Argos

Kind in de noodopvang

Hoe vergaat het alleenstaande minderjarige asielzoekers in ons land? Er heersen grote zorgen over hoe het is gesteld met deze jongeren, die worden opgevangen in noodopvang-locaties door het hele land. De omstandigheden in de opvang zijn vaak slecht, in combinatie met dagelijkse onzekerheid en zorgen van de jongeren zorgt dit voor een onhoudbare situatie. 

Een productie van: Sanne Terlingen

Argos volgt zes Eritrese jongens terwijl ze van noodopvang naar noodopvang verplaatsen. Hoe gaat het er precies aan toe op de noodopvang-locaties? En wat moet er veranderen?

Deze uitzending wordt gemaakt door onderzoekscollectief Lost in Europe, waar Argos onderdeel van is. 

Zaterdag 27 mei, 14 uur, NPO Radio 1

Abonneer je op Argos-podcast

De wekelijkse radio-uitzending van Argos is ook te beluisteren als podcast via ►Spotify ►ApplePodcasts ►Stitcher ►RSS-feed. Meer weten? Klik hier.

Journalistieke verantwoording

verantwoording

Lost in Europe deed samen met journalisten van regionale media zes maanden onderzoek naar alleenstaande minderjarigen in noodopvanglocaties. In totaal spraken de journalisten met meer dan honderd bronnen, zoals (oud-)medewerkers (variërend van locatiemanagers en woonbegeleiders tot beveiligers en keukenpersoneel), andere personen met toegang tot noodopvanglocaties (zoals vrijwilligers, jeugdbeschermers en intercultureel mediators), hulporganisaties, deskundigen en uiteraard de jongeren zelf. Zij ondersteunden hun verhalen met foto’s en video’s. Ook kregen de journalisten inzage in interne documenten, waaronder tientallen meldingen van misstanden, en honderden meldingen van signalen van mensenhandel rondom opvanglocaties over de periode van 2017 tot en met 2020. Ook werd een beroep gedaan op de Wet Open Overheid (WOO).  

Uit het contact met jongeren en opvangmedewerkers bleek dat hun verklaringen over de omstandigheden in de noodopvang niet overeenkwamen met het beeld dat door COA, Nidos en de locatiemanagers werd geschetst. We kregen inzage in meldingen van jongeren die aangaven dat zij ‘niet meer gingen melden omdat er toch niets mee werd gedaan’. Opvangmedewerkers deelden hun zorgen en toonden aan hoe zij intern vastliepen bij het aankaarten van misstanden. Zij gaven aan dat zij hier vanwege zwijgclausules in hun contract hier niet openlijk over konden spreken. Ook vertelden bronnen over incidenten die niet in het systeem terug te vinden waren. Meermaals hebben we meegemaakt dat we jongeren ons uitnodigden om de opvanglocatie te komen bekijken, maar dat ons bij aanmelding de toegang werd geweigerd door COA-personeel of beveiliging. We hebben daarom besloten om de situatie op verschillende opvanglocaties zelf te gaan observeren. Hierbij hebben wij ons – aan de beveiliging - niet altijd kenbaar gemaakt als journalist. Aan onze bronnen hebben we dit uiteraard wel kenbaar gemaakt. 

In sommige opvanglocaties - zoals bijvoorbeeld bij het Gr8-hotel in Oosterhout - was het niet nodig om toegang te krijgen tot het COA-terrein om de noodopvang te kunnen observeren. Het Gr8-hotel is geopend voor hotelgasten, evenals het aanpalende La Place-restaurant. Ook de parkeerplaats is openbaar terrein. Onze bevindingen hebben we in een vroeg stadium voorgelegd aan het COA en Nidos. Ook hebben we vervolgens met toestemming van het COA een bezoek gebracht aan de noodopvang in het Postillion-hotel in Arnhem. We kregen eveneens toestemming om de noodopvang-locatie in het Van der Valk-hotel Leusden te bezoeken. Dit bezoek kon helaas pas de dag publicatie gefaciliteerd worden, en heeft daarom niet meer plaatsgevonden. 

