW] heeft inmiddels al een miljard sterren in kaart gebracht. Toen ik studeerde, kenden we er welgeteld honderd. Terwijl wij hier zitten te praten, wordt in Chili een telescoop gebouwd met een doorsnee van 39 meter. Je verstand staat erbij stil! Frans Snik, een collega hier, heeft een apparaat ontwikkeld [samen met bioloog Lucas Patty, die er onlangs aan de vu op promoveerde, HvW], waarbij je kijkt naar circulair gepolariseerd licht. Daarmee kun je op grote afstand leven traceren.’ Op termijn gaat het daarbij zelfs om leven op planeten buiten ons zonnestelsel, met de volgende generatie ruimtetelescopen wordt dat waarschijnlijk mogelijk.  

De Gaia ruimtetelescoop (artistieke impressie)

sterrenstof

De speurtocht naar buitenaards leven wordt tevens gevoed door het inzicht dat wij mensen, en het andere leven op aarde, minder bijzonder zijn dan we dachten. ‘We zijn sterrenstof, gemaakt van de goedkoopste troep die er in het heelal voor het oprapen ligt,’ zegt Icke, ‘de natuurwetten zijn bovendien universeel. We hebben inmiddels duizenden exoplaneten gevonden die zich in een vergelijkbare relatie tot hun ster bevinden als wij tot de zon. Dat elders in het universum leven bestaat, is zeer waarschijnlijk.’ Zelfs is het denkbaar dat er intelligente levensvormen bestaan, zegt Icke. Darwins evolutieleer geldt ook elders, en intelligentie is nu eenmaal een prima eigenschap om te overleven. ‘Als je je afvraagt of er levensvormen kunnen zijn die zoveel verder zijn dan wij dat ze de Melkweg kunnen bereizen, dan is het antwoord ja, dat kun je op de achterkant van een envelop uitrekenen.’ Iets waar we zelf in principe trouwens ook toe in staat zijn, benadrukt Icke, ruimtereizen met een snelheid zo groot dat we sterren op vele lichtjaren afstand kunnen bereiken, is mogelijk, weten we sinds Einstein. 

Maar miljardairs als Musk en Bezos, die ruimtevaartbedrijven oprichten met als doel ooit, als we de aarde naar de gallemiezen hebben geholpen, (een bevoorrecht deel van) de mensheid naar planetenstelsels ver weg te verhuizen, kramen volgens Icke onzin uit. ‘Mensen hebben in de ruimte niets te zoeken. Er is geen enkele plek elders in het heelal die gastvrijer is dan de gevaarlijkste plek op aarde. Als je onderzoek wilt doen moet je een apparaat sturen, geen mens. Het is toch van de gekke dat op dit moment miljarden worden geïnvesteerd in zelfrijdende auto’s, maar dat de mens de ruimte in moet om naar het heelal te kijken. Als je werkelijk onze biosfeer het heelal in wilt brengen, om het heelal te bevruchten zogezegd, moet je het complete genoom van alles wat leeft op aarde de ruimte in sturen. Dat past in vier containers. De evolutie zorgt ter plekke wel voor de rest.’ 

'Er is geen enkele plek elders in het heelal die gastvrijer is dan de gevaarlijkste plek op aarde.'

breakthrough starshot

Die ruimteschepen met vier zeecontainers zijn er voorlopig niet, wel bestaan er plannen om binnen afzienbare tijd met microscopisch kleine ruimtesondes, voorzien van camera, navigatiesysteem en communicatieapparatuur, af te reizen naar Proxima Centauri, op 4,2 lichtjaren afstand de dichtstbijzijnde ster. De Russische miljardair Yuri Milner heeft tien miljard geïnvesteerd in zijn project Breakthrough Starshot. Het idee: door krachtige lasers op een superlicht ‘lichtzeil’ (totale gewicht ongeveer één gram) af te vuren, kun je een snelheid van een vijfde van de lichtsnelheid bereiken, oftewel 60.000 kilometer per seconde. Duur van de reis in dat geval: zo’n twintig jaar.  

