Het VPRO-jaar 2023 werd vanaf maart grijs gekleurd door de ziekte van Lennart van der Meulen die hem dwong zijn taken neer te leggen. De hele organisatie heeft tijd nodig gehad om aan het idee te wennen dat hij niet terug zou keren in zijn functie. Zelf heb ik geaarzeld toen de Raad van Toezicht mij verzocht zijn functie waar te nemen en samen met het MT de VPRO door deze ingewikkelde periode te loodsen, nadat Lennart en ik zoveel jaren samen hadden gewerkt.
Deze veranderingen raakten ons allemaal en voor meerdere mensen betekende dit een verzwaring van taken en verantwoordelijkheden. Hierin heb ik de kracht van de VPRO en al zijn medewerkers ervaren: we hebben laten zien dat we juist in moeilijke tijden samen op kunnen trekken.
Die moeilijke tijden waren voor de VPRO al in het najaar van 2022 begonnen. Toen constateerden we dat we steeds vaker moeite hadden om onze programmavoorstellen geplaatst te krijgen bij de NPO.
Binnen het nieuwe programmeermodel was toegankelijkheid een sleutelwoord dat blijkbaar niet altijd paste bij wat ons voor ogen stond. Zou de situatie niet veranderen dan stonden de VPRO zware tijden te wachten, niet alleen inhoudelijk, maar vooral ook in financieel opzicht.
Om daar goed op voorbereid te zijn, werkten we als directie en MT in het voorjaar van 2023 een aantal scenario’s uit voor een toekomstbestendige organisatie. Tegelijkertijd voerden we als VPRO, én in gezamenlijkheid met de andere omroepen constructieve gesprekken met de NPO over mogelijke wijzigingen in het programmeermodel.
Die gesprekken wierpen in de loop van het jaar hun vruchten af. De NPO wijzigde zijn koers, de VPRO kreeg een helder en bestendiger perspectief met meer zekerheid over de programmering.
Het nadenken over de toekomstscenario’s heeft ons ook geholpen om de inhoudelijke koers aan te scherpen. Om de ambities uit ons meerjarenbeleid te realiseren focussen we de komende jaren op een onderscheidend profiel, op verjonging, een versnelling van de transitie naar online en het op peil houden van de eigen inkomsten.
Het vertrek van Lennart en het vertrek van hoofdredacteur Anouk Kamminga vormden aanleiding voor een evaluatie van de topstructuur – directie-bestuur en MT – van de VPRO. Voorname vraag was of de VPRO ook de komende jaren gediend zou zijn bij een eenkoppige directie en bestuur en daarnaast welke vorm het MT zou moeten hebben. Na een intensief traject stellen we een model voor met een tweehoofdige directie, waarbinnen de algemeen directeur de bestuurder is, en een kleiner MT.