Het achterhalen van omstandigheden waarin de kinderen in de noodopvang leven is samen gegaan met de bescherming van de identiteit en de kwetsbaarheid van deze kinderen. We hebben geen herkenbare afbeeldingen van hen gebruikt, geen achternamen en geen recente verblijfplaatsen genoemd. Verschillende jongeren hebben ons van informatie voorzien, in gesprekken en via andere communicatiekanalen. Tegenover hen hebben we ons uiteraard wel kenbaar gemaakt als journalist. De verhalen van de jongeren die hebben meegewerkt aan de publicaties hebben we laten geverifieerd en voorgelegd aan deskundigen, waaronder cultural mediators, COA-medewerkers en de politie. 

We zijn in de hotels niet op de kamers van jongeren geweest. In de interviews zijn we traumabewust tewerk gegaan. We hebben de jongeren enkel gevraagd naar de omstandigheden in de noodopvang, en niet naar hun ervaringen in hun land van herkomst. 

Interview Nationaal Rapporteur Conny Rijken

extra interview

‘We creëren onze eigen problemen als we deze kinderen niet meer stabiliteit bieden’

interview, Huub Jaspers & Allart van der Woude

Uit ons onderzoek blijkt dat sinds januari vorig jaar 360 alleenstaande minderjarige vreemdelingen uit Nederlandse opvangcentra zijn verdwenen. Wat is uw reactie daarop?
De eerste reactie is schrikken. De tweede reactie is ‘alwéér?’. In het verleden is het ook gebeurd en hebben we cijfers gezien van verdwijningen. Het blijkt een vrij constant gegeven, ook uit cijfers die jullie eerder hebben verzameld, dat het steeds weer dit soort aantallen zijn. En dat is zorgelijk. We weten niet precies waar deze kinderen terechtkomen. In het verleden zijn er wel wat onderzoeken gedaan, ook strafrechtelijke onderzoeken. Daarbij bleek dat kinderen ook in uitbuitingsituaties terecht zijn gekomen. En dat valt binnen mijn mandaat. Dat is met name waar ik mij druk om maak: waar komen deze jongeren terecht, en worden die ook slachtoffer van praktijken van uitbuiting? Nederland heeft ook echt een verantwoordelijkheid om deze jongeren, die extra kwetsbaar zijn – zeker als het gaat om alleenstaande minderjarigen – te beschermen tegen kwaadwillende personen.

We weten dat dit soort praktijken gebeuren. Ik heb zelf in het verleden onderzoek gedaan naar Eritrese jongeren, maar ook bij Vietnamese jongeren weten wij dat zij geronseld worden voor uitbuitingspraktijken. Of dat de kinderen zijn uit jullie onderzoek, die nu verdwijnen, dat weten we niet. Dat onderzoek hebben we niet gedaan. Maar op basis van de informatie die we uit eerdere onderzoeken hebben, is er in ieder geval reden tot zorg om aan te nemen dat zij in dat soort situaties terechtkomen of terecht kunnen komen.

Welke signalen van uitbuiting waren er in het verleden?
We hebben hele duidelijke zaken gehad waar alleenstaande minderjarige vreemdelingen uit Nigeria uit de opvang verdwenen, die later in de prostitutie zijn teruggevonden in Italië en België. Maar ook zaken als de verdwenen Vietnamezen die later zijn teruggevonden in Engeland bijvoorbeeld. Van de Vietnamezen weten we ook dat zij tewerkgesteld worden in de hennepteelt in Engeland.

Dus dat zijn niet alleen maar signalen, daar zijn ook echt bewijzen van?
Dit zijn hele duidelijke zaken, ja. Daarnaast zijn er ook steeds signalen van COA-medewerkers geweest dat louche personen zich melden bij opvanglocaties, met kwade bedoelingen. Dat die soms ook jongeren echt actief ronselen voor werk, maar ook voor seks tegen betaling, wat voor minderjarigen geldt als een vorm van uitbuiting. Zeker als ze zich in dit soort situaties bevinden.