‘Die snelheid kunnen we bereiken,’ zegt Icke, ‘dat is bekend. Maar als je mij vraagt wat de grootste waarschijnlijkheid is dat we leven buiten de aarde aantreffen: via zo’n sonde of gewoon vanaf de aarde met onze telescopen, dan zet ik al mijn geld op die telescopen. Mijn vermoeden is dat diezelfde foto’s allang zijn gemaakt, vanaf de aarde, met steeds betere apparatuur, als de sonde pas halverwege is.' 

Dit is het idee achter het Breakthrough Starshot-project: een laser op aarde geeft een zonnezeil een enorme zet.

extraordinary claims

De wetenschapper van dienst bij het Breakthrough Starshot-project, dat in de vierde aflevering van de serie De wilde ruimte centraal staat: Avi Loeb. Inderdaad, die van het buitenaardse ruimteschip, dat dus geen ruimteschip is. ‘De metingen laten slechts zien dat dit niet een doorsnee komeet of asteroïde is. Best, maar de volgende vraag die je dan moet stellen: laten de metingen een dusdanig afwijking zien dat het niet pas binnen de marge van een bestaande categorie? En dat is niet het geval. In de wetenschap heeft alles een bepaalde foutmarge. Wij weten nooit iets zeker. De complottheoriemensen gebruiken dat kleine venstertje om met iets extreems te komen. Terwijl de variatie aan kometen enorm is. Sommige bestaan uit twee dingen die aan elkaar gekit zijn. Andere zijn bolvormig. Er zijn kometen die uit vier stukken bestaan die samen door de ruimte gaan.’  

Er zijn bij wijze van spreken al vreemdere objecten waargenomen zonder dat iemand riep: kijk, een ruimteschip? 

‘Ja, zeker. Dat laat onverlet dat het meneer Loeb vrij staat om te zeggen: het is wél een buitenaards ruimteschip. Alleen, zoals Carl Sagan al zei: “Extraordinary claims require extraordinary evidence.” Je kunt het niet uitsluiten, het komt alleen achteraan in de rangorde. Sherlock Holmes zei: “Als het mogelijke als verklaring is uitgesloten, blijft het onmogelijke over.” Maar je moet niet met het onmogelijke beginnen.’ 

Loeb gebruikt diezelfde uitspraak van Sherlock Holmes om zich te rechtvaardigen. 

‘Natuurlijk. Maar hij heeft die uitsluiting niet gedaan. Dat hij iets idioots probeert, is het probleem niet. Dat hoort bij wetenschap. Maar hij moet met bewijs komen.’ 

Hij zegt: dat komt er ook, met de nieuwe supertelescoop die in aanbouw is. 

‘Ja, zo lust ik er nog wel eentje.’ 

Hij zegt: het is een theoretische interpretatie op basis van data, niks mis mee, business as usual. Er is sprake van het bestaan van een ‘A-woord’ in de astronomie. Wie het woord "alien" in de mond neemt, is onmiddellijk persona non grata. 

‘Dat vind ik onoprecht. Gegeven wat wij weten over de samenstelling van het zonnestelsel, gegeven de marges die daarin bestaan, is het niets meer dan een wild verzinsel. Als hij dan zou zeggen: binnen het kader van mijn verzinsel zou je dat en dat moeten kunnen meten, laten we gaan kijken, dan kom je weer op het terrein van de wetenschap. Uit een hypothese moet een voorspelling volgen die je kunt toetsen. Maar hij heeft geen vaag benul wat dat zou moeten zijn of hoe je dat zou kunnen meten.’ 

Loeb heeft als Harvard-astronoom een reputatie. Waarom zou hij die op het spel zetten?  

‘Ik ben geen psycholoog, maar ik heb wel een theorie over hoe dat werkt. In mijn tak van sport gaat het meestal mis. Bijna alle ideeën die ik heb, kunnen zo de prullenbak in. Iedere keer gaat het zo: weer mis, nee hoor, weer mis, weer mis. En als je daar moe van wordt, als je daar niet tegen kunt, als je denkt: ik ben verdomme al zo lang bezig, het moet een keer klaar zijn, dan ga je misschien extreme dingen bedenken.’ 

'Dat hij iets idioots probeert, is het probleem niet. Dat hoort bij wetenschap. Maar hij moet met bewijs komen.’

meer wilde ruimte