Wat voor jaar was het voor jullie als hoofdredactie?
Stan: ‘Een jaar waarin we in drie tijdzones leefden. Om te beginnen de wereld voor corona, die je nog ziet in de serie Tokidoki met Paulien Cornelisse. In januari en februari zonden we De puinhopen van Irak uit, van de Nederlands-Palestijnse documentairemaker Sakir Khader. Een knappe, vijfdelige serie die met veel bloed, zweet en tranen is gemaakt. Dan was er het heden: wat doen we deze week, wat speelt er? Dat vertaalde zich bijvoorbeeld in Cape Town, Gang Town, Lock Down, actuele reportages in Zuid-Afrika met Bram Vermeulen, en in de uitzendingen van Metropolis en Tegenlicht. Een schitterend voorbeeld van Tegenlicht is de aflevering Taxi in lockdown, waarin zeven zelfstandige taxichauffeurs uit Amsterdam, Rio de Janeiro, Wuhan, Teheran, Kisumu, Tel Aviv en New York ons meenemen in hun wereld met verlaten straten. Het ving de staat waarin we op dat moment met z’n allen verkeerden. En Zweden doen het anders, met Sander Schimmelpenninck en Thomas Erdbrink. Producties gemaakt in korte tijd, dagen, hooguit weken. En tot slot de toekomst: proberen voorbij de coronacrisis te kijken. Na dertien maart was het van dag tot dag anders. Doorgaan waar dat kan en zo niet, een oplossing verzinnen, werd onze modus operandi. Er hoeft maar één teamlid positief te testen, en alles verandert.’
Anouk: ‘Ik denk dan vooral aan het doorzettingsvermogen van iedereen binnen de organisatie, en niet te vergeten alle freelancers, die al helemaal geen makkelijk jaar hebben gehad. We hebben het toch maar geflikt met elkaar, we zijn als organisatie veerkrachtig gebleken en hebben een enorme creativiteit aan de dag gelegd. Dat vind ik bewonderenswaardig. We zijn met z’n allen gewend geraakt aan een onvoorstelbare situatie. Dat je met een mediaorganisatie zo kunt functioneren, op nieuwe manieren die we samen hebben bedacht, vind ik heel bijzonder. Het was ook een dorrig jaar, een soort flatliner, van weinig genieten. De leuke dingen die ook bij dit werk horen, op een festival staan met een biertje, samen naar een filmfestival, ontbraken. Het vergde ook wel heel veel van ons allemaal. Mooi om te zien dat verschillende afdelingen initiatieven namen zoals online bingo’s, dat er bloemen bij alle medewerkers werden bezorgd, festivals gestreamd en Villa Journaals om bij te blijven bij alles wat er speelde.’
Willem: ‘Ondanks corona, en ondanks dat het met Mondo niet helemaal is gelopen zoals we hadden gehoopt, was het toch een heel goed jaar voor de VPRO. We hebben echt in goede spirit met elkaar gewerkt. Ook een jaar met een mooie omzet, gekeken naar de hoeveelheid programma’s en het geld dat we daarvoor kregen. En we hebben veel programma’s binnengehaald. Met Frank & Eva zijn we iedere dag drie uur lang live op NPO 3FM, in samenwerking met BNNVARA, en we hebben meegedaan met Op1. Dat zijn niet de programma’s met het sterkste VPRO-dna, maar het droeg er wel aan bij dat we ons ook op NPO 1 profileerden en onze positie op NPO 3FM verstrekten. Het is een van de dilemma’s van een hoofdredacteur: het eigen sterke profiel behouden zonder te marginaliseren, en de samenwerking zoeken zonder daarin door te slaan en te verwateren.’