U maakt zich zorgen over deze groep. Is het een belangrijk thema voor u als Nationaal Rapporteur?
Ja, wij hebben de kwetsbaarheid van alleenstaande minderjarige vreemdelingen benoemd als één van de prioriteiten waar we verder onderzoek naar zullen doen.

U heeft al geschetst dat in het verleden jongeren, bijvoorbeeld die Vietnamese jongeren, in uitbuitingssituaties terechtkwamen. Die verdwenen zelfs uit de beschermde opvang. Nu zitten heel veel jongeren in noodopvanglocaties. Daar heeft ons onderzoek zich ook specifiek op gericht. Zijn die jongeren in die noodopvanglocaties extra kwetsbaar voor uitbuiting?
Bij de noodopvang gaat het natuurlijk om een tijdelijkheid. Er is dan ook het risico dat ze weer verplaatst worden; dat ze geen netwerk op kunnen bouwen; dat ze niet naar school gaan. Dat zijn allemaal risico's die de kwetsbaarheid verhogen. Net als dat ze geen dagbesteding hebben, dat ze geen vaste personen hebben waar ze naar toe kunnen gaan wanneer er iets niet in de haak is. Dat zijn factoren die wel belangrijk zijn en die de kwetsbaarheid verhogen. Heel vaak zitten dit soort jongeren ook nog in netwerken, zeker als ze hier naartoe zijn gehaald via mensensmokkelbendes. Dus ze zijn sowieso kwetsbaar en dit soort factoren, zoals die tijdelijkheid, en dat je ze geen veiligheid biedt, dat verhoogt dan hun kwetsbaarheid.

Aan de ene kant is het juist in deze situaties voor de jongeren misschien wel aantrekkelijker om te vertrekken - in ieder geval niet heel erg aantrekkelijk om al te lang in de noodopvang te verblijven. Aan de andere kant is er ook gewoon minder toezicht.
Of dat toezicht nou minder is dan in de andere locaties, dat weet ik niet. Wat we wel weten is dat er steeds opnieuw opvanglocaties worden geopend en het COA moeite heeft om personeel aan te nemen. Dat personeel moet natuurlijk ook getraind worden. Dat moet bewust gemaakt worden van mogelijke signalen van mensenhandel. Dat krijg je natuurlijk niet voor elkaar als mensen er slechts tijdelijk werken.

De groep van de Eritrese migranten is voor u persoonlijk geen onbekende groep. Daar heeft u net aan gerefereerd. U heeft daar eerder mee te maken gehad?
Ja, we hebben eerder onderzoek gedaan naar de migratie van gevluchte Eritreeërs, op de route, maar ook wel in Nederland in de opvang.

U heeft zich daar toen u hoogleraar was aan de universiteit in Tilburg ook mee bezig gehouden, toch?
Ja, zeker. Dat klopt.

Waarom vertrekken zoveel Eritreeërs uit hun land?
In Eritrea is een dictatoriaal regime, en jongeren moeten daar een nationale dienstplicht vervullen. Dat is geen militaire dienstplicht, dat is gewoon een nationale dienstplicht waarbij ze bijvoorbeeld huizen moeten bouwen, wegen aan moeten leggen, op het land moeten werken. Het is niet duidelijk voor hoelang, dat is van tevoren niet bekend. Ze krijgen daar niet voor betaald. Dus het is gedwongen arbeid die georganiseerd is door de overheid. Daarnaast is het een repressief regime waardoor mensen willen vertrekken.

Tot slot: wat moet er gebeuren nu met al die minderjarigen die in de noodopvang zitten.
Dat we in ieder geval moeten zorgen dat zij een veilige plek hebben. Als er duidelijk is dat zij hier mogen blijven, bied ze dan ook gelijk die stabiliteit. Er is een groep minderjarigen uit Ter Apel in Tilburg opgevangen, waarbij de gemeente heeft gezegd: jullie blijven hier en dit wordt jullie nieuwe thuis. Dat is een heel ander uitgangspunt. Dan kunnen die kinderen gaan beginnen met integreren. Die kunnen beginnen met de taal. Die kunnen gelijk naar school en daar blijven ze ook. Ze zitten niet in onzekerheid, van ‘wanneer moet ik weer vertrekken, wanneer moet ik naar een nieuwe school.’ Een school kan zich daar dan ook op voorbereiden. Die weet dan dat ze zoveel extra kinderen krijgen. Niet dat ze nu gaan investeren en over een halfjaar, wanneer de opvang sluit, weer moeten krimpen. Dat is niet de weg. Dus: duidelijkheid bieden voor deze kinderen waar Nederland toch verantwoordelijk voor is. Want als zij ergens op hun plek zijn, dan kan je het gewoon goed gaan regelen. Als we dat niet doen, als we het blijven doen zoals we het nu doen, dan creëren we echt zelf onze problemen. Die kinderen raken zo alleen maar verder getraumatiseerd. De ene die wordt slachtoffer, de ander die gaat het criminele pad op. We zorgen in ieder geval niet goed voor deze kinderen.

Dank u zeer.
Graag gedaan.

Conny Rijken is Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Voorheen was ze hoogleraar Mensenhandel en Globalisering een Tilburg University.

Lees hier de reacties van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA), Voogdijorganisatie Nidos, Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Unicef & Inspectie Justitie en Veiligheid

reacties op de uitzending

Reactie op het overlijden van Fnan

In verband met het feit dat het omdat het privacygevoelige informatie gaat kunnen we niet ingaan op al je vragen. Het is een trieste zaak met veel impact voor familie, vrienden en medewerkers van het Nidos en COA geweest. 
Het COA heeft uitvoerig met de familie over het overlijden van de jongen gesproken. Na de dood van de jongeman hebben meerdere gesprekken plaatsgevonden met betrokkenen (medebewoners, vrienden, medewerkers COA) en is er een herdenkingstafel ingericht op de locatie. Daarnaast is er een priester uit de Eritrese gemeente geweest om de jongeren ondersteuning te bieden. Een medewerker van het COA heeft via een intercultureel mediator intensief contact gehad met de familie om hun wensen met betrekking tot de uitvaart en herdenking te bespreken.

De jongen is op verschillende locaties in conflict geraakt met meerdere medebewoners, zowel arabische als niet-arabische. Ook is hij met personeel in conflict geweest. Hierdoor heeft hij voor zijn eigen veiligheid meerdere time-outs gehad en zijn er gesprekken met hem gevoerd. Hij verbleef op meerdere noodopvanglocaties waardoor hij niet naar school is geweest. Dit heeft ook te maken met gebrek aan onderwijs, dit geldt voor veel jongeren op noodopvanglocaties.
Uiteindelijk is de jongen naar de locatie Driehuis overgeplaatst, dit was voor zijn eigen bestwil en veiligheid. Driehuis is geen noodopvanglocatie is waardoor hem stabiliteit geboden kon worden.

Reactie COA op vragen

Lees hier de reactie van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA).

Alle alleenstaande minderjarigen die in Nederland asiel aanvragen krijgen een voogd toegewezen van Nidos. Zij zijn dus de verantwoordelijken voor alle jongeren die nu in de noodopvang verblijven. Helaas heeft Nidos daags voor het geplande interview besloten om daarvan af te zien, en een ‘statement’ te sturen. De vragen die Lost in Europe aan Nidos heeft gestuurd, staan onder dit statement weergegeven. 

Statement Nidos

Zoals telefonisch aangegeven zullen wij vanuit Nidos in algemene zin antwoorden op je vragen over de opvang van amv’s en dan specifiek in de noodopvanglocaties.

Opvang
Zowel Nidos als het COA hebben eind februari alarm geslagen over het tekort aan structurele, kwalitatief goede opvangplekken voor minderjarigen. In augustus vorig jaar was de situatie zo ernstig dat er jongeren in de wachtkamer in Ter Apel moesten overnachten. Dit is onacceptabel.

Iedereen die asiel aanvraagt in Nederland heeft recht op een menswaardige opvang. Om te voorkomen dat de jongeren in een overvol Ter Apel wederom op stoelen in de wachtkamer moeten slapen worden ze nu veelal doorgeplaatst naar tijdelijke opvanglocaties als bijvoorbeeld hotels. Dit is verre van ideaal. Soms zijn er opstartproblemen en doordat het om tijdelijke locaties gaat die op enig moment weer sluiten, vinden er veel overplaatsingen plaats van de alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Dat is slecht voor de ontwikkeling en het welbevinden van deze kinderen en jongeren. Te meer daar het organiseren van onderwijs en dagbesteding vaak moeizaam verloopt op deze locaties. 

Wij maken ons zorgen om deze groep kinderen en jongeren. Ze komen uit landen waar oorlog, vervolging, armoede of gebrek aan toekomstperspectief is. Deze alleenstaande jonge vluchtelingen hebben hun eigen vertrouwde omgeving moeten verlaten en ook tijdens hun reis maken ze soms schokkende ervaringen mee. Zij hebben rust, vertrouwen, bescherming en begeleiding nodig op een stabiele plek en dat is nu onvoldoende. 

Er zijn de aankomende maanden heel veel extra opvangplekken nodig voor deze kwetsbare doelgroep. Omdat deze jongeren naar school moeten, vraagt dit ook iets van het onderwijs in de omgeving. Spreiding van locaties is daarom enorm belangrijk. 
Dit jaar heeft Nidos nog 2200 nieuwe opvangplekken nodig. 

Personeel
Nidos werft actief nieuwe medewerkers om de jongeren de begeleiding te kunnen bieden die ze nodig hebben. Dit is, net als in alle andere sectoren, een uitdaging maar lukt nog redelijk goed. Op sommige locaties wordt het werk anders ingericht en werken we bijvoorbeeld met spreekuren. Er zijn dan altijd op locatie medewerkers van Nidos aanwezig waar de jongeren zich kunnen melden. De jongeren weten dit.

Incidenten
Ook op deze noodopvanglocaties doen zich incidenten voor, net als op andere opvanglocaties. Er zijn afspraken over het melden van deze incidenten bij Nidos en de inspectie. Het kan zijn dat deze afspraken niet altijd bekend zijn bij nieuwe medewerkers, maar over het algemeen wordt er aan deze afspraken voldaan.
Het percentage vermissingen is het afgelopen jaar niet toegenomen en opzichte van voorgaande jaren.

Casuistiek
Voor wat betreft je vraag over een individuele casus moet ik je laten weten dat wij hier niet op in kunnen gaan vanwege privacyredenen.

Aanvullende reactie Nidos

Zie hieronder de beantwoording. Ik wil nogmaals benadrukken dat Nidos (net als het COA) de situatie zoals deze nu is in (nood)opvanglocaties ook uiterst zorgelijk vinden. De medewerkers zetten zich met man en macht in om voor de jongeren een zo veilig mogelijke verblijfssituatie te creëren. Het feit dat er onvoldoende bestendige opvangplekken voor amv voor zowel het COA als Nidos ter beschikking worden gesteld, werkt hier niet aan mee.  

Je geeft aan dat Nidos 2200 nieuwe opvangplekken nodig heeft - gaat dit om plekken naast de noodopvangplekken die er nu zijn? Of gaat dit enkel om plekken voor de opvang van. Nidos? 
Dit gaat om kleinschalige opvangplekken voor Nidos

Zijn hotels volgens Nidos geschikte opvangplekken voor minderjarigen? Waarom we/niet? Welk contact is er tussen COA en Nidos over de geschiktheid van noodopvanglocaties als jongeren daar geplaatst worden? 
Zoals aangegeven zijn hotels geen geschikte stabiele opvangplekken voor jongeren. Vaak zijn er ook andere gasten aanwezig waardoor de jongeren zich aan strakke regels moeten houden. Er is vaak een gebrek aan ontspanningsruimte en jongeren en jongeren kunnen niet zelf koken. Dit alles kan tot spanningen leiden.

Hoe vaak komt het voor dat jeugdbeschermers van Nidos een case load van 30-40 jongeren hebben? 
Dit komt zelden voor. Zoals ik aangaf is op bepaalde locaties het werk anders ingericht in de zin dat jeugdbeschermers spreekuren draaien. We spreken dan niet van een caseload.

Kan Nidos garanderen dat er bij ene dergelijke case load geen signalen van jongeren gemist worden? 
Het werk is zodanig ingericht dat we ook bij een hoge werkdruk de jongeren zo goed mogelijk in beeld hebben.

Wij hebben van meerdere jongeren begrepen dat zij de afgelopen maanden bij hun voogden melding hebben gemaakt van discriminatie door medewerkers in de opvanglocatie waar zij verblijven. Wij hebben van meer dan tien locaties meerdere meldingen hierover ontvangen. Wat doet Nidos met deze meldingen? M.b.t. hoeveel locaties heeft Nidos deze signalen doorgezet naar COA / overleg gehad over een oplossing voor deze situatie? 
Wanneer dit speelt gaat Nidos uiteraard in overleg met het COA over deze signalen. Dit leidt tot verbetering.

Hoeveel meldingen heeft Nidos sinds 2022 bij de Inspectie gedaan over vechtpartijen tussen Eritrese en Syrische / Arabisch sprekende bewoners? 
Het betreft 8 incidenten  2022 en 3 in 2023.

Wat is de visie van Nidos op het op time out sturen van jongeren? Mag een jongere nog op time out worden gestuurd als is vastgesteld dat deze jongere getraumatiseerd is en psychische problemen heeft? 
Dit is uiteraard maatwerk. Het kan de dynamiek veranderen wanneer iemand tijdelijk naar een andere opvanglocatie wordt gestuurd. Dit  kan in het belang zijn van de jongere zelf (voor zijn veiligheid) of dat van de groep. Dit is geheel afhankelijk van de situatie. Uiteraard worden alternatieven ook bekeken. Mocht er sprake zijn van psychische problemen dan is gesloten jeugdzorg ook een optie. Echter ook hier is vaak geen plek op korte termijn.

Herkent Nidos het beeld dat sommige jongeren niet weten wie hun voogd is, en/of aangeven dat zij nog nooit een gesprek over hun situatie met hun voogd hebben gehad? 
Nee dit herkennen wij niet.
 

Lost in Europe aan Nidos

Lees hier de reactie van Lost in Europe aan voogdijorganisatie Nidos.

In 2023 en naar verwachting ook in de komende jaren komen veel asielzoekers naar Nederland. De IND moet beslissen op veel meer asielaanvragen, dan waar de organisatie op ingericht is. Hierdoor neemt de wachttijd voor asielzoekers sterk toe.

Binnen de wettelijke kaders richt de IND de asielprocedure zo efficiënt mogelijk in. Op dit moment wordt op meer aanvragen beslist dan afgesproken is op basis van de capaciteit van de organisatie. Daarbij staat een zorgvuldige beslissing voorop en moet elke aanvraag de aandacht krijgen die het nodig heeft.  

Uitgangspunt is dat asielaanvragen op volgorde van binnenkomst in Nederland worden behandeld. Om diverse redenen lukt dit niet altijd, bijvoorbeeld door logistieke afwegingen of omdat er voor bepaalde groepen andere mogelijkheden zijn.

Momenteel duurt de asielprocedure gemiddeld ongeveer één jaar. De wettelijke beslistermijn van zes maanden is met negen maanden verlengd tot 15 maanden. Zie ook IND krijgt ook in 2023 meer tijd voor asielaanvraag.

Vragen aan de IND

We sturen een uitnodiging voor het aanmeldgehoor naar de opvanglocatie die bij ons op dat moment bekend is. Het maakt niet uit of dit naar een adres in (crisis)noodopvang is of andere opvanglocatie. Zoals je weet is het aantal asielaanvragen hoog. Hoger dan waar de IND op is ingericht. Dat betekent dat aanvragers moeten wachten. Het kan tussen de 3-6 maanden duren voordat iemand zijn aanmeldgehoor heeft. Dus kan het zo zijn dat iemand vóór die tijd op verschillende opvanglocaties heeft verbleven.  

Merkt de IND dat het (vaker dan voorheen) voorkomt dat asielzoekers de brief die de IND stuurt niet (op tijd) ontvangen, bijvoorbeeld door veelvuldige verhuizingen van locatie naar locatie?
Dit komt voor, ongeveer 20% van de afspraken die we maken voor een gehoor valt uit doordat de aanvrager niet is gekomen. Daar zijn allerlei redenen voor, maar het komt ook zeker voor dat de uitnodigingsbrief niet goed is aangekomen. De veelvuldige verhuizingen die sommige asielzoekers noodzakelijkerwijs meemaken door het tekort aan opvangplekken draagt daaraan bij. Het percentage ‘no-show’ bij een aanmeldgehoor ligt op dit moment iets hoger dan een jaar geleden, bij de overige gehoren is dit al meerdere jaren stabiel.

De IND geeft aan dat het momenteel 3-6 maanden kan duren. Zijn er de afgelopen maanden periodes geweest waarin de achterstand nog verder opliep / dit nog langer duurde?
Begin dit jaar waren er ongeveer twee keer zoveel aanvragers aan het wachten op een aanmeldgehoor dan nu het geval is. De wachttijd was toen langer. Inmiddels hebben we een groot deel van die gehoren gedaan of ingepland.

Unicef bezocht honderd noodopvanglocaties in Nederland waar kinderen verblijven.
Het gaat om 68 gemeentelijke opvanglocaties voor Oekraïners, en 32 crisisnoodopvanglocaties en COA-noodopvanglocaties voor asielzoekers en statushouders. Hier lees je het rapport.

De Inspectie voor Justitie en Veiligheid stuurde samen met de Inspectie voor Gezondheidzorg en Jeugd, de Inspectie van het Onderwijs en de Arbeidsinspectie een brandbrief aan staatssecretaris Van der Burg. De vier inspecties willen dat hij direct ingrijpt en heldere eisen stelt aan de kwaliteit van de opvangvoorzieningen, zolang deze nog niet aan de geldende normen kunnen voldoen. Hier lees je de brandbrief.

In de bijbehorende Factsheet zie je op welke punten de noodopvang voor alleenstaande minderjarigen niet voldoet aan de minimale kwaliteitseisen.

sprekers

Fnan

Gevlucht uit Eritrea en verbleef in verschillende noodopvanglocaties

 

Festum & vrienden

Eritrese jongens in de noodopvang

 

Sander Schaap

Manager Belangenbehartiging en Internationaal Woordvoerder Vluchtelingenwerk

Tom de Boer

Advocaat bij Prakken d'Oliveira, voerde namens Vluchtelingenwerk een rechtszaak tegen de Staat en het COA

Yolanda Sjoukes

Journalist onderzoeksredactie Brabant, onderzocht de noodopvang in het Gr8-hotel in Oosterhout

Jelle Krekels

Journalist onderzoeksredactie Brabant, onderzocht de noodopvang in het Gr8-hotel in Oosterhout

Hariëtte Boerboom

Consultant LOWAN-vo (ondersteuning onderwijs nieuwkomers)

Hans Faber

Hoofdinspecteur bij de Inspectie Justitie en Veiligheid

 

Joeri Kapteijns

Bestuurslid COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers)

 

Mirjam Zegers

Specialist kinderrechten UNICEF

 

Ties Huis in 't Veld

Coördinator Werkgroep Kind in AZC

 

achtergrond

Opnieuw honderden vluchtelingenkinderen spoorloos verdwenen uit opvang

Zeker 360 alleenstaande minderjarige vluchtelingen zijn sinds januari vorig jaar verdwenen uit Nederlandse opvangcentra. Veruit het merendeel van deze kinderen verdween uit aanmeldcentrum Ter Apel, 237 in totaal.

‘Misstanden in opvang van minderjarige vluchtelingen zijn schrijnend’

Reactie kamerleden op onderzoek Lost in Europe

Uit onderzoek van Argos, Lost in Europe, de onderzoeksredactie van de Brabantse regionale kranten en het AD blijkt dat opnieuw honderden kinderen in Nederland spoorloos zijn verdwenen. Ook blijkt dat er schrijnende situaties zijn in noodopvanglocaties voor minderjarige vluchtelingen.

Bekijk hier het hele dossier

dossier